Woordenlijst per les en alfabetische woordenlijst Vocabulario Woordenlijst per les en los que se habla español • In deze lijst staan de nieuwe woorden en uitdrukkingen uit elke les. Ze zijn vanuit de context vertaald; andere belangrijke grondbetekenissen worden erbij gegeven. • De Spaanse zelfstandige naamwoorden zijn samen met het lidwoord opgenomen: het is aan te bevelen deze in combinatie te leren. • Bij vervoegde werkwoordsvormen wordt naar de infinitief verwezen. De onregelmatige vormen in de tegenwoordige tijd worden aangegeven met (i), (ie), (ue), (y), (zc). • Cursief gedrukte woorden horen bij de woordenschat van het ‘Certificado de Español’. • Woorden die alleen op de cd’s voorkomen zijn niet opgenomen. • Woorden die al bij eerdere lessen zijn vertaald, zijn bij de volgende lessen niet weer opgenomen in de woordenlijst. Dergelijke woorden staan wél in de alfabetische woordenlijst. • Afkortingen: Venez. = Venezuela, Argent. = Argentinië, Braz. = Braziliaans, inf. = infinitief, bep. = bepaald, mv. = meervoud, ev. = enkelvoud, lidw. = lidwoord vnw. = voornaamwoord, bijv.nw. = bijvoeglijk naamwoord, man. = mannelijk, lit. = literair, fam. = familiair, meew.vw. = meewerkend voorwerp, lijd.vw. = lijdend voorwerp, tegenw. deelw. = tegenwoordig deelwoord, subj. = subjuntivo, t.t. = tegenwoordige tijd, toek. tijd = toekomende tijd, gramm. = grammatica, v. = van. Unidad 1 1 en este/esta el curso vamos a + inf. a aprender cómo son (ser) los/las el/la español/a y el/la latinoamericano/a ¿Qué…? el problema tienen (tener) tener (ie) la cosa de veintitrés el país in, op deze, dit cursus, leergang we gaan, we zijn van plan naar, om leren hoe zij zijn de (bep. lidwoord mv.) Spanjaard/Spaanse en Latijns-Amerikaan(se) Wat ...? Welk(e) ...? probleem zij hebben hebben ding, zaak uit, van drieëntwintig land los que se hablar el español ¿Dónde…? estar España México Argentina ¿Cuál? ser del (de + el) el Mercosur (Mercado del Cono Sur) la gramática funcionar el verbo el pronombre comunicarse escuchar la conversación con el/la compañero/a el/la profesor/a escribir el resumen hacer el ejercicio el examen intercambiar la idea la experiencia ¿Cómo se llama esto en español? llamarse esto el diccionario ¿Qué significa…? significar el periódico ¿Cómo se pronuncia...? pronunciar ¿Cómo se dice...? decir gracias o sí exacto/a lo mismo que... el alemán ¿verdad? waar Spaans wordt gesproken de (bep. lidw. man. mv.) die, dat (betrekkelijk vnw.) men spreken, praten Spaans (taal) Waar …? zijn, zich bevinden Spanje Mexico Argentinië welk(e)? zijn van de gemeenschappelijke markt van het zuidelijk deel van Latijns-Amerika: Argentinië, Brazilië, Uruguay en Paraguay grammatica functioneren werkwoord voornaamwoord communiceren (be)luisteren gesprek, conversatie met medecursist(e) leraar/lerares schrijven samenvatting maken, doen oefening examen, proefwerk uitwisselen idee ervaring Hoe heet dit in het Spaans? heten dit woordenboek Wat betekent …? betekenen krant Hoe spreek je ... uit? uitspreken Hoe zeg je ...? zeggen bedankt, dank (u/je) of ja precies hetzelfde als ... Duits (taal) niet(waar)? © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 1 Vocabulario 2 4 el/la un/una la lengua para + inf. más de trescientos el millón la persona viajar por de todo el mundo todo/a el mundo descubrir la cultura muy diferente conocer (zc) la literatura español/a latinoamericano/a la canción entender (ie) otro/a el pueblo su la costumbre trabajar el/la hispanohablante convivir visitar los Andes el Caribe ir en fin el fin nuevo/a de, het (bep. lidwoord ev.) een taal; tong om te meer dan driehonderd miljoen persoon, mens reizen hier: door van de hele wereld heel wereld ontdekken cultuur zeer andere, verscheidene (leren) kennen literatuur Spaans Latijns-Amerikaans lied verstaan, begrijpen ander(e) dorp; hier: volk zijn/haar/uw/hun gewoonte, gebruik werken Spaanssprekende (m/v) samenleven bezoeken Andes Caribisch gebied gaan, rijden tenslotte; hier: kortom einde; (doel)einde nieuw 3 el plural la política Roma el/la perro/a Colombia el queso la almohada la historia Cuba Bolivia la televisión la geografía el gato 2 meervoud politiek Rome hond Colombia kaas kussen geschiedenis; verhaal Cuba Bolivia televisie aardrijkskunde kat ¿Cómo se escribe? Hoe schrijf je dat? Grammatica Alemania Filipinas el kilómetro Rusia la sierra el singular el texto vivir el taxi la cruz el cine Ginebra ganar el gol gustar la cigüeña el pingüino el jamón el/la jefe/a quizá el zapato Duitsland Filippijnen kilometer Rusland bergketen enkelvoud tekst leven, wonen taxi kruis bioscoop Genève winnen; verdienen doelpunt bevallen, houden van ooievaar pinguïn ham chef(fin) misschien schoen 5 estudiar leer la novela la página web la página la revista la poesía el cómic el folleto el/la hablante mi/s la música latina la música la radio entre ver la película el correo electrónico la carta el/la amigo/a el/la conocido/a el/la familiar el/la compañero/a de trabajo la mayoría quiere... la mayoría querer (ie) muchos/as nadie leren, studeren lezen roman website bladzijde, pagina tijdschrift poëzie, gedicht strip(verhaal) folder spreker/spreekster mijn Latijns-Amerikaanse muziek muziek radio tussen zien, bekijken film e-mail brief vriend(in) bekende (m/v) familielid (m/v) collega (m/v) de meerderheid wil ... meerderheid willen; houden van hier: velen niemand © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 7 3 kind dierentuin el/la niño/a el zoo 8 gebruiken usar Unidad 2 1 vivir la República Dominicana los Estados Unidos Guinea Ecuatorial también el aspecto el folclore la economía además el artículo el sustantivo el texto el artículo de periódico corto/a el resumen el ensayo tomar notas la nota como el jardín leven, wonen Dominicaanse Republiek VS (Verenigde Staten) Equatoriaal-Guinea ook aspect, gezichtspunt folklore economie bovendien lidwoord zelfstandig naamwoord tekst krantenartikel kort samenvatting essay; hier: opstel aantekeningen maken aantekening zoals tuin 2 tú no el francés el idioma yo el italiano nosotros/as un poco poco/a sólo/solo el inglés el ruso el chino pero no muy bien no bien bueno jij nee; niet Frans (taal) taal ik Italiaans (taal) wij een beetje weinig alleen, slechts Engels (taal) Russisch (taal) Chinees (taal) maar, echter niet erg goed nee; niet goed hier: nou, dus bastante la necesidad urgente la Universidad necesitar especialmente la escuela dos aproximadamente por ciento el/la estudiante escoger algunos/as u por otra parte la parte la región Cataluña Galicia País Vasco el idioma extranjero extranjero/a es (ser) tercer(o)/a el catalán el gallego el euskera la clase cada vez (más) cada practicar la comunicación llegar a + inf. usar la vida real fácil navegar por Internet comprar el libro el vídeo el/la casete en casa la casa no siempre siempre por eso en vacaciones las vacaciones la suerte el dinero Inglaterra Irlanda Francia tamelijk veel noodzaak dringend universiteit nodig hebben in het bijzonder school twee ongeveer procent student(e) (uit)kiezen sommige of (vóór -o- of -ho-) anderzijds deel, zijde regio, gebied Catalonië Galicië Baskenland vreemde taal vreemd; buitenlands het/hij/zij is derde Catalaans (taal) Galicisch (taal) Baskisch (taal) les steeds (meer) ieder/e oefenen communicatie hier: uiteindelijk ... gebruiken leven echt, feitelijk gemakkelijk surfen op internet kopen boek video cassette thuis huis niet altijd altijd daarom in de vakantie vakantie geluk; toeval, lot geld Engeland Ierland Frankrijk © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 3 Vocabulario 15 días el día twee weken, 15 dagen dag Unidad 3 1 Grammatica él/ella usted vosotros/as ellos/ellas ustedes bueno/a la capital ¿Me pasas el diccionario? pasar hij/zij u jullie zij u (mv.) goed hoofdstad Mag ik het woordenboek? aangeven 4 el griego el árabe el holandés el portugués Grieks (taal) Arabisch (taal) Nederlands (taal) Portugees (taal) 8 ese/a Gran Bretaña en clase die, dat Groot-Brittannië tijdens de les 9 quince quinientos vijftien vijfhonderd 10 eres (ser) el/la canadiense ¿no? veinte tu/s el japonés los padres los hermanos el ordenador jij bent Canadees/Canadese nietwaar? twintig jouw Japans (taal) ouders broers en zussen computer 11 hay la lengua oficial oficial el castellano el/la único/a el territorio románico/a no se conoce la seguridad el origen 4 er is, er zijn officiële taal officieel Castiliaans, Spaans (taal) de enige gebied Romaans men kent niet zekerheid oorsprong Esto es ... la Giralda la ciudad precioso/a el edificio más conocido el edificio conocido/a el puente un amigo nuestro nuestro/a el/la chico/a chileno/a la paella el plato típico/a comer el arroz el pescado el marisco la carne la verdura los señores la calle importante el pueblo bonito/a el porrón servir (i) beber el vino la cerveza el estadio ¡Qué grande! grande el Barça el tablao el sitio cantar bailar el flamenco ¿Quién...? ¿Quiénes? famoso/a Florencia Dit is ... klokkentoren van de kathedraal van Sevilla stad mooi, prachtig het meest beroemde gebouw gebouw bekend, beroemd brug een vriend van ons ons/onze jongen/meisje Chileens paella (Spaans rijstgerecht) bord, hier: gerecht typisch eten rijst vis (als gerecht) zeebanket vlees groente heer en mevrouw; heren straat belangrijk dorp mooi glazen drinkkaraf met lange tuit dienen drinken wijn bier stadion Wat groot! groot FC Barcelona podium (voor Flamenco) plaats zingen dansen flamenco Wie ...? beroemd Florence 2 geográfica y humanamente geográfico/a humanamente variado/a la naturaleza wat betreft geografie en inwoners geografisch menselijk, in menselijk opzicht gevarieerd natuur, landschap © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario la costa la sierra la selva rico/a el recurso natural la minería la pesca el cultivo el algodón el azúcar principal la fuente peruano/a las divisas la artesanía textil el trabajo la plata la capital el/la habitante la población el/la peruano/a el/la indio/a el/la mestizo/a restante el/la blanco/a el origen europeo/a los orientales el/la negro/a como consecuencia de la consecuencia la mezcla la raza difícil definir el carácter en la actualidad la actualidad la desigualdad social el analfabetismo la inflación la gente (ev.) enorme pues por ejemplo el ejemplo mucho/a la comida o sea divertirse (ie) político/a económico/a difícil kust gebergte (oer)woud rijk hulpbron natuurlijk, natuurmijnbouw visvangst teelt; het verbouwen katoen suiker hoofd-, hoofdzakelijk bron, oorsprong Peruaans deviezen ambachtswerk textielwerk zilver hoofdstad inwoner/inwoonster bevolking Peruaan(se) indiaan(se) (oorspronkelijke bevolking van Latijns-Amerika) mesties (m/v) overig, resterend blanke (m/v) origine, oorsprong Europees Oosterlingen neger(in) als gevolg van gevolg, consequentie mengsel, vermenging ras moeilijk definiëren karakter tegenwoordig actualiteit ongelijkheid sociaal, maatschappelijk analfabetisme inflatie mensen enorm nou bijvoorbeeld voorbeeld veel eten, maaltijd dat wil zeggen, oftewel zich vermaken politiek economisch moeilijk Grammatica cortar el/la alumno/a la vaca el libro la libreta la moto la mano la palabra la plaza el sofá el/la economista el/la belga la libertad la expresión el sistema el tema la cama el hombre el papá el/la iraní interesante el coche esto vuestro/a suyo/a simpático/a feliz difícil el/la inglés/inglesa el/la francés/francesa el/la iraquí el/la italiano/a el/la boliviano/a el/la brasileño/a el/la nicaragüense el/la estadounidense la bebida tomar el plato las matemáticas knippen, snijden leerling(e) koe boek notitieboekje motor hand woord plein bank econoom (m/v) Belg(ische) vrijheid uitdrukking systeem thema bed man; mens papa Iraniër/Iraanse interessant auto dit jullie (bezit.vnw.) zijn/haar/uw/hun aardig gelukkig moeilijk Engelsman/Engelse Fransman/Française Irakees/Irakese Italiaan(se) Boliviaan(se) Braziliaan(se) Nicaraguaan(se) iemand afkomstig uit de VS drankje nemen, nuttigen, drinken bord; gerecht wiskunde 3 Yo creo que... creer esto la foto el número no sé (saber) Ik geloof dat ... geloven dit foto nummer ik weet niet 4 la cadena el establecimiento keten onderneming © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 5 Vocabulario la comida rápida el bocadillo la cadena de televisión mexicano/a la empresa uruguayo/a los productos lácteos el producto la compañía aérea la compañía la tienda de ropas la tienda la ropa el portal fastfood belegd broodje televisiekanaal Mexicaans bedrijf Uruguaans melkproducten product luchtvaartmaatschappij bedrijf, maatschappij kledingzaak winkel kleren; wasgoed ingang; hier: zoekmachine 5 el marido la mujer el padre la madre el/la hijo/a el/la hermano/a el abuelo/a el/la nieto/a el/la tío/a el/la primo/a el/la cuñado/a el/la sobrino/a el/la suegro/a el yerno la nuera echtgenoot, man echtgenote, vrouw vader moeder kind/zoon/dochter broer/zus grootvader/grootmoeder kleinkind/kleinzoon/ kleindochter oom/tante neef/nicht (kind van oom/tante) zwager/schoonzus neef/nicht (kind van broer/zus) schoonvader/schoonmoeder schoonzoon schoondochter 6 nooit bruiloft 7 mío/a colombiano/a mijn Colombiaans 8 el director general el/la director/a el/la subdirector/a general el/la director/a financiero/a el/la director/a comercial el/la director/a de marketing el/la director/a de producción la producción el/la jefe/a de personal el/la jefe/a el/la jefe/a de ventas la venta el/la jefe/a de publicidad la publicidad algemeen directeur (m/v) directeur (m/v) algemeen onderdirecteur (m/v) financieel directeur (m/v) commercieel directeur (m/v) directeur marketing (m/v) directeur productie (m/v) productie personeelschef(fin) chef(fin), hoofd (m/v) hoofd verkoop (m/v) verkoop manager van de reclameafdeling (m/v) reclame 9 el/la vendedor/a el deporte la carretera verde la riqueza verkoper/verkoopster sport (grote) weg groen rijkdom 10 el nombre primer(o)/a el apellido segundo/a el matrimonio cuando se dice (decir) todos el asunto burocrático/a perder (ie) propio/a sin embargo conocer (zc) más al (a + el) utilizar la señora 6 248 nunca la boda (voor)naam eerst(e) achternaam tweede huwelijk; echtpaar waneer, als men zegt alle zaak, aangelegenheid bureaucratisch verliezen eigen echter, toch kennen meer; hier: beter (naar) de/het gebruiken, aanwenden mevrouw la planta el hombre el animal el/la cantante el/la escritor/a el/la deportista alemán/ana japonés/esa Europa América el objeto la clase empezar (ie) la vocal la consonante la letra el/la futbolista brasileño/a plant man; mens dier zanger(es) schrijver/schrijfster sport(st)er Duits Japans Europa Amerika voorwerp klas(lokaal), les beginnen klinker medeklinker hier: letter voetballer/voetbalster Braziliaans ©doscientos 2005 Intertaal, cuarenta Amsterdam/Antwerpen. y ocho Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario Unidad 4 considerar 1 lo más importante en general el/la político/a el voto el poder personal respecto a siguiente el tema opinar la monarquía el sistema educativo el sistema mal(o)/a así como la sanidad el ejército tener que ser profesional los derechos humanos la patria la religión la solidaridad el valor aunque la sociedad actual individualista la fidelidad sexual fundamental sobre todo a causa de el SIDA (síndrome de inmunodeficiencia adquirida) por último casi feliz (mv. felices) la vida es bastante buena cómodo/a la fecha de nacimiento la fecha el lugar la profesión la afición el/la motociclista descansar el/la periodista la gastronomía el/la bailarín/bailarina el cine el/la actor/actriz el ballet Vizcaya cubano/a conducir (zc) el/la director/a de cine coleccionar el disco antiguo/a el/la pintor/a el ajedrez la ópera la pintura el fútbol la familia el/la príncipe/princesa el/la licenciado/a el Derecho Económicas la vela geboortedatum datum plaats, oord beroep hobby motorrijd(st)er uitrusten jounalist(e) gastronomie danser(es) bioscoop acteur/actrice ballet Biskaje Cubaans autorijden, sturen filmregisseur (m/v) verzamelen (grammofoon)plaat oud, antiek (kunst)schilder(es) schaakspel opera schilderkunst voetbal familie prins(es) doctorandus (m/v) rechten economie hier: zeilen 2 los jóvenes en primer lugar hay que señalar encuestado/a la relación el amor la salud la paz las cosas más importantes porque el bienestar el cariño en cuanto a la injusticia pensar (ie) el mal inevitable el progreso jongeren in de eerste plaats men moet opmerken, erop wijzen ondervraagd relatie liefde gezondheid vrede de belangrijkste dingen omdat welzijn liefde wat betreft onrecht denken kwaad; lijden onvermijdelijk vooruitgang beschouwen; hier: van mening zijn het belangrijkste in het algemeen politicus (m/v) stem (politiek) macht persoonlijk betreffende volgend/e thema menen, van mening zijn monarchie onderwijssysteem systeem slecht; stout (zo)als gezondheidszorg leger moeten zijn professioneel, beroepsrechten van de mens vaderland godsdienst, religie solidariteit waarde hoewel maatschappij tegenwoordig, actueel individualistisch trouw seksueel fundamenteel vooral wegens aids ten slotte bijna gelukkig het leven is erg aangenaam makkelijk, licht Grammatica sentarse (ie) levantarse el/la colombiano/a el/la venezolano/a el/la ecuatoriano/a el/la guineano/a el/la mexicano/a el/la costarricense el/la panameño/a el/la salvadoreño/a el/la hondureño/a gaan zitten opstaan Colombiaan(se) Venezolaan(se) Ecuadoriaan(se) Guineeër/Guinese Mexicaan(se) Costaricaan(se) Panamees/Panamese Salvadoriaan(se) Hondurees/Hondurese © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voordoscientos gebruik in het cuarenta onderwijs y toegestaan. nueve 249 7 Vocabulario el/la holandés/esa el/la escocés/esa el/la danés/esa el/la marroquí el/la paquistaní el/la sueco/a el/la austríaco/a el/la griego/a el/la alemán/ana el/la suizo/a el/la chino/a el/la turco/a ¿A qué te dedicas? dedicarse a el/la mecánico/a el/la médico/a el/la abogado/a el/la juez/a el/la arquitecto/a el/la presidente/a ¿De dónde? la edad el año el nacimiento la nacionalidad el domicilio el/la inglés/esa el/la europeo/a estar en contra la globalización Nederlander/Nederlandse Schot(se) Deen(se) Marokkaan(se) Pakistani/Pakistaanse Zweed(se) Oostenrijker/Oostenrijkse Griek(se) Duitser/Duitse Zwitser(se) Chinees/Chinese Turk(se) Wat heb je voor beroep? als beroep hebben, letterlijk: zich wijden aan monteur (m/v) arts (m/v) advocaat/advocate rechter (m/v) architect (m/v) president (m/v) Waar ... vandaan? leeftijd jaar geboorte nationaliteit woonplaats Engelsman/Engelse Europeaan/Europese tegen zijn globalisering 3 el músico/a el Coliseo la Sirenita musicus (m/v), muzikant(e) Colosseum Kleine zeemeermin 4 un señor/una señora mayor mayor joven el/la anciano/a el/la niño/a ¿Cuántos años tiene? ¿Cuántos/as? saber el personaje ¿De dónde? argentino/a een wat oudere heer/dame groter; ouder jong bejaarde (m/v) kind, jongen/meisje Hoe oud is hij/zij? Hoeveel? weten; kunnen persoon, personage, figuur Waar ... vandaan? Argentijns 5 estar de acuerdo Es verdad. la verdad 8 het (ermee) eens zijn Het is waar. waarheid 6 el nombre familiar familiar compuesto/a familienaam familie-, familiair samengesteld 7 usted(es) existir la forma el tratamiento menos que vosotros/as Latinoamérica El Cono Sur Centroamérica vos el mundo del trabajo el/la colega de igual o similar categoría similar la categoría normalmente dirigirse a hablándoles el caso el/la médico/a el/la policía el/la funcionario/a generalmente tutear aceptar por parte de el/la mismo/a la edad tuyo/a el/la taxista el hospital desconocido/a u bestaan vorm behandeling; hier: omgang minder dan jullie Latijns-Amerika Argentinië, Chili, Paraguay en Uruguay Midden-Amerika jij (Latijns-Amerika) hier: op het werk collega (m/v) van dezelfde of gelijksoortige categorie gelijksoortig categorie, rang, klasse meestal, doorgaans zich richten tot, aanspreken hier: wanneer ze met elkaar praten geval arts (m/v) politieagent(e) ambtenaar (m/v) meestal, in het algemeen tutoyeren accepteren namens, van de kant van (de)zelfde, (het)zelfde leeftijd van jou taxichauffeur (m/v) ziekenhuis onbekend 8 ellos/ellas la imagen más o menos tópico/a apasionado/a perezoso/a desorganizado/a simpático/a amable demasiado hablador/a zij (meervoud) beeld ongeveer, min of meer clichématig hartstochtelijk lui slecht georganiseerd aardig vriendelijk te, teveel praatgraag, praatziek © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario un poquito dramático/a el/la irlandés/esa el/la hispanista el fuego la sangre ruidoso/a sensual vitalista e incapaz durante mucho tiempo durante el tiempo el/la interlocutor/a el estereotipo sobre el extranjero todavía la playa el sol el toro asociar arcaico/a rural heredar franquista la Guerra Civil la dictadura de todas formas la España de hoy contradictorio/a tradicional moderno/a turístico/a europeo/a industrial dinámico/a trabajador/a vago/a disciplinado/a indisciplinado/a progresista conservador/a falso/a honesto/a racista antipático/a organizado/a frío/a abierto/a cerrado/a solidario/a insolidario/a serio/a divertido/a formal een beetje dramatisch Ier(se) hispanoloog/hispanologe vuur bloed luidruchtig, rumoerig sensueel levenslustig en (vóór -i- of -hi-) niet in staat langere tijd gedurende, tijdens tijd gesprekspartner (m/v) stereotype over buitenland nog (steeds) strand zon stier associëren, in verband brengen archaïsch, ouderwets landelijk, landerven van Franco Burgeroorlog dictatuur hoe dan ook, in elk geval het huidige Spanje tegenstrijdig traditioneel modern toeristisch Europees industrieel, industriedynamisch hardwerkend, vlijtig lui gedisciplineerd ongedisciplineerd progressief conservatief oneerlijk, vals eerlijk, integer racistisch onsympathiek ordelijk hier: koel, onbewogen open gesloten solidair niet solidair ernstig, serieus grappig formeel informal complicado/a informeel gecompliceerd 9 ¿Cómo te llamas? el/la fotógrafo/a aficionado/a al tenis aficionado/a a el/la chileno/a Hoe heet je? fotograaf/fotografe tennisfan (m/v) gek op Chileen(se) 10 escocés/esa analizar la cabeza Schots analyseren hoofd, kop 11 la educación sexista la educación fuerte activo/a agresivo/a inteligente independiente seguro/a egoísta duro/a débil pasivo/a sensible intuitivo/a dependiente inseguro/a generoso/a tierno/a la igualdad el desarrollo parcial el pseudónimo la profesión soñada mantener amistad la amistad serio/a gendergerichte opvoeding opvoeding; onderwijs sterk actief agressief intelligent onafhankelijk zelfverzekerd egoïstisch hard zwak passief gevoelig intuïtief afhankelijk onzeker grootmoedig teder; gevoelig gelijkheid hier: eenzijdige ontwikkeling pseudoniem droomberoep vriendschap onderhouden vriendschap serieus Unidad 5 1 la Península Ibérica la península estar situado/a estar al sur (de) el sur Iberisch schiereiland schiereiland gelegen zijn, liggen zijn, zich bevinden ten zuiden (van) zuiden © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 9 Vocabulario el norte África el este el Mar Mediterráneo el mar el oeste el Océano Atlántico los Pirineos el Mar Cantábrico comprender las Islas Baleares la isla las Islas Canarias el archipiélago canario/a el Atlántico Norte a ... kilómetros de unos/unas suroeste peninsular enfrente (de) sahariano/a el borde el Trópico la comunidad la Comunidad Autónoma el centro limitar con Castilla la Puerta del Sol el kilómetro cero el noreste constar de la provincia último/a Andalucía en su parte oriental occidental noorden Afrika oosten Middellandse Zee zee westen Atlantische Oceaan Pyreneeën Golf van Biskaje omvatten; begrijpen Balearen eiland Canarische Eilanden archipel, eilandengroep Canarisch noorden van de Atlantische Oceaan op ... kilometer afstand van hier: ongeveer zuidwesten van een schiereiland tegenover van de Sahara rand tropen gemeenschap autonome regio centrum grenzen aan Castilië bekend plein in het centrum van Madrid nulpunt (uitgangspunt van nationale autowegen in Spanje) noordoosten bestaan uit provincie laatste Andalusië in het oostelijk deel westelijk 2 salir la pizzería seguir (i) todo recto llegar cruzar pasado el.../pasada la... unos/as el árbol pasar después de 10 uitgaan, weggaan, verlaten pizzeria volgen rechtdoor (aan)komen oversteken hier: na enige boom voorbijgaan; hier: doorheen lopen nadat, na la curva el lago a la derecha la cascada la barca al otro lado de el camino a la izquierda tomar la roca hasta la cabina de teléfonos el teléfono girar allí la posibilidad al lado de el monasterio la base el helicóptero directamente saliendo de delante de la tienda de souvenirs el lavabo ese/a el cajero automático tener que + Inf. el de en medio a ... metros la máquina de bebidas al final el campamento bocht meer rechts kleine waterval (vissers)boot aan de overkant van weg links nemen rots tot telefooncel telefoon draaien, buigen daar mogelijkheid naast klooster basis; startpunt helikopter direct als je ... uitgaat/verlaat voor (plaats) souvenirwinkel toilet die, dat geldautomaat moeten de middelste na ... meter frisdrankautomaat aan het einde (tenten)kamp Grammatica poner la gasolinera el dormitorio el salón la cocina el baño lejos cerca (de) el banco por aquí el metro pasar ninguno/a la panadería el cajón el armario el tren el metro el avión la bicicleta el autobús zetten, (neer)leggen, plaatsen tankstation slaapkamer woonkamer keuken; fornuis badkamer; toilet ver dichtbij bank hier in de buurt meter voorbijgaan geen enkel/e bakkerij la(de) kast trein metro vliegtuig fiets (auto)bus © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario el barco el pie a pie el caballo situar dar subir bajar bañar detrás de encima de debajo de dentro de a la derecha (de) a la izquierda (de) antes de ¿Cuánto?/¿Cuántos/as? Perdona. Perdone. la farmacia boot voet te voet paard plaatsen, situeren geven omhooggaan, instappen naar beneden gaan, uitstappen baden achter op onder in, binnen(in) rechts (van) links (van) voor, alvorens Hoeveel? Pardon./Neem me niet kwalijk. Pardon./Neemt u me niet kwalijk. apotheek la mansión el estilo prehispánico/a el estado la pirámide el relieve el tablero el friso las pinturas murales la pintura el mural destacar el nicho el año solar el año la zona arqueológico/a la terraza la columna el guerrero conocido/a como villa stijl van vóór de komst van de Spanjaarden staat piramide reliëf paneel fries muurschilderingen schilderij; schilderkunst muurschildering zich onderscheiden (graf)nis zonnejaar jaar zone, gebied archeologisch terras zuil strijder bekend als 6 4 debajo de el bosque la cordillera la montaña el valle el golfo el puerto la meseta la bahía el río la autopista el pantano onder bos, woud bergketen berg; gebergte vallei, dal golf, baai haven hoogvlakte baai rivier autosnelweg moeras; stuwmeer 5 recomendable el carnaval el paseo marítimo el acuario la catedral conmemorar el final la guerra la independencia el teatro fantástico/a el pórtico neoclásico/a el templo la fachada barroco/a el siglo aan te raden carnaval strandboulevard aquarium kathedraal herdenken, gedenken eind, slot oorlog onafhankelijkheid theater fantastisch zuilengalerij neoclassicistisch tempel (voor)gevel, façade barok eeuw el pan el perfume los cosméticos el pastel el dulce el papel el bolígrafo el medicamento la gasolina el producto de limpieza la fruta el tabaco la droguería la pastelería la papelería la carnicería la panadería la frutería la perfumería la gasolinera la farmacia la librería el quiosco el estanco el supermercado la confitería la joyería el comercio especial el mueble según el super brood parfum cosmetica taart snoepgoed, snoepje papier balpen medicijn benzine schoonmaakmiddel fruit, vrucht tabak drogisterij banketbakkerij kantoorboekhandel slagerij bakkerij fruithandel parfumerie benzinestation apotheek boekhandel kiosk, krantenstalletje tabakswinkel supermarkt snoepwinkel juwelier handel; winkel speciaal, bijzonder meubel volgens supermarkt © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 11 Vocabulario el colmado la miscelánea el abasto el chino la feria el almacén vender el alimento el uso cotidiano/a levensmiddelenwinkel levensmiddelenwinkel Mexico levensmiddelenwinkel Venez. levensmiddelenwinkel Peru levensmiddelenwinkel Chili levensmiddelenwinkel Argent. verkopen levensmiddelen gebruik dagelijks 7 la plaza de toros la iglesia San el/la Santo/a el campo de fútbol la estatua Colón (Cristóbal) la Plaza Mayor la Calle Mayor el ayuntamiento la Gran Vía Correos el casco antiguo la estación de trenes la estación el tren el autobús la dirección numerado/a del siguiente modo el lado par impar dar se dice (decir) primero el piso el tercero el cuarto el quinto luego la puerta por esa razón el sobre así Sra. = señora la plaza la avenida el paseo el código postal 12 (stierenvechters)arena kerk verkorte vorm van ‘Santo’ voor namen van mannelijke heiligen Heilige (m/v) voetbalstadion standbeeld Columbus (Christoffel) hoofdplein (middelpunt van vele Spaanse steden) Hoofdstraat stadhuis hoofdstraat of brede straat in een grote stad postkantoor oude stadskern treinstation station trein (auto)bus adres; richting genummerd op de volgende manier kant even (van getallen) oneven (van getallen) geven men zegt eerst verdieping; flat derde verdieping vierde verdieping vijfde verdieping dan, daarna deur daarom, om die reden envelop zo, op die manier mevrouw plein brede straat, laan, boulevard boulevard, (wandel)laan postcode el buzón amarillo/a la esquina unos cuantos rojo/a la correspondencia a veces la relación el suceso histórico/a el personaje literario la Plaza Dos de Mayo el mesón Quijote el hostal los Reyes Católicos Dulcinea brievenbus geel hoek enkele rood correspondentie soms betrekking, relatie gebeurtenis historisch literair figuur plein in Madrid herberg, (bruine) kroeg Don Quichot (held van de roman ‘Don Quijote de la Mancha’ van Cervantes) pension de katholieke Koningen (Fernando van Aragon en Isabel van Castilië) Dulcinea (grote liefde van Don Quichot) 9 el/la camarero/a la agencia de viajes la oficina de Correos aquí cerca (de) mirar ober/serveerster reisbureau postkantoor hier dichtbij kijken 10 el aeropuerto el barrio a los pies de la Cordillera vliegveld buurt, (stads)wijk aan de voet van de bergketen 11 el póster el despertador la mesilla la lámpara la estantería el cajón la mesa la silla el armario la cama la papelera encima de dentro de el suelo la ventana contra la pared poster wekker nachtkastje lamp boekenkast lade tafel stoel kast bed prullenmand op, boven op in, binnen in vloer raam tegen wand, muur © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 12 la guitarra el reloj las gafas de sol las gafas la falda el disco de vinilo la camiseta el televisor la raqueta de tenis ninguno/a guitaar horloge zonnebril bril rok elpee T-shirt televisietoestel tennisracket geen enkel/e 13 la cocina la entrada el salón el baño el dormitorio poner el sofá keuken; fornuis hal, entree woonkamer hier: badkamer, toilet slaapkamer (neer)zetten, leggen bank 14 al fondo el símbolo el Obelisco el tipo bajar la calle peatonal obligatorio/a las Galerías Pacífico contemplar los frescos pintar la cúpula cualquier(a) el rincón el caramelo el chocolate riquísimo/a el alfajor op de achtergrond symbool obelisk soort naar beneden gaan wandelstraat verplicht winkelcentrum in Buenos Aires aanschouwen fresco’s schilderen koepel een of ander, ieder hoek snoepje chocolade erg lekker zoete toffeeachtige pasta Unidad 6 1 el cuarto de baño la biblioteca la oficina el garaje badkamer bibliotheek kantoor garage 15 jungle koelkast vliegtuig la jungla la nevera el avión 16 el paseo inolvidable poder (ue) la visita el centro histórico Plaza de Mayo la Casa Rosada la sede el poder ejecutivo nacional la Catedral Metropolitana el Banco Nación entrar tomar desayunar caminar adelante wandeling onvergetelijk kunnen bezoek, bezichtiging historisch centrum groot plein in het centrum van Buenos Aires residentie van de Argentijnse president zetel uitvoerende macht nationaal, landelijk kathedraal van Buenos Aires Nationale Bank binnengaan nemen, drinken ontbijten lopen verder(op) ayudar en casa ayudar el material el plástico el precio el euro el peso el kilo la energía eléctrica fabricado/a Japón saber la hamburguesa la tarta la fresa el helado solucionar el problema la química tocar la música clásica clásico/a llevar la película de terror el navegador de Internet la discusión los hijos el mejor amigo mejor el aluminio el hierro la energía solar in het huishouden helpen helpen materiaal plastic prijs euro gewicht kilo stroom, energie gemaakt, gefabriceerd Japan weten; kunnen hamburger taart aardbei ijs oplossen probleem; hier: raadsel chemie aanraken; hier: (af)spelen klassieke muziek klassiek dragen horrorfilm internetbrowser discussie; ruzie kinderen beste vriend beste aluminium ijzer zonne-energie © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 13 Vocabulario Alemania las patatas fritas la patata la traducción el rap el disc-jockey la fiesta el lector de DVD la película de ciencia ficción la película policíaca la consola el videojuego jugar (ue) el ping pong despertarse (ie) por la mañana la mañana preferir (ie) ecológico/a barato/a pesar menos fabricar el tipo ya Duitsland patates frites aardappel vertaling rap diskjockey feest dvd-speler sciencefictionfilm misdaadfilm toetsenbord videospelletje spelen tafeltennis wakker worden ‘s morgens morgen, ochtend de voorkeur geven aan, prefereren ecologisch goedkoop wegen minder maken, vervaardigen type, soort, klasse al, reeds 2 igual México D.F. (Distrito Federal) tampoco dentro de una misma ciudad mismo/a el/la campesino/a el/la obrero/a incluso distinto/a lógicamente presentar la diferencia el sonido final aspirar desaparecer (zc) la expresión el léxico el uso el plátano la lengua hablada fonético/a léxico/a sintáctico/a pequeño/a literario/a 14 gelijk Mexico-Stad ook niet, evenmin in, binnenin een en dezelfde stad dezelfde boer(in) arbeid(st)er zelfs, ook verschillend logisch presenteren, laten zien onderscheid geluid einde-, slotnastreven verdwijnen uitdrukking woordenschat gebruik banaan gesproken taal fonetisch lexikaal syntactisch klein schrijf-, literair la lengua culta culto/a parecido/a hispanohablante enseguida la variante mejor peor beschaafde taal cultureel, cultuurgelijkend Spaanssprekend onmiddellijk variant beter slechter Grammatica poder (ue) seguir (i) estos/as mil cien la decena la unidad el dólar el real la madera la tela la lana el cuero completamente Londres hace frío el frío durar gastar kunnen volgen deze, dit duizend honderd tiental eenheid dollar real (Braz. munteenheid) hout stof wol leer helemaal, volledig Londen het is koud kou duren opmaken, verbruiken, gebruiken 3 el/la más grande el bar solamente el metro el pueblo más alto de/het grootste café alleen, slechts meter het hoogst gelegen dorp 4 la medicina pública acostarse (ue) tarde la noche el café la leche encontrarse (ue) el tráfico desordenado/a hay el atasco el clima tropical el teatro fanático/a (vaak) gezondheidszorg naar bed gaan laat nacht koffie melk elkaar treffen verkeer chaotisch er is, er zijn file klimaat tropisch theater fanatiek © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario hablar al mismo tiempo hablar en voz muy alta la voz gesticular fumar el verano tegelijk praten heel hard praten stem gebaren, gesticuleren roken zomer 5 imaginario/a el vaquero el zumo la entrada la zapatilla de deporte el billete el alquiler el piso la habitación caro/a denkbeeldig spijkerbroek sap hier: toegangskaartje sportschoen kaartje, vervoersbewijs huur woning, flat kamer duur 6 auto zwart el coche negro/a 7 no consumir por consumir pedir (i) la bolsa de casa la lata fresco/a la botella el cristal el trapo de cocina el papel de cocina el gas la calefacción eléctrica tirar el contenedor de basura el plato precocinado precocinado/a cocinar el spray la bicicleta educar prohibir general niet consumeren om te consumeren vragen, verzoeken; bestellen tas(je) hier: van thuis blik(je) vers, fris fles glas, kristal keukendoekje keukenpapier gas elektrische verwarming weggooien afvalbak kant-en-klaarmaaltijd voorgekookt koken spray fiets opvoeden, vormen verbieden algemeen 11 más menos multiplicado por dividido por es/son igual a plus min keer, maal gedeeld door is gelijk aan 8 afectar la discoteca betreffen, aangaan discotheek 9 en cambio desordenado/a ordenado/a daarentegen, echter ongeordend, slordig geordend, netjes 10 el/la consumidor/a verde reducir (zc) reutilizar reciclar llamado/a la ley el principio el orden de prioridad la prioridad el consumo consument (m/v) groen; hier: ecologisch terugbrengen hergebruiken recyclen, hergebruiken zogenaamd, zogeheten wet principe volgorde van prioriteiten prioriteit verbruik sin la frontera la semana el profesorado especializado/a la situación el laboratorio de idiomas el objetivo comunicarse la actividad optativo/a la clase de cocina la proyección de películas la enseñanza complementario/a el grupo el/la alumno/a el centro enseñar el vocabulario la lengua escrita la conferencia el tema de actualidad el servicio el alojamiento con familias zonder grens week lerarenkorps gespecialiseerd situatie, toestand talenpracticum doel(einde) zich onderhouden (met iemand) activiteit facultatief kookles filmvoorstelling onderwijs; onderwijsinstellingen aanvullend groep leerling, scholier centrum; instituut lesgeven vocabulaire, woordenschat schrijftaal, geschreven taal lezing actueel onderwerp dienst (het) onderbrengen bij families © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 15 Vocabulario el alojamiento incluido/a la academia pasar unas vacaciones divertidas pasar la equitación el tenis la visita onderdak inclusief school, opleidingsinstituut een fijne vakantie doorbrengen doorbrengen paardrijden tennis bezoek, bezichtiging 12 los datos básicos la moneda la superficie la densidad el crecimiento anual la esperanza de vida urbano/a los grupos de edad PNB = Producto Nacional Bruto per cápita el empleo la población activa la estructura la industria la agricultura el servicio algemene gegevens hier: munteenheid oppervlakte hier: bevolkingsdichtheid toename, groei jaarlijks levensverwachting stedelijk, stadsleeftijdsgroepen bnp = bruto nationaal product per hoofd (van de bevolking) werkgelegenheid actieve bevolking structuur industrie landbouw diensten 13 la alimentación el litro el transporte el metro la vivienda la periferia los gastos la copa el bar nocturno diverso/a el videojuego la llamada (telefónica) el preservativo más o menos voeding, voedsel liter transport(middel) metro woning buitenwijk uitgaven drankje, glaasje nachtcafé verschillende videospel telefoontje, telefoongesprek condoom ongeveer 14 el caos el pantalón 16 chaos broek Unidad 7 1 el/la detective todo el mundo tanto... como privado/a raro/a la tele(visión) la gente la policía ir a casa de un amigo el/la psiquiatra el/la cliente el/la socio/a la agencia madrileño/a gordito/a gordo/a bajito/a bajo/a calvo/a el éxito el/la novio/a diferente extranjero/a estar de buen humor el humor es muy buena persona único/a estar enamorado/a venir (ie) peor enamorarse constantemente mi en el tema de... tímido/a salir con ponerse enfermo/a enfermo/a no lo entiendo atractivo/a alto/a moreno/a inteligentísimo la secretaria simpatiquísimo/a despistado/a guapo/a en realidad feo/a medir (i) no importa le detective (m/v) iedereen, allen zowel ... als privéraar, vreemd, zeldzaam televisie, tv mensen politie naar een vriend gaan psychiater (m/v) klant (m/v), cliënt (m/v) compagnon, partner (m/v) agentschap, bureau Madrileens gezet, wat dik dik enigszins klein (van postuur) klein kaal succes vaste vriend(in) hier: andere buitenlands goed gehumeurd zijn humeur; humor hier: het is een goede kerel enig(e) verliefd zijn komen slechter, erger verliefd worden voortdurend mijn wat ... betreft verlegen, timide uitgaan met ziek worden ziek ik begrijp het niet aantrekkelijk groot, lang donker (haarkleur) zeer intelligent secretaresse zeer aardig, zeer sympathiek verstrooid, afwezig knap, mooi in werkelijkheid lelijk meten, lang zijn het geeft niets hem/het/u (meew. vw. en lijd. vw.) © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario llamar por teléfono la vez (mv. veces) al día naturalmente Comunica. el chico de los recados el recado el/la mensajero/a blanco/a delgado/a bizco/a el/la artista el poema escondido/a la mesa ponerse colorado/a el tomate olvidar(se) de resumir el equipo interesante emocionante en este momento la casa discográfica lo el bigote el paquete ¿Quién es la del teléfono? la fotografía el jersey el pelo (op)bellen, telefoneren keer, maal per dag natuurlijk hier: Hij is in gesprek. boodschappenjongen boodschap, bericht bode hier: bleek slank, mager scheel kunstenaar/kunstenares gedicht verstopt tafel; hier: bureau rood worden tomaat vergeten samenvatten team; elftal interessant opwindend op dit ogenblik/moment platenmaatschappij hem/het/u (lijd. vw.) snor pak(je), pakket Wie is de vrouw die aan het telefoneren is? foto; fotografie trui haar 2 rubio/a castaño/a liso/a rizado/a la nariz el ojo la cazadora no se parecen nada en la manera de… andar el/la mismo/a contento/a triste enfadado/a relajado/a tranquilo/a cansado/a horrible blond kastanjebruin hier: steil, sluik krullend, krulneus oog (wind)jack ze lijken helemaal niet op elkaar hier: op de manier van lopen hij/zij/het zelf; (de)zelfde, (het)zelfde blij, tevreden triest, droevig boos ontspannen rustig, kalm moe verschrikkelijk 3 el móvil la cámara de vídeo el equipo de música la cámara fotográfica mobieltje, gsm videocamera stereo-installatie fotocamera 4 físicamente el color fysiek, qua uiterlijk kleur 5 el guardarropa azul gris marrón garderobe blauw grijs bruin contar (ue) por teléfono suyo/a vertellen telefonisch van hem/haar/u/hen 6 Grammatica parecerse (zc) traducir (zc) parecer (zc) crecer (zc) producir (zc) el abrigo la maleta el hotel la chaqueta el pasaporte aquel/aquello/a derecha izquierda arriba el traje (ge)lijken vertalen lijken groeien produceren jas koffer hotel jack, jasje, colbert paspoort die, dat rechts links (er)boven pak, kostuum el hijo mayor llevar bigote el hijo menor tener ... años la lectura ir vestido/a de negro la barba largo/a el chico de la pelota la pelota de oudste zoon een snor hebben de jongste zoon ... jaar oud zijn het lezen; lectuur in het zwart gekleed gaan baard lang de jongen met de bal bal 7 el/la cartero/a el latín el/la jubilado/a postbode (m/v) latijn gepensioneerde (m/v) © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 17 Vocabulario el ama (f) de casa ser aficionado/a a ... el/la mafiosa/a el golf el fan huisvrouw gek zijn op, houden van (iets) maffioso (m/v); gangster (m/v) golf fan 8 la chaqueta loco/a el cuello quizá aquel/aquello/a jasje, colbert, jack gek nek misschien die, dat 9 explicar el/la hombre/mujer de tus sueños el sueño el príncipe azul ideal el sentido uitleggen; hier: vertellen man/vrouw van je dromen droom prins op het witte paard ideaal gevoel; zin(tuig) 10 la misión el/la extraterrestre el (ser) humano opdracht; missie buitenaards wezen mens, menselijk wezen Unidad 8 1 alguna vez alguno/a haber marearse el barco estar encerrado/a salir el ascensor soñar (ue) volar (ue) tener ganas volver a casa volver (ue) la lata congelado/a ver la guerra de las galaxias la ciencia ficción tener miedo (a) la oscuridad la soledad 18 hier: al een keer een of ander(e), enige (mv.) hebben (hulpwerkwoord) zeeziek/misselijk worden schip, boot opgesloten zijn/zitten hier: eruit komen lift dromen vliegen zin hebben naar huis terugkeren, weer naar huis gaan terugkeren, teruggaan blik(je) diepvries-,ingevroren zien hier: Starwars (film) sciencefiction bang zijn (voor) duisternis eenzaamheid el/la exraterrestre el lobo feroz hacer deporte encontrarse (ue) bien los cereales (mv.) el desayuno arreglar el sexo levantarse temprano el periódico hacer la cama últimamente estar nervioso/a estar de mal humor el dolor de cabeza el dolor el plan el proyecto contestar mañana por la mañana el fin de semana que viene el fin de semana próximo/a si la respuesta ¿Cuándo…? dentro de poco tiempo antes de el mes que viene el mes el ser el planeta casarse tener hijos la pregunta buitenaards wezen wolf wild sporten, aan sport doen zich goed voelen granen, muesli ontbijt herstellen, in orde brengen; regelen sekse, geslacht opstaan vroeg krant bed opmaken de laatste tijd, onlangs nerveus zijn een slecht humeur hebben, in een slechte bui zijn hoofdpijn pijn plan plan, project antwoorden morgen vroeg het komende weekend weekend, weekeinde volgend(e) als, wanneer; of, immers antwoord Wanneer ...? binnenkort voor (tijd) volgende maand maand wezen, schepsel planeet trouwen kinderen krijgen vraag 2 despistado/a mamá la cartera ¡Anda! el reloj parecer (zc) encima de la cama oye dejar el diccionario la cazadora de cuero el cuero meter ¡Ay! verstrooid mama schooltas; portefeuille; map hier: O, jee! horloge, klok lijken, schijnen op bed luister eens (geb.wijs) laten; (uit)lenen woordenboek leren jas leer hier: neerleggen Ach! © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario papá Ah, sí! vuestro/a el dormitorio el bolígrafo ni... ni papa O ja! jullie (bezit. vnw.) slaapkamer balpen noch ... noch Grammatica volver (ue) poner romper(se) ¿Qué tal...? aburrido/a hoy últimamente el mes la tarde la primavera la Navidad la vez muchas veces alguna vez varias veces regular fatal el rollo terminar la carrera venir ... que viene próximo/a pasado mañana ¿Qué hora es? la hora en punto quedar el mediodía Buenos días. Buenas tardes. Buenas noches. el lunes el martes el miércoles el jueves el viernes el sábado el domingo la primavera el verano el otoño el invierno terugkomen, teruggaan zetten, leggen breken Hoe was ...? saai, vervelend vandaag de laatste tijd maand (voor)avond lente Kerstmis keer vaak weleens verscheidene keren middelmatig, gewoon, alledaags, matig beroerd, belabberd (informeel) een vervelende zaak beëindigen, ophouden, een einde maken aan studie; loopbaan komen komende volgende overmorgen Hoe laat is het? tijd; uur precies afspreken twaalf uur overdag Goedemorgen./ Goedendag. Goedemiddag./ Goedenavond. Goedenavond./ Goedenacht. maandag dinsdag woensdag donderdag vrijdag zaterdag zondag lente zomer herfst winter 3 aparecer (zc) muerto/a el/la muerto/a reunirse el/la director/a comercial el/la director/a el/la heredero/a la industria el/la contable el/la conserje hier: gevonden worden dood dode (m/v) samenkomen, vergaderen commercieel directeur (m/v) directeur (m/v) erfgenaam (m/v) industrie boekhouder (m/v) conciërge, portier (m/v) 4 en un papel preguntar op een vel papier vragen 5 el horóscopo el día de hoy suceder Aries pasar un buen día la sorpresa Tauro quedarse Géminis convertirse (en) (ie) cuidado Cáncer la personalidad el encanto personal recibir el regalo Leo disfrutar de descansar seguramente después de la fruta Virgo excitante Libra el mediodía el susto agradable regular Escorpio la pareja la paciencia el estómago por la tarde Sagitario horoscoop vandaag de dag, tegenwoordig gebeuren Ram (sterrenbeeld) een mooie dag hebben/doorbrengen verrassing Stier (sterrenbeeld) blijven Tweeling (sterrenbeeld) veranderen in, worden tot voorzichtig Kreeft (sterrenbeeld) persoonlijkheid charme ontvangen geschenk Leeuw (sterrenbeeld) genieten van uitrusten zeker, ongetwijfeld na fruit Maagd (sterrenbeeld) opwindend Weegschaal (sterrenbeeld) twaalf uur overdag schrik, angst aangenaam middelmatig Schorpioen (sterrenbeeld) (echt)paar geduld maag ‘s middags, ‘s avonds Boogschutter (sterrenbeeld) © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 19 Vocabulario lejano/a Capricornio la vida amorosa la maravilla conseguir (i) Acuario tranquilo/a el problema amoroso pasear el campo nadar Piscis quedarse en casa durmiendo acertar (ie) doler (ue) ver, vergelegen, verwijderd Steenbok (sterrenbeeld) liefdesleven wonder bereiken, verkrijgen, voor elkaar krijgen Waterman (sterrenbeeld) rustig liefdesprobleem wandelen platteland, veld zwemmen Vissen (sterrenbeeld) (tegenw. deelw. van dormir) thuis blijven en slapen hier: goed raden pijn hebben 6 relacionar reconstruir (y) horrible aburrido/a el parque de atracciones llover (ue) jugar (ue) el parchís el horror pasárselo bien estupendo/a dormirse (ue) llegar tarde llegar la filosofía salir bien el examen el/la primo/a pasar a la historia el desastre a tiempo suspender perder (ie) el autobús pincharse una rueda la rueda el examen sorpresa ordenar verbinden reconstrueren, herstellen verschrikkelijk saai, vervelend pretpark regenen spelen mens-erger-je-niet verschrikking, ontzetting het naar zijn zin hebben geweldig in slaap vallen te laat komen aankomen filosofie lukken, goed gaan examen, toets neef/nicht (v. dezelfde generatie) de geschiedenis ingaan ramp, catastrofe op tijd (laten) zakken voor een examen de bus missen een lekke band krijgen band, wiel onverwachte overhoring opruimen 7 decretar quieran la noticia prohibido/a el/la ciudadano/a afkondigen, verordenen (3e pers. mv. subj. t.t. van querer) willen bericht, nieuws verboden burger (m/v) la obligación el compromiso la prohibición excepcional al conocer la noticia 8 el mar la tarjeta de crédito el parque la catedral el medicamento zee creditcard park kathedraal medicijn 9 correspondiente la mochila ponerse la mochila para ver qué tal el cumpleaños el pastel de cumpleaños el comedor continuamente querer (ie) a alguien necesitar a alguien mandar el ramo la rosa pondrá (toek. tijd v. poner) podrá (toek. tijd v. poder) gustar odiar poner el CD-ROM en la boca comerse probar (ue) tan conectarse a Internet conectarse el virus destruir (y) el error bijbehorend rugzak zijn rugzak omhangen hier: om te kijken hoe hij zit verjaardag verjaardagstaart eetkamer voortdurend van iemand houden niet zonder iemand kunnen sturen boeket roos hij/zij/u zal zetten hij/zij/u zal kunnen houden van, leuk/lekker vinden haten cd-rom in zijn mond stoppen opeten hier: proeven zo verbinding maken met internet verbinding maken virus vernietigen fout 10 cambiarse de casa regalar guardar enviar Voy a regalárselos. el/la sobrino/a la raqueta de tenis verhuizen schenken bewaren sturen Ik geef ze aan hen. neef/nicht (kind van broer/zus) tennisracket 12 el verso 20 verplichting hier: verplichting verbod uitzonderlijk hier: na het bericht gehoord te hebben vers, gedicht © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario el ansia (f) el disgusto la añoranza el llanto bastar hevig verlangen verdriet, ergernis heimwee, nostalgie tranen genoeg zijn Unidad 9 1 el habla (f) la isla Asturias elegir (i) el gusto el interés encantar observar la terminación taal eiland Asturië kiezen, uitzoeken smaak belangstelling, interesse hier: gek zijn op merken hier: uitgang conmigo contigo genial maravilloso/a increíble espantoso/a horroroso/a cenar fuera de primero de segundo de postre el postre el agua de entrada la sopa 3 el gusto pasar 2 perdonar traer pescado al horno el horno la trucha truchas a la navarra vale pues de primero el gazpacho rico/a buenísimo/a delicioso/a no me apetece apetecer (zc) salado/a valorar ofrecer (zc) verontschuldigen hier: (mee)brengen in de oven klaargemaakte vis oven forel gevulde forel met tomatensaus oké nou, dan als voorgercht koude tomatensoep hier: lekker erg goed, lekker heerlijk ik heb er geen trek in verlangen naar, trek hebben in zout, gezouten beoordelen aanbieden Grammatica el cuadro Me encanta. me encantar detestar soportar a mí A mí, sí. A mí, no. A mí, tampoco. schilderij Ik vind het erg mooi. me, mij gek zijn op een hekel hebben aan verdragen mij Ik wel. Ik niet. Ik ook niet. met mij met jou geniaal, geweldig wonderbaarlijk ongelooflijk verschrikkelijk afschuwelijk eten (‘s avonds) hier: uit, buiten de deur als voorgerecht als hoofdgerecht als nagerecht nagerecht water als voorgerecht soep pintar el resto justificar la decisión smaak hier: overkomen, gebeuren schilderen rest rechtvaardigen beslissing 4 aconsejar tener en cuenta interesarse la naturaleza entonces afable la variedad el paisaje la zona montañosa la zona la costa caribeña selvático/a el volcán la montaña el arte (f) el museo exquisito/a hermoso/a numeroso/a el centro comercial el monumento la época húmedo/a caudaloso/a el ecoturismo el contacto la fauna exótico/a aanraden, aanbevelen rekening houden met zich interesseren voor natuur dan vriendelijk afwisseling landschap bergachtig gebied gebied, zone Caribische kust van het oerwoud vulkaan berg kunst museum verrukkelijk prachtig talrijk winkelcentrum monument tijdperk, tijd(vak) vochtig waterrijk ecotoerisme contact fauna exotisch © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 21 Vocabulario 5 8 crear el chat practicar ¿Con quién te sientes más identificado? sentirse (ie) el/la cubano/a Me encanta. me me gusta nada la astrología esperar la noticia el/la uruguayo/a Punta del Este todo tipo de la moto hasta pronto el beso esquiar la excursión ni muchísimo soportar solo/a en general Londres Nueva York francés/esa relacionado/a con oprichten, creëren chat, het chatten oefenen Met wie kun je je het meest vereenzelvigen? zich voelen Cubaan(se) Ik vind het geweldig. me, mij ik vind het leuk/lekker niets astrologie wachten (op); hopen bericht, nieuws Uruguaan(se) badplaats in Uruguay allerlei motorfiets; bromfiets tot gauw kus skiën uitstapje en ook niet erg veel, zeer verdragen alleen in het algemeen Londen New York Frans verband houdend met 6 en cadena A mí, también. las ciencias ocultas las matemáticas la informática el baloncesto el esquí la (película) de terror la (película) histórica op het rijtje af Ik ook. occulte wetenschap wiskunde informatica basketbal het skiën horrorfilm historische film 7 la cinta la frase la entonación reaccionar ¡Qué rico! ¡Qué asco! el asco ¡Qué horror! 22 bandje zin intonatie reageren Wat lekker! Bah! Wat vies! afkeer, afschuw Wat afschuwelijk! la entrevista la encuesta determinar preferido/a interview enquête bepalen lievelings- 9 el sábado el asesino/a Es que... dirigido/a por la sesión (de cine) la exposición el pájaro el concierto el centro cultural el descuento la inauguración la ciencia la medicina a través de la historia prehistórico/a la aspirina la final femenino/a el open la retransmisión en directo directo/a la mejor marcha la pantalla gigante las actuaciones en vivo a partir de zaterdag moordenaar Het is zo dat ... geregisseerd door (film)voorstelling expositie vogel concert cultureel centrum korting opening wetenschap medicijn door(heen) geschiedenis prehistorisch aspirine finale vrouwelijk open kampioenschap rechtstreekse rapportage rechtstreeks de meeste pret scherm gigantisch live-optredens vanaf 10 el hábito cultural el total revelar el/la cantautor/a el rock duro la letra dar igual el equipamiento el reproductor de CD el reproductor de casetes la frecuencia diario/a la asistencia contestar el porcentaje el minuto gewoonte cultureel totaal onthullen, openbaren zanger(es)-componist(e) hardrock tekst niets uitmaken uitrusting cd-speler cassetterecorder frequentie dagelijks aanwezigheid antwoorden percentage minuut © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario frente (a) tegenover 11 la carta el entrante la tortilla de maíz enrollado/a la cebolla la sopa el caldo de verduras el lomo de cerdo fresco/a macerado/a el jugo de limón la cazuela el bacalao el ajo la guindilla el tomate la pechuga de pollo el pollo deshilachado/a servido/a la masa de pan relleno/a el bistec el pimiento el cordero el jamón la panceta el ingrediente a base de la mantequilla la tarta el melocotón el almíbar la compota la(s) fruta(s) el maíz el ron el cava de primero de segundo de postre menukaart voorgerecht maïstortilla opgerold ui soep groentebouillon varkensfilet vers ingelegd citroensap stoofschotel kabeljauw knoflook rode peper tomaat kipfilet kip (als gerecht) hier: in reepjes geserveerd brooddeeg gevuld biefstuk paprika lam ham doorregen spek ingrediënt op basis van boter taart perzik stroop compote fruit maïs rum Spaanse champagne als voorgerecht als hoofdgerecht als nagerecht genial impresionante horroroso/a curioso/a relajante 14 el pato el pico el taco la peca tapar deegwaren 13 la preciosidad la porquería maravilloso/a espantoso/a schoonheid, iets schitterends hier: knoeiwerk wonderbaarlijk verschrikkelijk eend snavel scheldwoord sproet bedekken, afdekken Unidad 10 1 la biografía el Premio Nobel de la Paz poner en relación histórico/a remitir (a) el pasado el orden soler (ue) + Inf. nacer (zc) enero la aldea el altiplano indígena desde la infancia sufrir la explotación el/la terrateniente representar poseer la tierra la propiedad cultivar la caña de azúcar la adolescencia dedicarse al servicio doméstico 12 la(s) pasta(s) geniaal, geweldig indrukwekkend afschrikwekkend merkwaardig, opmerkelijk rustgevend defender (ie) múltiple el intento expulsar asesinar el/la testigo el asesinato por completo la lucha la represión biografie Nobelprijs voor de Vrede verbinden historisch verwijzen verleden tijd hier: volgorde gewoon zijn te geboren worden januari dorpje, gehucht hoogvlakte inheems vanaf, sinds kindertijd lijden (onder) uitbuiting grootgrondbezitter, landeigenaar uitmaken, vormen bezitten land landgoed verbouwen suikerbiet tienerjaren zich met huishoudelijk werk bezighouden verdedigen meervoudig voornemen; poging uitwijzen vermoorden getuige moord helemaal, geheel en al strijd onderdrukking © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 23 Vocabulario a gran escala al mismo tiempo crear la organización popular ingresar el Comité de Unidad Campesina los oprimidos asaltar pacíficamente la embajada protestar guatemalteco/a el asalto militar abril la caza la bruja el aumento la protesta secuestrar torturar paramilitar amenazado/a de muerte exiliarse incorporarse el grupo guerrillero el/la exiliado/a participar en activamente la manifestación el/la propietario/a la mitad la finca clasificar la clasificación la regularidad la irregularidad el acontecimiento la expresión temporal verificar op grote schaal tegelijkertijd oprichten organisatie volkstoetreden Comité van de Eenheid van Boeren onderdrukten overvallen op vreedzame wijze ambassade protesteren Guatemalteeks overval, aanval militair april jacht heks toename protest ontvoeren martelen paramilitair met de dood bedreigd in ballingschap gaan zich aansluiten bij guerillagroepering banneling(e) deelnemen aan actief demonstratie eigenaar/eigenares helft landgoed classificeren classificatie regelmatigheid onregelmatigheid gebeurtenis tijdsuitdrukking controleren, nakijken 2 el titular el subtitular el contenido basarse en comprobar (ue) la complicación el rescate olvidado/a pasado/a el regreso imposible 24 titel, opschrift ondertitel inhoud zich baseren op controleren moeilijkheid, complicatie oplossing vergeten verleden, vorig(e) terugkeer onmogelijk cambiar modernizar mejorar la tortilla de patatas el colesterol inventar la generación escogido/a investigar la existencia de vida Saturno despedirse (i) subirse a la nave espacial espacial el mando oír la explosión previsto/a acercarse alejarse el vuelo horrorizado/a atrapar en el interior gracias a el espíritu aventurero/a al cabo de grabar complicar eléctrico/a estropearse terminarse la manzana la pastilla rarísimo/a a principios de… S.O.S. = mensaje de socorro arreglar contundente el saludo pedir (i) socorro localizar el infinitivo veranderen moderniseren verbeteren, beter worden aardappeltortilla cholesterol uitvinden generatie uitgezocht onderzoeken het bestaan van leven Saturnus afscheid nemen hier: opstijgen ruimteschip van de ruimte, ruimtehier: bedieningspaneel horen explosie voorzien dichterbij komen zich verwijderen; hier: afdrijven vlucht ontsteld, ontzet hier: opsluiten (binnen)in dankzij geest avonturiersna opnemen bemoeilijken elektrisch kapotgaan opraken appel tablet zeer merkwaardig aan het begin van ... S.O.S.-bericht regelen, in orde brengen overtuigend groet om hulp vragen zoeken, vinden infinitief, hele werkwoord Grammatica sentir (ie) dormir (ue) anteayer anoche ¡Qué casualidad! preguntar detener poner en libertad voelen slapen eergisteren gisteravond Wat een toeval! vragen aanhouden, arresteren vrijlaten © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 3 el accidente los problemas físicos ayer el lunes la Nochevieja gisteren maandag Oudejaarsavond 4 nada más terminar... a mediados de septiembre a la vuelta de la vuelta el festival la agencia de publicidad Holanda Bélgica de viaje nauwelijks was/waren ... afgelopen, of ... half september na de terugkeer uit hier: terugkeer festival reclamebureau Nederland België op reis la hepatitis tu gran amor el concurso ponerse a + Inf. 9 el curriculum vitae relevante tener en común el D.N.I = Documento Nacional de Identidad académico/a la Educación General Básica (EGB) el Bachillerato Unificado Polivalente (BUP) 5 Franco las elecciones democrático/a la Comunidad (Económica) Europea la peseta Spaanse dictator (tussen 1939 en 1975) verkiezingen democratisch Europese (Economische) Gemeenschap peseta 6 feit, gebeurtenis uitwerken versie, lezing el hecho elaborar la versión 7 por última vez el/la dentista pedir dinero prestado actuar la obra de teatro pasar las vacaciones el desierto entrar en un chat asiático/a plantar el caracol las Canarias voor het laatst tandarts (m/v) geld lenen optreden toneelstuk de vakantie doorbrengen woestijn, woestenij chatten Aziatisch planten slak Canarische Eilanden 8 valer adaptarse cambiarse de casa hier: mogen hier: betrekking hebben op verhuizen ongeluk lichamelijke problemen, gezondheidsproblemen hepatitis, geelzucht je grote liefde wedstrijd, concours beginnen te el Curso de Orientación Universitaria (COU) PAU (Pruebas de Acceso a la Universidad) la licenciatura la traducción la interpretación el semestre el intercambio el ciclo el periodismo el/la teleoperador/a el instituto la estadística publicitario/a la gestión el/la redactor/a perfecto/a el nivel oral escrito/a el estudio universitario/a adjuntar el certificado el máster el derecho internacional el/la abogado/a la Cámara de Comercio las referencias (mv.) anterior las prácticas (mv.) el despacho (de abogado) curriculum vitae relevant gemeenschappelijk hebben Identiteitskaart hier: opleidingsbasisonderwijs onderbouw van het voortgezet onderwijs, basisvorming voorbereidend jaar voor de universiteit toelatingsexamen voor de universiteit academische graad/titel vertaling (het) tolken semester uitwisseling cyclus journalistiek telefonist(e), operator (m/v) instituut statistiek reclamebestuur, leiding redacteur (m/v) perfect niveau mondeling schriftelijk studie universitair meezenden hier: getuigschrift master rechten internationaal advocaat/advocate Kamer van Koophandel referenties vorig(e) stage advocatenkantoor © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 25 Vocabulario 10 el alma (f) sexto/a el programa de televisión faltar dejar los estudios entrar a trabajar el/la productor/a los cuatrillizos Le toca la lotería. la lotería el gordo divorciarse montar el estudio de grabación buscar el/la primo/a primo segundo desesperadamente la denuncia la prensa ocupar la portada la actuación el público el triunfo la ‘señorona’ desde entonces el escándalo el romance tener (mucho) cuidado el grupo musical la telenovela A por todas. el/la solista convertirse (ie) la gira el continente americano/a conceder el disco de platino trasladarse (a) amar publicar la copia el/la modelo venezolano/a el premio televisieprogramma ontbreken stoppen (met) studie beginnen met werken hier: platenproducent vierling Hij/zij heeft/u hebt een prijs in de loterij gewonnen. loterij hoofdprijs scheiden hier: opzetten opnamestudio zoeken neef/nicht (van dezelfde generatie) achterneef wanhopig aangifte, aanklacht pers hier: staan op voorpagina optreden publiek overwinning ‘deftige dame’ sindsdien schandaal romance (erg) oppassen muziekgroep televisiefeuilleton Alles of niets. solist(e) worden tournee continent Amerikaans geven, verstrekken platinaplaat verhuizen liefhebben uitbrengen kopie (foto)model Venezolaans prijs 11 la sombra el hambre (f) la función la aventura 26 schaduw honger functie avontuur ziel zesde 12 la rapidez el aprendizaje secuestrar anoche el/la desconocido/a raptar acompañar detener sorprender snelheid (het) leren ontvoeren gisteravond onbekende (m/v) ontvoeren vergezellen arresteren verrassen, verbazen 13 el taxi colectivo árido/a la fuente termal el géiser el oasis el lugar de interés colosal la mina visible el Pan de Azúcar reunir el cactus la callejuela la arquitectura el museo mineralógico/a el arte (f) religioso/a divisar el delfín la planta el pisco portuario/a el Congreso la subida el ascensor superior el cerro admirar magnífico/a la panorámica el/la poeta el arbusto el recorrido el carruaje exquisito/a la angula el limón las especias el barrio comercial gemeenschappelijke taxi dor, droog warm bronbad geiser oase bezienswaardigheid enorm, reusachtig (kolen)mijn zichtbaar suikerbrood bijeenbrengen; hier: hebben cactus straatje architectuur museum mineralogisch kunst religieus ontwaren, bespeuren dolfijn plant; verdieping; hier: fabriek druivenbrandenwijn havencongres (het) omhoog gaan lift bovenste heuvel bewonderen geweldig uitzicht dichter(es) struik tour, rit koets verrukkelijk aal citroen kruiden winkelbuurt © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario los alrededores el globo el ala (f) delta el esquí fascinante arqueológico/a el misterio resolver (ue) a lo largo de la flora el submarinismo el mercado al aire libre mapuche la caverna volcánico/a el ascenso el cráter humear la desembocadura la fortaleza intenso/a el poblado la miniatura la mitología austral extenderse (ie) hacia el fiordo espeso/a el glaciar el crucero la vista espectacular valer la pena característico/a el tejado Tierra del Fuego el horizonte extenso/a la pampa nevado/a solitario/a omgeving heteluchtballon deltavleugel skisport boeiend archeologisch mysterie oplossen langs flora onderwatersport, duiksport markt in de open lucht van/uit Auracanië grot, spelonk vulkanisch beklimming krater roken monding fort, vesting intens; hier: diep dorp miniatuur mythologie zuidelijk zich uitstrekken naar ... toe fjord dicht gletsjer cruise, pleziertocht uitzicht opzienbarend de moeite waard zijn karakteristiek dak Vuurland horizon uitgestrekt pampa, grasvlakte besneeuwd eenzaam Unidad 11 1 mayor la humanidad sin duda la duda industrializado/a el hemisferio pobre grootste mensheid ongetwijfeld twijfel geïndustrialiseerd halfrond arm encontrarse (ue) mientras que América Latina en todos los terrenos consumir la energía mundial el metal la cuarta parte equivalente los estudios superiores tratarse de por (lo) tanto el círculo vicioso muy difícil de romper romper corresponder a la colonia en el fondo encubierto/a el país industrializado depender de totalmente por una parte obtener (ie) el beneficio exportar por medio de la multinacional pagar la materia prima el mineral resulta evidente que... resultar evidente la ayuda claramente insuficiente la oportunidad hacia por eso el país en vía de desarrollo el desarrollo trasladarse el/la refugiado/a el/la emigrante legal ilegal huir (y) intentar entrar por todos los medios por todo ello el/la experto/a la emigración el informe liggen, zich bevinden terwijl Latijns-Amerika op alle gebieden verbruiken energie in de wereld metaal een kwart gelijkwaardig hoger onderwijs gaan om daarom vicieuze cirkel erg moeilijk te doorbreken (door)breken hier: bestaan uit kolonie eigenlijk, in feite verkapt geïndustrialiseerd land afhankelijk zijn van geheel, volledig enerzijds (ver)krijgen voordeel, winst exporteren, uitvoeren door middel van multinational betalen grondstof mineraal het is duidelijk dat ... blijken (over)duidelijk hulp duidelijk onvoldoende, ontoereikend kans, gelegenheid in de richting van daarom ontwikkelingsland ontwikkeling verhuizen vluchteling(e) emigrant(e) legaal illegaal vluchten proberen binnengaan, binnenkomen op allerlei manieren daarom expert, deskundige (m/v) emigratie verslag, rapport © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 27 Vocabulario el Programa de las Naciones Unidas para el Desarrollo el Desarrollo de PNUD aparecer (zc) emigrar la lista el género la palabra clave en negrita organizar el contexto la hipótesis la causa United Nations Development Program ontwikkeling van UNDP voorkomen emigreren lijst geslacht sleutelwoord vetgedrukt organiseren context hypothese oorzaak 2 manifestar (ie) Es cierto. injusto/a la vergüenza tanto/a el arma (f) en lugar de la falta de vivienda la droga de acuerdo la delincuencia el paro grave el producto nacional bruto per cápita Suiza evidentemente el modo verbal el subjuntivo las condiciones simple la frase subordinada actualmente tonen, uiten Het is waar. onrechtvaardig schande zoveel wapen in plaats van woningnood drugs akkoord criminaliteit werkloosheid ernstig Bruto Nationaal Product per hoofd van de bevolking Zwitserland natuurlijk wijs (gramm.) van het werkwoord aanvoegende wijs, subjuntivo omstandigheden; voorwaarden enkelvoudig bijzin op dit moment Grammatica la tontería necesario/a morir (ue) la contaminación claro domheid noodzakelijk sterven vervuiling duidelijk, natuurlijk 3 formular identificar expresar la opinión 28 formuleren identificeren uitdrukken mening servir (i) el método lo mejor justo/a hace doscientos años el ideal luchar pasarlo bien legalizar controlar hier: aanleg hebben leergang, methode het beste rechtvaardig tweehonderd jaar geleden ideaal vechten het leuk hebben legaliseren toezicht houden op 4 explicar la causa ganar ir mal de dinero llevarse bien comprender el tiempo triste uitleggen, verklaren oorzaak verdienen; winnen slecht bij kas zijn goed kunnen opschieten begrijpen tijd treurig, triest 5 la razón mayor el homicidio el crecimiento económico implicar la protección del medio ambiente la protección el medio ambiente la especie animal la especie vegetal en peligro de extinción el peligro la esperanza de vida la esperanza los recursos naturales la deuda externa la preocupación aumentar el racismo oorzaak hoogste doodslag economische groei met zich meebrengen milieubescherming bescherming milieu diersoort plantensoort met uitsterven bedreigd gevaar levensverwachting hoop natuurlijk hulpbronnen buitenlandse schuld bezorgdheid toenemen racisme 6 la serie varios/as anotar la intervención responder reeks verscheidene, enkele noteren tussenkomst; hier: mededeling antwoorden 7 comparar la población vergelijken plaats © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 8 autorizado/a probable(mente) obligatorio/a a los veinte años el honor el/la extranjero/a el alcohol la comida la cena el alto cargo directivo el/la ministro/a los que el delito decir mentiras la mentira la pena llegar hasta... la cárcel la mentira gorda cortar grave invertir (ie) la tecnología competitivo/a ¿Qué te parece? comentar sorprendente peligroso/a ridículo/a lógico/a toegestaan waarschijnlijk verplicht op zijn twintigste jaar eer buitenlander/buitenlandse alcohol (middag)eten (avond)eten hoge leidinggevende functie minister degenen die misdrijf, delict liegen leugen straf oplopen tot ... gevangenis grove leugen knippen; hier: omzagen ernstig investeren technologie concurrerend Wat vind je ervan? bespreken verbazingwekkend gevaarlijk belachelijk logisch 9 deber sacar buenas notas alrededor de moeten goede cijfers halen hier: ongeveer 10 comunicativo/a spraakzaam 11 la descripción el nivel del mar el largo el ancho el agua corriente la electricidad la forma de vida el/la inca la tradición los antepasados el/la turista desear beschrijving zeespiegel lengte breedte stromend water elektriciteit manier van leven Inka traditie voorouders toerist(e) wensen lamentablemente foráneo/a pretender desplazar la lancha privar los ingresos económicos el/la lanchero/a alojar ni un/a solo/a… controlado/a la misa discutir el futuro inmediato/a de fuera la insurrección la corrupción policial la justicia robar la oveja ante la reunión obligado/a la vuelta llevando la oveja a sus espaldas la espalda matar conducir (zc) el continente permitir regresar tejer la técnica precolombino/a la hoja obtener el escarabajo las tierras una especie de la especie lleno/a la magia de vez en cuando en lugar de las sandalias la piel la crítica pronto la norma el sacerdote el hechicero suficiente mayor helaas vreemd beogen, willen vervangen; verplaatsen boot weerhouden van inkomsten kapitein verblijven, logeren geen enkel(e) gecontroleerd mis bespreken, het hebben over toekomst onmiddellijk van buiten opstand corruptie politie-, van de politie hier: rechtsstelen schaap voor vergadering verplicht hier: rondje met het schaap op zijn schouders rug doden rijden; hier: sturen hier: vaste land toestaan terugkeren weven techniek pre-Colombiaans blad verkrijgen kever, tor grond een soort (van) soort vol magie, tovenarij af en toe in plaats van sandalen leer kritiek spoedig norm, regel priester tovenaar voldoende hier: oud © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 29 Vocabulario 12 representativo/a indispensable la Tierra confeccionar representatief onmisbaar Aarde samenstellen Unidad 12 1 tratar de el enlace abrir la contraseña marzo Italia la gramática el vocabulario la fonética la editorial el viaje el/la pionero/a contar con (ue) el personal cualificado/a la espalda el horario De L-V = de lunes a viernes mensual los conocimientos semanal la audición la instrucción fijarse en el imperativo rellenar coincidir proberen link, verbinding openen wachtwoord maart Italië grammatica vocabulaire, woordenschat fonetiek uitgeverij reis baanbreker/baanbreekster beschikken over personeel gekwalificeerd rug rooster Ma-Vr = maandag t/m vrijdag maandelijks kennis wekelijks hier: luistertekst instructie letten op gebiedende wijs vullen overeenkomen 2 la empanada el ingrediente la receta la masa la harina la margarina cl = centilitro(s) la cucharada la sal el relleno gr = gramo(s) la carne picada un puñado (de) la pasa el comino 30 gevuld deeglapje ingrediënt recept deeg meel margarine cl = centiliter eetlepel zout vulling gr = gram gehakt een handvol rozijn komijn la pimienta el pimentón el huevo duro la aceituna hervir (ie) calentar (ie) añadir freír extender (ie) cortar poner doblar preparar sacar una conclusión peper paprikapoeder hardgekookt ei olijf koken (vloeistof) verwarmen, verhitten toevoegen bakken, braden uitrollen snijden erin stoppen vouwen klaarmaken conclusie trekken Grammatica correr callarse la grasa la ventana seguir (i) recto poner el agua a hervir la pastilla el té apagar mandar enchufar apretar (ie) el botón pasar la sal el vaso preocuparse rennen zwijgen vet raam rechtdoor gaan het water aan de kook brengen pil, tablet thee uitzetten sturen aanzetten drukken knopje hier: aanreiken zout glas zich zorgen maken 3 ponerse triste la ilustración leer el informativo la documental recordar (ue) mojarse ponerse contento/a contento/a el amor de tu vida el/la cocinero/a elegante coger el paraguas verdrietig worden tekening lezen nieuwsuitzending documentaire herinneren nat worden tevreden worden tevreden je grote liefde kok(kin) elegant nemen paraplu 4 la petición tantas veces un montón de gracias un abrazo muy fuerte verzoek zo vaak ontzettend bedankt veel liefs © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 5 encargar la campaña publicitaria la campaña vivir ecológicamente el anuncio atreverse a un mundo de locos el espejismo la felicidad la realidad el tiempo libre preocupado/a llevar sano/a gratificante viviendo con simplicidad montar en bici el transporte público estar en contacto (con) cuidar con moderación no hacer caso de correr tener prisa el/la espectador/a el actor ser respetuoso/a con ser generoso/a dejarse manipular ser violento/a alimentarse subrayar opdragen reclamecampagne campagne milieubewust leven advertentie durven een krankzinnige wereld luchtspiegeling geluk realiteit vrije tijd bezorgd hier: leiden gezond dankbaar, bevredigend door sober te leven fietsen openbaar vervoer in verbinding staan zorgen voor met mate zich niet bekommeren om, negeren rennen haast hebben toeschouwer hier: deelnemer respect hebben voor edelmoedig zijn zich laten manipuleren gewelddadig zijn zich voeden onderstrepen 6 avanzar una barbaridad las instrucciones de uso desordenado/a ordenar la secuencia la manera la máquina cambiar de canal el mando a distancia bostezar automáticamente seleccionar encender (ie) el botón apagar el croissant volver a + Inf. apretar desenchufar zich razendsnel ontwikkelen gebruiksaanwijzing doorelkaar, ongeordend ordenen opeenvolging manier machine van kanaal wisselen afstandsbediening geeuwen automatisch uitzoeken, kiezen aanzetten knop uitzetten croissant opnieuw + inf. drukken uitzetten enchufar recoger caliente sustituir (y) el teclado la hora de llegada la hora de salida la pila meterse en la cama de nuevo la tecla adiós funcionar aanzetten oppakken warm vervangen toetsenbord aankomsttijd vertrektijd batterij op bed gaan liggen opnieuw toets tot ziens functioneren 7 pedir permiso el permiso las relaciones formales la ventanilla hace calor el calor toestemming vragen toestemming formele betrekkingen raampje het is warm/heet warmte, hitte 9 hacer de médico el/la enfermo/a la ficha ... lo que te pasa el diálogo la fiebre estar resfriado/a la garganta toser vomitar mareado/a el riñón la barriga hacer pis caerse la escalera hincharse el pie al moverlo la gripe la vitamina el jarabe la tos el antibiótico la indigestión la grasa la manzanilla guardar reposo el reposo el analgésico el análisis voor dokter spelen zieke (m/v) kaartje ... wat er met je aan de hand is dialoog koorts verkouden zijn keel, hals hoesten overgeven misselijk nier buik fam.: een plasje doen vallen trap zwellen voet bij het bewegen griep vitamine hoestsiroop hoest antbioticum gestoorde spijsvertering vet kamillethee rust houden rust pijnstiller onderzoek, test © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 31 Vocabulario el traumatismo el hielo analgésico/a el descanso con el pie levantado mover (ue) el oído la garganta la boca el corazón la mano la pierna el dedo la rodilla el tobillo ¿Qué le pasa? verwonding, trauma ijs pijnstillend rust met de voet omhoog bewegen gehoor keel mond hart hand been vinger knie enkel Wat mankeert u? 10 pedir un favor quedarse sin dinero las compras prestar mañana mismo devolver (ue) preocuparse om een gunst vragen geen geld meer hebben boodschappen lenen morgen meteen teruggeven zich zorgen maken 11 la revisión el freno el aceite el neumático correr potente pasar a otro coche la recomendación el documento reflejar el momento conseguir (i) la uva el dibujo naleven, respecteren snelheidslimiet houden veilige afstand inhalen Haal niet in bij slecht zicht. bij het /de minste vermoeidheidsverschijnselen helm bromfiets Ministerie van Binnenlandse Zaken nakijkbeurt rem olie band hier: hard rijden hier: snel een auto inhalen aanbeveling document hier: weerspiegelen ogenblik, moment erin slagen om druif tekening 13 la reacción reactie 12 la Dirección General de Tráfico la instrucción el/la conductor/a celebrar el Año Nuevo la campanada comenzar (ie) la fiesta Nochevieja una copa de más la copa arruinar la celebración los demás evitar el consejo largo desplazamiento revisar los puntos vitales el vehículo abrocharse/ponerse el cinturón el cinturón de seguridad 32 respetar el límite de velocidad mantener la distancia de seguridad adelantar No adelante sin visibilidad. al mínimo el síntoma de cansancio el casco el ciclomotor el Ministerio del Interior Verkeersdienst (Spanje) instructie bestuurder/bestuurster vieren Nieuwjaar slag (van klok) beginnen feest(dag) Oudejaarsavond een glaasje teveel glaasje bederven viering de anderen vermijden raad lange afstand nakijken belangrijke punten voertuig de veiligheidsgordel omdoen veiligheidsgordel poner el agua a hervir enchufar el vaso pasar la sal het water laten koken hier: (stekker) erin steken glas (door)geven zout Unidad 13 1 hace algún tiempo pronto medio/a facturar Salidas Internacionales la salida recoger la tarjeta de embarque el jerez por primera vez seguir (i) hojear el altavoz llamar el/la pasajero/a con destino a embarcar enige tijd geleden vroeg half hier: inchecken internationale vluchten vertrek ophalen instapkaart sherry voor het eerst blijven + inf. doorbladeren luidspreker roepen passagier (m/v) met bestemming aan boord gaan © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario el asiento ¡Qué casualidad! el abrigo el maletero despegar (ie) la azafata el funcionamiento la máscara de oxígeno servir (i) determinado/a el servicio aterrizar avisar libre el viaje la piel el mensaje el esquema narrar zitplaats Wat toevallig! jas bagageruimte opstijgen stewardess hier: gebruik zuurstofmasker serveren bepaald toilet landen waarschuwen, mededelen vrij reis; hier: vlucht leer boodschap, bericht schema vertellen 2 la acción información "clave" estar + gerundio la corbata los famosos El café sabía fatal. saber la naranja estar extrañado/a de preocupado/a la plaza reservado/a desaparecido/a describir ocurrir avanzar actie belangrijke informatie met iets bezig zijn stropdas beroemdheden De koffie smaakte afschuwelijk. hier: smaken (eten, drinken) sinaasappel verwonderd zijn over bezorgd hier: (zit)plaats gereserveerd verdwenen beschrijven gebeuren vooruitgaan 3 la estación de esquí llevar + tijdsaanduiding llevan algunos días el relato rápido/a ponerse en medio ¡Qué mala suerte! el apartamento el tiempo ¡Qué pena! ¡Qué lástima! decidir wintersportplaats er al + tijdsaanduiding + zijn ze zijn er al een paar dagen verhaal snel er tussen gaan staan, er tussen komen Wat een pech! appartement weer Wat jammer! Wat jammer! besluiten perfecto ¡No me digas! invitar andaluz/a hier: oké, prima Nee maar! uitnodigen Andalusisch Grammatica poner una película een film draaien 4 Hace sol. el banco el semáforo medio dormido/a a punto de chocar tranquilizarse dar clase hispanoalemán/alemana perfeccionar De zon schijnt. bank verkeerslicht slaperig, al bijna in slaap op het punt om botsen, in botsing komen kalmeren lesgeven Spaans-Duits verbeteren 5 justificar a casa de salir juntos mudarse rechtvaardigen naar het huis van hier: samen uitgaan verhuizen 6 imaginarse zich voorstellen 7 organizar cerrado/a el/la vecino/a gritar no hay nadie el rato el/la portero/a sacar así que subir o sea llamar por suerte romperse total que hier: structureren, ordenen dicht, gesloten buurman/buurvrouw schreeuwen er is niemand tijdje, poosje portier (m/v) hier: eruithalen zodat naar boven gaan oftewel hier: aanbellen gelukkig kapotgaan kortom 8 el cuento rodear sprookje omgeven © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 33 Vocabulario individualmente la escoba la pócima mágica el murciélago asado/a las brujerías la viñeta el momento temporal individueel bezem toverdrank vleermuis gegrild, aan het spit tovenarij plaatje tijdstip, ogenblik 9 el motivo el acento soltero/a el/la director/a de producción la vocación el campo audiovisual el/la auxiliar de producción el/la productor/a el contrato de alquiler el contrato el/la mediador/a los parientes la fábrica metalúrgico/a dudar el instante disponer de a finales de... al principio proponerse convencido/a superior armónico/a multicultural eliminar el prejuicio el/la senegalés/esa la ONG (Organización No Gubernamental) la luz la Filología Hispánica conceder una beca la beca de posgrado la asistenta no tener ni un duro más tarde el sueño costero/a la circunstancia 34 motief, reden accent vrijgezel productieleider (m/v) roeping terrein audiovisueel productieassistent(e) producent (m/v) huurcontract contract mediator (m/v) familieleden fabriek metaal-, metallurgisch twijfelen moment beschikken over aan het eind van ... in het begin het voornemen hebben, van plan zijn overtuigd superieur, beter harmonisch multicultureel uitsluiten vooroordeel Senegalees/Senegalese ngo (niet-gouvernementele organisatie) licht Spaanse taal en letterkunde een beurs verlenen beurs postdoctoraal hulp, schoonmaker blut zijn later droom kustomstandigheid 11 enfadarse (con) alguien nervioso/a tener razón el/la estúpido/a pelear la cita ponerse nervioso/a la opción presentar práctico/a insoportable el punto sacar negativo/a boos worden (op) iemand nerveus gelijk hebben stommeling (m/v) ruzie maken afspraak nerveus worden keuze voorstellen praktisch onuitstaanbaar punt hier: halen negatief 12 el diario la continuación hacia la India al contrario de cuando marcharse vestido/a dagboek voortzetting tegen India in tegenstelling hier: tot toen weggaan gekleed 13 la piña el hielo la hierba el yeso ananas ijs gras gips Unidad 14 1 el fragmento andar con rodeos hablar alto el gesto al menos la regla tomar la palabra el horario el día laborable aún la locura chocar intocable cerrar (ie) emitir el canal fragment er omheen draaien hard praten gebaar tenminste regel het woord nemen hier: dagindeling werkdag nog waanzin shockeren onaantastbaar, heilig dichtgaan, sluiten uitzenden (televisie)kanaal © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario la pausa por todas partes la Caja de ahorro el churro a media mañana el cafecito el aperitivo el canapé merendar (ie) a media tarde impresionar la importancia acostumbrarse (a) pegar aprovechar desconocer (zc) el comportamiento el estereotipo la explicación plantear la rutina pauze overal spaarbank gefrituurde deegstengel tussen 11 en 12 uur ‘s morgens kleine koffie aperitief borrelhapje tussendoortje eten aan het eind van de middag tussen 4 en 6 uur ‘s middags indruk maken belang wennen (aan) kleven benutten niet kennen gedrag stereotype verklaring naar voren brengen routine 2 que no en mi época en punto la juventud zeker niet in mijn tijd, toentertijd precies, punctueel jeugd 5 la manía sumar la matrícula simétrico/a la flor el paso de cebra pisar la raya 6 habitual hacer una sobremesa la siesta la barbacoa el crucigrama el suplemento dominical los abuelos dikwijls oliemaatschappij doorkruisen, doorreizen gebruikelijk, gewoon natafelen middagdutje, siësta barbecue kruiswoordraadsel zondagsbijlage grootouders 7 poner Muy señor/a mío/a Distinguido/a señor/a estimado/a Un cordial saludo cordial Atentamente. Querido/a Besos un fuerte abrazo Grammatica a menudo la empresa petrolífera recorrer manie, stokpaardje optellen kenteken symmetrisch bloem zebrapad lopen op streep el abrazo el encabezamiento la coma hier: schrijven Geachte heer/dame Geachte heer/dame geacht(e) Met vriendelijke groeten vriendelijk Hoogachtend. Lieve, Beste hier: veel liefs veel liefs, hartelijke groeten omarming briefhoofd komma 8 3 bastantes veces muchas veces la ducha tamelijk vaak vaak douche 4 el cambio sufrir cambios 9 el juego antes la americana la gabardina los calzoncillos las bragas los calcetines las medias el pijama el camisón el sujetador el cinturón colbert, jasje regenjas (heren)onderbroek (dames)slipje sokken panty pyjama nachthemd beha riem verandering veranderingen ondergaan spel vroeger 10 el albergue (juvenil) (jeugd)herberg 11 al revés omgekeerd © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 35 Vocabulario 12 Unidad 15 Nochebuena Día de los Inocentes Reyes kerstavond 28 december (vgl. 1 april) Driekoningen (6 januari) 14 el/la fundador/a mítico/a mar adentro formarse separarse el inicio mayo el instrumento musical entonces la banda el chico en cuestión la cuestión suponer exactamente juntos/as entenderse (ie) unirse poner acordarse (ue) gratis la compañía discográfica fichar noviembre a pesar de fulgurante no acabar de funcionar la pelea interno/a saltar realmente el motivo maduro/a repentino/a pelearse presionar explotar en directo recuperar viejo/a incluir (y) por supuesto el principio la etapa productivo/a duradero/a 36 oprichter (m/v) mythisch zeewaarts, de zee op vormen uit elkaar gaan begin mei muziekinstrument toen(tertijd) band de desbetreffende jongen vraag aannemen precies samen elkaar begrijpen zich vereningen hier: geven zich herinneren gratis platenfirma contracteren november ondanks flitsend niet functioneren strijd intern springen; hier: plaatsen werkelijk motief, reden rijp plotseling (bijv. nw.) ruzie krijgen druk uitoefenen (op) exploderen, ontploffen live terughalen oud opnemen natuurlijk begin etappe productief duurzaam, blijvend 1 a lo mejor el suelo igual rodar (ue) tal vez algo así la ambulancia ojalá el atraco por aquí ir como loco el grado la certeza el recurso misschien grond hier: misschien draaien misschien zoiets ambulance, ziekenwagen hopelijk overval hier in de buurt rijden als gekken graad zekerheid hulpmiddel 2 la estancia mínimo/a el vuelo de línea regular el destino la llegada el traslado el autocar la recepción vía a bordo el Parque Nacional la hectárea el/la sexto/a la caída de agua el salto constituir (y) el área (f) la cabaña distribuido/a junto a recomendar (ie) opcional navegar la cueva sobrevolar (ue) el bimotor el delta ubicado/a el islote abundante el amanecer el esplendor la piraña marcar verblijf minimaal lijnvlucht regulier bestemming aankomst transfer bus ontvangst; receptie over aan boord Nationaal Park hectare zesde waterval waterval vormen gebied hut verdeeld naast, direct bij aanbevelen optioneel, facultatief per schip reizen, varen grot, spelonk vliegen over tweemotorig vliegtuig delta gelegen eilandje overvloedig, rijkelijk het licht worden glans, pracht piranha aangeven © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario Grammatica caber la temperatura a lo mejor igual passen in temperatuur misschien hier: misschien continuar entrevistar subir de categoría la categoría nombrar doorgaan (met) interviewen promoveren categorie benoemen (tot) 8 3 speculeren especular la semana que viene el año que viene el crédito volgende week volgend jaar krediet 4 9 el recuadro perderse (ie) ponerse en marcha desconectar el cable estropear equivocarse ducharse el timbre colocar correcto/a la broma el aula la pronunciación hokje, vakje verdwalen hier: starten uitzetten; hier: uittrekken kabel kapot maken zich vergissen zich douchen bel leggen juist, correct grap klaslokaal uitspraak 5 la futurología la falta en soporte de papel el soporte la energía alternativa lograr curar la enfermedad el ser humano el mundial de fútbol la galaxia el petróleo futurologie gebrek hier: gedrukt op papier steun alternatieve energie verkrijgen genezen ziekte mens WK voetbal melkweg (aard)olie; petroleum 6 optimistisch pessimistisch argumenteren, redeneren optimista pesimista razonar 7 el cuento el/la lechero/a el/la informático/a soñador/a presentar sprookje melkboer (m/v) informaticus (m/v) dromerig deelnemen cumplir 50 años le toca la lotería 50 jaar worden hij/zij/u wint de loterij 10 el/la empleado/a la escala la ida la vuelta enlazar el cuaderno werknemer/werkneemster tussenlanding enkele reis, heenreis terugreis aansluiting hebben schrift 11 el peaje doblar el brillo anunciar la arena quemar alrededor la ubicación prestar atención el bronceador gozar el vacilón el cebiche en bolsa en botellón vigilar la parrilla el carbón la ilusión esconderse la toalla avanzar quemarse la panza el camarón el gringo quedarse dormido el bombero rico/a tol afbuigen, afslaan glans aankondigen zand verbranden rondom, eromheen positie, ligging aandacht besteden zonnebrandcrème genieten hier: feest, lol gemarineerde rauwe vis verpakt in een fles waken over, bewaken grill steenkool hoop; illusie zich verstoppen handdoek hier: feller worden verbranden dikke buik, pens middelgrote garnaal buitenlander (negatief) in slaap vallen brandweerman hier: heerlijk © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 37 Vocabulario el chapuzón el meón flaquito/a el /la barrigón/ona el camión en el fondo agradecido/a instalarse ambos/as irónicamente duik in het water zeikerd mager, zeer dun dikbuik (m/v), dikzak (m/v) vrachtwagen eigenlijk dankbaar hier: gaan zitten beide ironisch 13 célebre interpretar el/la representante el/la autor/a el verso influenciar castellano/a prematuro/a la muerte colocar de privilegio el privilegio la poesía el recuerdo bostezar el hastío el/la doctor vacío/a el vacío importar el abanico beroemd interpreteren vertegenwoordig(st)er auteur (m/v), schrijver/schrijfster gedicht beïnvloeden Castiliaans vroegtijdig dood plaatsen, stellen bevoorrecht voorrecht, privilege poëzie, dichtkunst herinnering gapen, geeuwen walging, afkeer dokter (m/v); doctor (m/v) leeg leegte hier: betekenen waaier la habitación individual el estudio la casa particular céntrico/a la pensión pensión completa casero/a la ventaja el inconveniente la mascota alojarse la transcripción salir muy caro/a la propuesta eenpersoonskamer studio eigen huis centraal gelegen pension volpension zelfgemaakt voordeel nadeel mascotte logeren, verblijven transcriptie duur zijn voorstel Grammatica ¿Te importaría hacerme un favor? el favor subir el sueldo yo, en tu lugar, ... Zou je me een gunst willen verlenen? gunst verhogen salaris ik, in jouw plaats, ... 2 la temporada completar la construcción periode, tijd compleet maken constructie 3 el electrodoméstico huishoudelijk apparaat 4 Unidad 16 1 el viaje de estudios la duración la residencia universitaria la habitación triple la admisión la solicitud el gimnasio por semana amueblado/a min. = minuto las afueras la agencia inmobiliaria compartir la tranquilidad molestar disponible la habitación doble 38 studiereis duur studentenflat driepersoonskamer hier: het afnemen aanvraag, aanmelding sportschool wekelijks gemeubileerd minuut buitenwijk makelaarskantoor delen rust storen beschikbaar tweepersoonskamer montar a caballo el caballo predecir la subasta diseñar el/la vegetariano/a paardrijden paard voorspellen veiling ontwerpen vegetariër (m/v) 5 la característica el adjetivo la frase relativa la vivienda unifamiliar la casa adosada la estación (del) ferrocarril el aseo rehabilitado/a la piscina comunitario/a la compra kenmerk, eigenschap bijvoeglijk naamwoord betrekkelijke bijzin eengezinswoning rijtjeshuis treinstation toilet gerenoveerd zwembad gemeenschappelijk koop © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario 6 la ocasión la red las relaciones preferentemente ensayar insonorizado/a la batería kans, gelegenheid net relaties bij voorkeur repeteren geluiddicht drumstel 7 comparativo/a calcular criticar poner de relieve útil el oro la muralla la vida nocturna mediterráneo/a la ensaimada el mallorquín auténtico/a el interior vergelijkend inschatten; rekenen (be)kritiseren, beoordelen benadrukken nuttig goud stadsmuur nachtleven mediterraan soort koffiebroodje Mallorcaans (Catalaans dialect) authentiek, echt binnenland 8 la imaginación de pronto gobernar (ie) acabar me toca tomar el sol bañarse cristalino/a fantasie plotseling regeren ten einde lopen ik win zonnen (gaan) zwemmen glashelder 9 la varita mágica toverstaf, toverstokje 10 el centímetro el diámetro flotar la extensión fino/a la capa rodear (de) suspendido/a quedarse maravillado/a acuático/a volador/a centimeter diameter zweven uitgestrektheid fijn, dun laag omgeven (met) hier: zwevend verwonderd zijn water-, in het water levend vliegend proteger hacer daño la maravilla brevemente la capa de ozono el tipo de vida el párrafo beschermen pijn doen wonder kort, beknopt ozonlaag soort leven alinea, paragraaf 11 sano/a el ruido fuerte gezond lawaai hier: luid 12 acordar (ue) la Semana Santa la Feria het eens worden over goede/stille week jaarmarkt Unidad 17 1 sobre las diez transmitir efectuarse cronológico/a el fenómeno la lengua materna la similitud rond tien uur doorgeven, overbrengen tot stand komen chronologisch verschijnsel, fenomeen moedertaal gelijkenis 2 el juego de mesa hispano/a Lo pone aquí. los Juegos Olímpicos la delegación la medalla la hierbabuena la hierba proceder de árabe hebreo/a Según dicen los entendidos... el chicle el/la muñeco/a el Chupa Chups el invento por lo visto la tribu amazónico/a gezelschapspel Spaans Het staat hier. Olympische Spelen delegatie medaille munt kruid (voort)komen uit Arabisch Hebreeuws Volgens degenen die er verstand van hebben ... kauwgom pop lolly uitvinding blijkbaar, kennelijk stam Amazone-, van de Amazone © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 39 Vocabulario la raíz (mv. raíces) telepático/a coincidir el alga (f) el vinagre el guiso emplear quitar la muela al parecer cotizado/a la distancia wortel telepatisch tegelijk aanwezig zijn alg azijn stoofgerecht gebruiken wegnemen kies schijnbaar, naar het schijnt gewaardeerd afstand Grammatica proponer recomendar (ie) el/la idiota dar las gracias voorstellen aanbevelen idioot (m/v) bedanken 3 el seudónimo redistribuir (y) 8 creíble distanciarse el desconocimiento el dinosaurio vivo/a la salchicha la Unión Europea la corrida de toros el descubrimiento la leche desnatada clandestino/a la valla publicitaria arbeidsplaats bezorg(st)er bedrijfsleid(st)er schema, leidraad allergisch lichamelijk, fysiek lip aannemen, in dienst nemen tonijn geloofwaardig afstand nemen van onbekendheid dinosaurus levendig worst Europese Unie stierengevecht ontdekking magere melk heimelijk, clandestien reclamebord, billboard 9 el trabalenguas el puesto de trabajo el/la repartidor/a el/la gerente el guión alérgico/a físico/a el labio contratar el atún pseudoniem herverdelen tongbreker 10 la prueba el cuadro el/la marqués/marquesa la alarma el guardia de seguridad el robo test, proef schilderij markies/markiezin alarm beveiligingsbeambte diefstal 11 4 la orden proponer corregir (i) inmediatamente el despacho la factura el fax archivar opdracht aandragen corrigeren onmiddellijk kantoor rekening, factuur fax archiveren, opbergen 5 mantener de acuerdo con referirse (ie) a marcar los macarrones salado/a pasado mañana houden overeenkomstig met betrekking hebben op aangeven macaroni zout, gezouten overmorgen la enciclopedia el fallo erróneo/a Cristóbal Colón la compañía de aviación el/la inventor/a ancho/a encylopedie fout onjuist, verkeerd Christoffel Columbus luchtvaartmaatschappij uitvind(st)er breed 13 el piropo el elogio increíble desagradable meter la pata compliment lof, lofrede, loftuiting ongelooflijk onaangenaam een blunder maken Unidad 18 1 6 firmar 40 ondertekenen el terreno el espacio el polideportivo terrein ruimte sportcentrum © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. Vocabulario el parking la especulación la guardería el local estar dispuesto/a a negociar quitar construir (y) la asociación el/la comerciante el aparcamiento insostenible en contra de la residencia exigir el/la alcalde/alcaldesa en lo que respecta a las instalaciones deportivas evidente a favor de conservar la estupidez el/la portavoz limpiar la postura parkeerplaats, parkeergarage speculatie crèche ruimte, gebouw bereid zijn om onderhandelen wegnemen bouwen vereniging winkelier; handelaar parkeerplaats onhoudbaar tegen woning, gebouw eisen burgemeester (m/v) wat ... betreft sportaccommodatie duidelijk voor, ten gunste van behouden stommiteit, domheid woordvoerder/ woordvoerster schoonmaken, reinigen mening; houding 2 la televisión regional el debate los invitados el/la asistente social el/la presentador/a el capricho la necesidad qué va en absoluto la barbaridad combinar las instalaciones todo el mundo regionale televisie debat genodigden maatschappelijk werk(st)er presentator/presentatrice gril, bevlieging noodzaak kom nou, welnee absoluut niet hier: onzin combineren faciliteiten iedereen Grammatica privatizar público/a el impuesto sino privatiseren openbaar, publiek belasting maar 3 la afirmación sin salida al mar la salida montañoso/a bewering zonder zee/kust uitgang; vertrek bergachtig 4 corrupto/a la moda el montaje comercial electrónico/a corrupt mode hier: commerciële aangelegenheid elektronisch 5 despertar (ie) la polémica el/la empresario/a violento/a el espectáculo torear bravo/a la plaza la granja la biología la tortura el zorro salvaje la antropología la lucha la bestia viceversa la belleza el/la traductor/a primitivo/a cruel el/la intelectual de mayor el torero opwekken polemiek, twist ondernemer (m/v) gewelddadig; heftig spektakel, vertoning stierenvechten hier: wild hier: arena boerderij biologie marteling vos wild antropologie gevecht dier, beest omgekeerd schoonheid vertaler/vetaalster primitief wreed intellectueel (m/v) als volwassene stierenvechter 6 programar común tímido/a aprobar (ue) plannen gemeenschappelijk verlegen, timide slagen (voor examen) 7 el cartel el insumiso el material armamentístico concentrarse denunciar los malos tratos el/la afectado/a pegar habitualmente el domicilio expulsar el/la mendigo/a aanplakbiljet, affiche dienstweigeraar wapentuig samenkomen aan de kaak stellen mishandelingen getroffene (m/v) slaan gewoonlijk woning, huis uitwijzen bedelaar/bedelares © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan. 41 Vocabulario el apoyo acelerar la expulsión el/la vagabundo/a atacar el/la homosexual municipal el/la agresor/a la disposición judicial prender fuego el fuego el/la gitano/a la pasividad inválido/a el/la tetrapléjico/a encerrado/a el/la minusválido/a interracial convivir la barrera arquitectónico/a la declaración steun bespoedigen uitwijzing zwerver/zwerfster aanvallen homosexueel (m/v) gemeente-, gemeentelijk agressor, aanvaller/aanvalster beschikking rechterlijk in brand steken brand, vuur zigeuner(in) passiviteit invalide verlamd (aan alle vier ledematen) opgesloten gehandicapte (m/v) tussen rassen samenleven barrière architectonisch verklaring 8 poner (muchos) deberes los deberes el silencio portátil la materia (veel) huiswerk opgeven huiswerk stilte draagbaar vak dominar la memoria onder controle hebben herinnering 10 discutible preocupante sugerir (ie) contradecir matizar la incredulidad reciente demostrar (ue) ignorar desconfiar el/la ocupante desplazar el litro el combustible recorrer el/la europeo/a medio/a los años cincuenta la tercera parte incluir (y) la violencia semanal presenciar la matanza el tiroteo el/la demógrafo/a optimista equilibrarse discutabel zorgwekkend, verontrustend voorstellen, suggereren tegenspreken toelichten, nader verklaren ongeloof recent bewijzen, aantonen geen aandacht besteden aan wantrouwen hier: inzittende verplaatsen liter brandstof afleggen Europeaan/Europese gemiddeld(e) de jaren vijftig eenderde bevatten geweld wekelijks meemaken slachtpartij schietpartij demograaf (m/v) optimistisch zich stabiliseren 9 11 la cita la idea central suscitar el mito la nación la esencia el sentido verdadero/a la movilización bélico/a el/la enemigo/a la patria poderoso/a el/la demócrata la proposición ocultar la masacre el provecho masacrar prever 42 hier: citaat centrale gedachte oproepen mythe natie essentie, wezen zin echt, werkelijk mobilisatie oorlogsvijand (m/v) vaderland machtig democraat (m/v) voorstel verbergen slachting, bloedbad profijt, baat, voordeel afslachten, uitmoorden voorzien madurar rijp worden 12 la naturalidad el/la locutor/a plano/a el capricho natuurlijkheid spreker/spreekster vlak gril, bevlieging © 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.