Rápido, rápido

Anuncio
Woordenlijst per les
en
alfabetische
woordenlijst
Vocabulario
Woordenlijst per les
en los que se habla español
• In deze lijst staan de nieuwe woorden en uitdrukkingen
uit elke les. Ze zijn vanuit de context vertaald; andere
belangrijke grondbetekenissen worden erbij gegeven.
• De Spaanse zelfstandige naamwoorden zijn samen met
het lidwoord opgenomen: het is aan te bevelen deze in
combinatie te leren.
• Bij vervoegde werkwoordsvormen wordt naar de
infinitief verwezen. De onregelmatige vormen in de
tegenwoordige tijd worden aangegeven met
(i), (ie), (ue), (y), (zc).
• Cursief gedrukte woorden horen bij de woordenschat van het ‘Certificado de Español’.
• Woorden die alleen op de cd’s voorkomen zijn niet
opgenomen.
• Woorden die al bij eerdere lessen zijn vertaald, zijn bij
de volgende lessen niet weer opgenomen in de woordenlijst. Dergelijke woorden staan wél in de alfabetische woordenlijst.
• Afkortingen: Venez. = Venezuela, Argent. = Argentinië,
Braz. = Braziliaans, inf. = infinitief, bep. = bepaald,
mv. = meervoud, ev. = enkelvoud, lidw. = lidwoord
vnw. = voornaamwoord, bijv.nw. = bijvoeglijk
naamwoord, man. = mannelijk, lit. = literair,
fam. = familiair, meew.vw. = meewerkend
voorwerp, lijd.vw. = lijdend voorwerp, tegenw.
deelw. = tegenwoordig deelwoord, subj. = subjuntivo,
t.t. = tegenwoordige tijd, toek. tijd = toekomende tijd,
gramm. = grammatica, v. = van.
Unidad 1
1
en
este/esta
el curso
vamos a + inf.
a
aprender
cómo
son (ser)
los/las
el/la español/a
y
el/la latinoamericano/a
¿Qué…?
el problema
tienen (tener)
tener (ie)
la cosa
de
veintitrés
el país
in, op
deze, dit
cursus, leergang
we gaan, we zijn van plan
naar, om
leren
hoe
zij zijn
de (bep. lidwoord mv.)
Spanjaard/Spaanse
en
Latijns-Amerikaan(se)
Wat ...? Welk(e) ...?
probleem
zij hebben
hebben
ding, zaak
uit, van
drieëntwintig
land
los
que
se
hablar
el español
¿Dónde…?
estar
España
México
Argentina
¿Cuál?
ser
del (de + el)
el Mercosur (Mercado del
Cono Sur)
la gramática
funcionar
el verbo
el pronombre
comunicarse
escuchar
la conversación
con
el/la compañero/a
el/la profesor/a
escribir
el resumen
hacer
el ejercicio
el examen
intercambiar
la idea
la experiencia
¿Cómo se llama esto en
español?
llamarse
esto
el diccionario
¿Qué significa…?
significar
el periódico
¿Cómo se pronuncia...?
pronunciar
¿Cómo se dice...?
decir
gracias
o
sí
exacto/a
lo mismo que...
el alemán
¿verdad?
waar Spaans wordt
gesproken
de (bep. lidw. man. mv.)
die, dat (betrekkelijk vnw.)
men
spreken, praten
Spaans (taal)
Waar …?
zijn, zich bevinden
Spanje
Mexico
Argentinië
welk(e)?
zijn
van de
gemeenschappelijke markt
van het zuidelijk deel
van Latijns-Amerika:
Argentinië, Brazilië,
Uruguay en Paraguay
grammatica
functioneren
werkwoord
voornaamwoord
communiceren
(be)luisteren
gesprek, conversatie
met
medecursist(e)
leraar/lerares
schrijven
samenvatting
maken, doen
oefening
examen, proefwerk
uitwisselen
idee
ervaring
Hoe heet dit in het
Spaans?
heten
dit
woordenboek
Wat betekent …?
betekenen
krant
Hoe spreek je ... uit?
uitspreken
Hoe zeg je ...?
zeggen
bedankt, dank (u/je)
of
ja
precies
hetzelfde als ...
Duits (taal)
niet(waar)?
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
1
Vocabulario
2
4
el/la
un/una
la lengua
para + inf.
más de
trescientos
el millón
la persona
viajar
por
de todo el mundo
todo/a
el mundo
descubrir
la cultura
muy
diferente
conocer (zc)
la literatura
español/a
latinoamericano/a
la canción
entender (ie)
otro/a
el pueblo
su
la costumbre
trabajar
el/la hispanohablante
convivir
visitar
los Andes
el Caribe
ir
en fin
el fin
nuevo/a
de, het (bep. lidwoord ev.)
een
taal; tong
om te
meer dan
driehonderd
miljoen
persoon, mens
reizen
hier: door
van de hele wereld
heel
wereld
ontdekken
cultuur
zeer
andere, verscheidene
(leren) kennen
literatuur
Spaans
Latijns-Amerikaans
lied
verstaan, begrijpen
ander(e)
dorp; hier: volk
zijn/haar/uw/hun
gewoonte, gebruik
werken
Spaanssprekende (m/v)
samenleven
bezoeken
Andes
Caribisch gebied
gaan, rijden
tenslotte; hier: kortom
einde; (doel)einde
nieuw
3
el plural
la política
Roma
el/la perro/a
Colombia
el queso
la almohada
la historia
Cuba
Bolivia
la televisión
la geografía
el gato
2
meervoud
politiek
Rome
hond
Colombia
kaas
kussen
geschiedenis; verhaal
Cuba
Bolivia
televisie
aardrijkskunde
kat
¿Cómo se escribe?
Hoe schrijf je dat?
Grammatica
Alemania
Filipinas
el kilómetro
Rusia
la sierra
el singular
el texto
vivir
el taxi
la cruz
el cine
Ginebra
ganar
el gol
gustar
la cigüeña
el pingüino
el jamón
el/la jefe/a
quizá
el zapato
Duitsland
Filippijnen
kilometer
Rusland
bergketen
enkelvoud
tekst
leven, wonen
taxi
kruis
bioscoop
Genève
winnen; verdienen
doelpunt
bevallen, houden van
ooievaar
pinguïn
ham
chef(fin)
misschien
schoen
5
estudiar
leer
la novela
la página web
la página
la revista
la poesía
el cómic
el folleto
el/la hablante
mi/s
la música latina
la música
la radio
entre
ver
la película
el correo electrónico
la carta
el/la amigo/a
el/la conocido/a
el/la familiar
el/la compañero/a de trabajo
la mayoría quiere...
la mayoría
querer (ie)
muchos/as
nadie
leren, studeren
lezen
roman
website
bladzijde, pagina
tijdschrift
poëzie, gedicht
strip(verhaal)
folder
spreker/spreekster
mijn
Latijns-Amerikaanse muziek
muziek
radio
tussen
zien, bekijken
film
e-mail
brief
vriend(in)
bekende (m/v)
familielid (m/v)
collega (m/v)
de meerderheid wil ...
meerderheid
willen; houden van
hier: velen
niemand
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
7
3
kind
dierentuin
el/la niño/a
el zoo
8
gebruiken
usar
Unidad 2
1
vivir
la República Dominicana
los Estados Unidos
Guinea Ecuatorial
también
el aspecto
el folclore
la economía
además
el artículo
el sustantivo
el texto
el artículo de periódico
corto/a
el resumen
el ensayo
tomar notas
la nota
como
el jardín
leven, wonen
Dominicaanse Republiek
VS (Verenigde Staten)
Equatoriaal-Guinea
ook
aspect, gezichtspunt
folklore
economie
bovendien
lidwoord
zelfstandig naamwoord
tekst
krantenartikel
kort
samenvatting
essay; hier: opstel
aantekeningen maken
aantekening
zoals
tuin
2
tú
no
el francés
el idioma
yo
el italiano
nosotros/as
un poco
poco/a
sólo/solo
el inglés
el ruso
el chino
pero
no muy bien
no
bien
bueno
jij
nee; niet
Frans (taal)
taal
ik
Italiaans (taal)
wij
een beetje
weinig
alleen, slechts
Engels (taal)
Russisch (taal)
Chinees (taal)
maar, echter
niet erg goed
nee; niet
goed
hier: nou, dus
bastante
la necesidad
urgente
la Universidad
necesitar
especialmente
la escuela
dos
aproximadamente
por ciento
el/la estudiante
escoger
algunos/as
u
por otra parte
la parte
la región
Cataluña
Galicia
País Vasco
el idioma extranjero
extranjero/a
es (ser)
tercer(o)/a
el catalán
el gallego
el euskera
la clase
cada vez (más)
cada
practicar
la comunicación
llegar a + inf.
usar
la vida
real
fácil
navegar por Internet
comprar
el libro
el vídeo
el/la casete
en casa
la casa
no siempre
siempre
por eso
en vacaciones
las vacaciones
la suerte
el dinero
Inglaterra
Irlanda
Francia
tamelijk veel
noodzaak
dringend
universiteit
nodig hebben
in het bijzonder
school
twee
ongeveer
procent
student(e)
(uit)kiezen
sommige
of (vóór -o- of -ho-)
anderzijds
deel, zijde
regio, gebied
Catalonië
Galicië
Baskenland
vreemde taal
vreemd; buitenlands
het/hij/zij is
derde
Catalaans (taal)
Galicisch (taal)
Baskisch (taal)
les
steeds (meer)
ieder/e
oefenen
communicatie
hier: uiteindelijk ...
gebruiken
leven
echt, feitelijk
gemakkelijk
surfen op internet
kopen
boek
video
cassette
thuis
huis
niet altijd
altijd
daarom
in de vakantie
vakantie
geluk; toeval, lot
geld
Engeland
Ierland
Frankrijk
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
3
Vocabulario
15 días
el día
twee weken, 15 dagen
dag
Unidad 3
1
Grammatica
él/ella
usted
vosotros/as
ellos/ellas
ustedes
bueno/a
la capital
¿Me pasas el diccionario?
pasar
hij/zij
u
jullie
zij
u (mv.)
goed
hoofdstad
Mag ik het woordenboek?
aangeven
4
el griego
el árabe
el holandés
el portugués
Grieks (taal)
Arabisch (taal)
Nederlands (taal)
Portugees (taal)
8
ese/a
Gran Bretaña
en clase
die, dat
Groot-Brittannië
tijdens de les
9
quince
quinientos
vijftien
vijfhonderd
10
eres (ser)
el/la canadiense
¿no?
veinte
tu/s
el japonés
los padres
los hermanos
el ordenador
jij bent
Canadees/Canadese
nietwaar?
twintig
jouw
Japans (taal)
ouders
broers en zussen
computer
11
hay
la lengua oficial
oficial
el castellano
el/la único/a
el territorio
románico/a
no se conoce
la seguridad
el origen
4
er is, er zijn
officiële taal
officieel
Castiliaans, Spaans (taal)
de enige
gebied
Romaans
men kent niet
zekerheid
oorsprong
Esto es ...
la Giralda
la ciudad
precioso/a
el edificio más conocido
el edificio
conocido/a
el puente
un amigo nuestro
nuestro/a
el/la chico/a
chileno/a
la paella
el plato
típico/a
comer
el arroz
el pescado
el marisco
la carne
la verdura
los señores
la calle
importante
el pueblo
bonito/a
el porrón
servir (i)
beber
el vino
la cerveza
el estadio
¡Qué grande!
grande
el Barça
el tablao
el sitio
cantar
bailar
el flamenco
¿Quién...? ¿Quiénes?
famoso/a
Florencia
Dit is ...
klokkentoren van de
kathedraal van Sevilla
stad
mooi, prachtig
het meest beroemde gebouw
gebouw
bekend, beroemd
brug
een vriend van ons
ons/onze
jongen/meisje
Chileens
paella (Spaans rijstgerecht)
bord, hier: gerecht
typisch
eten
rijst
vis (als gerecht)
zeebanket
vlees
groente
heer en mevrouw; heren
straat
belangrijk
dorp
mooi
glazen drinkkaraf met lange tuit
dienen
drinken
wijn
bier
stadion
Wat groot!
groot
FC Barcelona
podium (voor Flamenco)
plaats
zingen
dansen
flamenco
Wie ...?
beroemd
Florence
2
geográfica y humanamente
geográfico/a
humanamente
variado/a
la naturaleza
wat betreft geografie en
inwoners
geografisch
menselijk, in menselijk opzicht
gevarieerd
natuur, landschap
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
la costa
la sierra
la selva
rico/a
el recurso
natural
la minería
la pesca
el cultivo
el algodón
el azúcar
principal
la fuente
peruano/a
las divisas
la artesanía
textil
el trabajo
la plata
la capital
el/la habitante
la población
el/la peruano/a
el/la indio/a
el/la mestizo/a
restante
el/la blanco/a
el origen
europeo/a
los orientales
el/la negro/a
como consecuencia de
la consecuencia
la mezcla
la raza
difícil
definir
el carácter
en la actualidad
la actualidad
la desigualdad
social
el analfabetismo
la inflación
la gente (ev.)
enorme
pues
por ejemplo
el ejemplo
mucho/a
la comida
o sea
divertirse (ie)
político/a
económico/a
difícil
kust
gebergte
(oer)woud
rijk
hulpbron
natuurlijk, natuurmijnbouw
visvangst
teelt; het verbouwen
katoen
suiker
hoofd-, hoofdzakelijk
bron, oorsprong
Peruaans
deviezen
ambachtswerk
textielwerk
zilver
hoofdstad
inwoner/inwoonster
bevolking
Peruaan(se)
indiaan(se)
(oorspronkelijke bevolking
van Latijns-Amerika)
mesties (m/v)
overig, resterend
blanke (m/v)
origine, oorsprong
Europees
Oosterlingen
neger(in)
als gevolg van
gevolg, consequentie
mengsel, vermenging
ras
moeilijk
definiëren
karakter
tegenwoordig
actualiteit
ongelijkheid
sociaal, maatschappelijk
analfabetisme
inflatie
mensen
enorm
nou
bijvoorbeeld
voorbeeld
veel
eten, maaltijd
dat wil zeggen, oftewel
zich vermaken
politiek
economisch
moeilijk
Grammatica
cortar
el/la alumno/a
la vaca
el libro
la libreta
la moto
la mano
la palabra
la plaza
el sofá
el/la economista
el/la belga
la libertad
la expresión
el sistema
el tema
la cama
el hombre
el papá
el/la iraní
interesante
el coche
esto
vuestro/a
suyo/a
simpático/a
feliz
difícil
el/la inglés/inglesa
el/la francés/francesa
el/la iraquí
el/la italiano/a
el/la boliviano/a
el/la brasileño/a
el/la nicaragüense
el/la estadounidense
la bebida
tomar
el plato
las matemáticas
knippen, snijden
leerling(e)
koe
boek
notitieboekje
motor
hand
woord
plein
bank
econoom (m/v)
Belg(ische)
vrijheid
uitdrukking
systeem
thema
bed
man; mens
papa
Iraniër/Iraanse
interessant
auto
dit
jullie (bezit.vnw.)
zijn/haar/uw/hun
aardig
gelukkig
moeilijk
Engelsman/Engelse
Fransman/Française
Irakees/Irakese
Italiaan(se)
Boliviaan(se)
Braziliaan(se)
Nicaraguaan(se)
iemand afkomstig
uit de VS
drankje
nemen, nuttigen, drinken
bord; gerecht
wiskunde
3
Yo creo que...
creer
esto
la foto
el número
no sé (saber)
Ik geloof dat ...
geloven
dit
foto
nummer
ik weet niet
4
la cadena
el establecimiento
keten
onderneming
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
5
Vocabulario
la comida rápida
el bocadillo
la cadena de televisión
mexicano/a
la empresa
uruguayo/a
los productos lácteos
el producto
la compañía aérea
la compañía
la tienda de ropas
la tienda
la ropa
el portal
fastfood
belegd broodje
televisiekanaal
Mexicaans
bedrijf
Uruguaans
melkproducten
product
luchtvaartmaatschappij
bedrijf, maatschappij
kledingzaak
winkel
kleren; wasgoed
ingang; hier: zoekmachine
5
el marido
la mujer
el padre
la madre
el/la hijo/a
el/la hermano/a
el abuelo/a
el/la nieto/a
el/la tío/a
el/la primo/a
el/la cuñado/a
el/la sobrino/a
el/la suegro/a
el yerno
la nuera
echtgenoot, man
echtgenote, vrouw
vader
moeder
kind/zoon/dochter
broer/zus
grootvader/grootmoeder
kleinkind/kleinzoon/
kleindochter
oom/tante
neef/nicht (kind van
oom/tante)
zwager/schoonzus
neef/nicht (kind van broer/zus)
schoonvader/schoonmoeder
schoonzoon
schoondochter
6
nooit
bruiloft
7
mío/a
colombiano/a
mijn
Colombiaans
8
el director general
el/la director/a
el/la subdirector/a
general
el/la director/a financiero/a
el/la director/a comercial
el/la director/a de marketing
el/la director/a de producción
la producción
el/la jefe/a de personal
el/la jefe/a
el/la jefe/a de ventas
la venta
el/la jefe/a de publicidad
la publicidad
algemeen directeur (m/v)
directeur (m/v)
algemeen onderdirecteur (m/v)
financieel directeur (m/v)
commercieel directeur (m/v)
directeur marketing (m/v)
directeur productie (m/v)
productie
personeelschef(fin)
chef(fin), hoofd (m/v)
hoofd verkoop (m/v)
verkoop
manager van de
reclameafdeling (m/v)
reclame
9
el/la vendedor/a
el deporte
la carretera
verde
la riqueza
verkoper/verkoopster
sport
(grote) weg
groen
rijkdom
10
el nombre
primer(o)/a
el apellido
segundo/a
el matrimonio
cuando
se dice (decir)
todos
el asunto
burocrático/a
perder (ie)
propio/a
sin embargo
conocer (zc)
más
al (a + el)
utilizar
la señora
6
248
nunca
la boda
(voor)naam
eerst(e)
achternaam
tweede
huwelijk; echtpaar
waneer, als
men zegt
alle
zaak, aangelegenheid
bureaucratisch
verliezen
eigen
echter, toch
kennen
meer; hier: beter
(naar) de/het
gebruiken, aanwenden
mevrouw
la planta
el hombre
el animal
el/la cantante
el/la escritor/a
el/la deportista
alemán/ana
japonés/esa
Europa
América
el objeto
la clase
empezar (ie)
la vocal
la consonante
la letra
el/la futbolista
brasileño/a
plant
man; mens
dier
zanger(es)
schrijver/schrijfster
sport(st)er
Duits
Japans
Europa
Amerika
voorwerp
klas(lokaal), les
beginnen
klinker
medeklinker
hier: letter
voetballer/voetbalster
Braziliaans
©doscientos
2005 Intertaal,
cuarenta
Amsterdam/Antwerpen.
y ocho
Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
Unidad 4
considerar
1
lo más importante
en general
el/la político/a
el voto
el poder
personal
respecto a
siguiente
el tema
opinar
la monarquía
el sistema educativo
el sistema
mal(o)/a
así como
la sanidad
el ejército
tener que
ser
profesional
los derechos humanos
la patria
la religión
la solidaridad
el valor
aunque
la sociedad
actual
individualista
la fidelidad
sexual
fundamental
sobre todo
a causa de
el SIDA (síndrome de inmunodeficiencia adquirida)
por último
casi
feliz (mv. felices)
la vida es bastante buena
cómodo/a
la fecha de nacimiento
la fecha
el lugar
la profesión
la afición
el/la motociclista
descansar
el/la periodista
la gastronomía
el/la bailarín/bailarina
el cine
el/la actor/actriz
el ballet
Vizcaya
cubano/a
conducir (zc)
el/la director/a de cine
coleccionar
el disco
antiguo/a
el/la pintor/a
el ajedrez
la ópera
la pintura
el fútbol
la familia
el/la príncipe/princesa
el/la licenciado/a
el Derecho
Económicas
la vela
geboortedatum
datum
plaats, oord
beroep
hobby
motorrijd(st)er
uitrusten
jounalist(e)
gastronomie
danser(es)
bioscoop
acteur/actrice
ballet
Biskaje
Cubaans
autorijden, sturen
filmregisseur (m/v)
verzamelen
(grammofoon)plaat
oud, antiek
(kunst)schilder(es)
schaakspel
opera
schilderkunst
voetbal
familie
prins(es)
doctorandus (m/v)
rechten
economie
hier: zeilen
2
los jóvenes
en primer lugar
hay que
señalar
encuestado/a
la relación
el amor
la salud
la paz
las cosas más importantes
porque
el bienestar
el cariño
en cuanto a
la injusticia
pensar (ie)
el mal
inevitable
el progreso
jongeren
in de eerste plaats
men moet
opmerken, erop wijzen
ondervraagd
relatie
liefde
gezondheid
vrede
de belangrijkste dingen
omdat
welzijn
liefde
wat betreft
onrecht
denken
kwaad; lijden
onvermijdelijk
vooruitgang
beschouwen;
hier: van mening zijn
het belangrijkste
in het algemeen
politicus (m/v)
stem (politiek)
macht
persoonlijk
betreffende
volgend/e
thema
menen, van mening zijn
monarchie
onderwijssysteem
systeem
slecht; stout
(zo)als
gezondheidszorg
leger
moeten
zijn
professioneel, beroepsrechten van de mens
vaderland
godsdienst, religie
solidariteit
waarde
hoewel
maatschappij
tegenwoordig, actueel
individualistisch
trouw
seksueel
fundamenteel
vooral
wegens
aids
ten slotte
bijna
gelukkig
het leven is erg aangenaam
makkelijk, licht
Grammatica
sentarse (ie)
levantarse
el/la colombiano/a
el/la venezolano/a
el/la ecuatoriano/a
el/la guineano/a
el/la mexicano/a
el/la costarricense
el/la panameño/a
el/la salvadoreño/a
el/la hondureño/a
gaan zitten
opstaan
Colombiaan(se)
Venezolaan(se)
Ecuadoriaan(se)
Guineeër/Guinese
Mexicaan(se)
Costaricaan(se)
Panamees/Panamese
Salvadoriaan(se)
Hondurees/Hondurese
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voordoscientos
gebruik in het
cuarenta
onderwijs y
toegestaan.
nueve
249
7
Vocabulario
el/la holandés/esa
el/la escocés/esa
el/la danés/esa
el/la marroquí
el/la paquistaní
el/la sueco/a
el/la austríaco/a
el/la griego/a
el/la alemán/ana
el/la suizo/a
el/la chino/a
el/la turco/a
¿A qué te dedicas?
dedicarse a
el/la mecánico/a
el/la médico/a
el/la abogado/a
el/la juez/a
el/la arquitecto/a
el/la presidente/a
¿De dónde?
la edad
el año
el nacimiento
la nacionalidad
el domicilio
el/la inglés/esa
el/la europeo/a
estar en contra
la globalización
Nederlander/Nederlandse
Schot(se)
Deen(se)
Marokkaan(se)
Pakistani/Pakistaanse
Zweed(se)
Oostenrijker/Oostenrijkse
Griek(se)
Duitser/Duitse
Zwitser(se)
Chinees/Chinese
Turk(se)
Wat heb je voor beroep?
als beroep hebben,
letterlijk: zich wijden aan
monteur (m/v)
arts (m/v)
advocaat/advocate
rechter (m/v)
architect (m/v)
president (m/v)
Waar ... vandaan?
leeftijd
jaar
geboorte
nationaliteit
woonplaats
Engelsman/Engelse
Europeaan/Europese
tegen zijn
globalisering
3
el músico/a
el Coliseo
la Sirenita
musicus (m/v), muzikant(e)
Colosseum
Kleine zeemeermin
4
un señor/una señora mayor
mayor
joven
el/la anciano/a
el/la niño/a
¿Cuántos años tiene?
¿Cuántos/as?
saber
el personaje
¿De dónde?
argentino/a
een wat oudere heer/dame
groter; ouder
jong
bejaarde (m/v)
kind, jongen/meisje
Hoe oud is hij/zij?
Hoeveel?
weten; kunnen
persoon, personage, figuur
Waar ... vandaan?
Argentijns
5
estar de acuerdo
Es verdad.
la verdad
8
het (ermee) eens zijn
Het is waar.
waarheid
6
el nombre familiar
familiar
compuesto/a
familienaam
familie-, familiair
samengesteld
7
usted(es)
existir
la forma
el tratamiento
menos que
vosotros/as
Latinoamérica
El Cono Sur
Centroamérica
vos
el mundo del trabajo
el/la colega
de igual o similar categoría
similar
la categoría
normalmente
dirigirse a
hablándoles
el caso
el/la médico/a
el/la policía
el/la funcionario/a
generalmente
tutear
aceptar
por parte de
el/la mismo/a
la edad
tuyo/a
el/la taxista
el hospital
desconocido/a
u
bestaan
vorm
behandeling; hier: omgang
minder dan
jullie
Latijns-Amerika
Argentinië, Chili, Paraguay en
Uruguay
Midden-Amerika
jij (Latijns-Amerika)
hier: op het werk
collega (m/v)
van dezelfde of gelijksoortige
categorie
gelijksoortig
categorie, rang, klasse
meestal, doorgaans
zich richten tot, aanspreken
hier: wanneer ze met elkaar
praten
geval
arts (m/v)
politieagent(e)
ambtenaar (m/v)
meestal, in het algemeen
tutoyeren
accepteren
namens, van de kant van
(de)zelfde, (het)zelfde
leeftijd
van jou
taxichauffeur (m/v)
ziekenhuis
onbekend
8
ellos/ellas
la imagen
más o menos
tópico/a
apasionado/a
perezoso/a
desorganizado/a
simpático/a
amable
demasiado
hablador/a
zij (meervoud)
beeld
ongeveer, min of meer
clichématig
hartstochtelijk
lui
slecht georganiseerd
aardig
vriendelijk
te, teveel
praatgraag, praatziek
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
un poquito
dramático/a
el/la irlandés/esa
el/la hispanista
el fuego
la sangre
ruidoso/a
sensual
vitalista
e
incapaz
durante mucho tiempo
durante
el tiempo
el/la interlocutor/a
el estereotipo
sobre
el extranjero
todavía
la playa
el sol
el toro
asociar
arcaico/a
rural
heredar
franquista
la Guerra Civil
la dictadura
de todas formas
la España de hoy
contradictorio/a
tradicional
moderno/a
turístico/a
europeo/a
industrial
dinámico/a
trabajador/a
vago/a
disciplinado/a
indisciplinado/a
progresista
conservador/a
falso/a
honesto/a
racista
antipático/a
organizado/a
frío/a
abierto/a
cerrado/a
solidario/a
insolidario/a
serio/a
divertido/a
formal
een beetje
dramatisch
Ier(se)
hispanoloog/hispanologe
vuur
bloed
luidruchtig, rumoerig
sensueel
levenslustig
en (vóór -i- of -hi-)
niet in staat
langere tijd
gedurende, tijdens
tijd
gesprekspartner (m/v)
stereotype
over
buitenland
nog (steeds)
strand
zon
stier
associëren, in verband
brengen
archaïsch, ouderwets
landelijk, landerven
van Franco
Burgeroorlog
dictatuur
hoe dan ook, in elk geval
het huidige Spanje
tegenstrijdig
traditioneel
modern
toeristisch
Europees
industrieel, industriedynamisch
hardwerkend, vlijtig
lui
gedisciplineerd
ongedisciplineerd
progressief
conservatief
oneerlijk, vals
eerlijk, integer
racistisch
onsympathiek
ordelijk
hier: koel, onbewogen
open
gesloten
solidair
niet solidair
ernstig, serieus
grappig
formeel
informal
complicado/a
informeel
gecompliceerd
9
¿Cómo te llamas?
el/la fotógrafo/a
aficionado/a al tenis
aficionado/a a
el/la chileno/a
Hoe heet je?
fotograaf/fotografe
tennisfan (m/v)
gek op
Chileen(se)
10
escocés/esa
analizar
la cabeza
Schots
analyseren
hoofd, kop
11
la educación sexista
la educación
fuerte
activo/a
agresivo/a
inteligente
independiente
seguro/a
egoísta
duro/a
débil
pasivo/a
sensible
intuitivo/a
dependiente
inseguro/a
generoso/a
tierno/a
la igualdad
el desarrollo parcial
el pseudónimo
la profesión soñada
mantener amistad
la amistad
serio/a
gendergerichte opvoeding
opvoeding; onderwijs
sterk
actief
agressief
intelligent
onafhankelijk
zelfverzekerd
egoïstisch
hard
zwak
passief
gevoelig
intuïtief
afhankelijk
onzeker
grootmoedig
teder; gevoelig
gelijkheid
hier: eenzijdige
ontwikkeling
pseudoniem
droomberoep
vriendschap onderhouden
vriendschap
serieus
Unidad 5
1
la Península Ibérica
la península
estar situado/a
estar
al sur (de)
el sur
Iberisch schiereiland
schiereiland
gelegen zijn, liggen
zijn, zich bevinden
ten zuiden (van)
zuiden
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
9
Vocabulario
el norte
África
el este
el Mar Mediterráneo
el mar
el oeste
el Océano Atlántico
los Pirineos
el Mar Cantábrico
comprender
las Islas Baleares
la isla
las Islas Canarias
el archipiélago
canario/a
el Atlántico Norte
a ... kilómetros de
unos/unas
suroeste
peninsular
enfrente (de)
sahariano/a
el borde
el Trópico
la comunidad
la Comunidad Autónoma
el centro
limitar con
Castilla
la Puerta del Sol
el kilómetro cero
el noreste
constar de
la provincia
último/a
Andalucía
en su parte oriental
occidental
noorden
Afrika
oosten
Middellandse Zee
zee
westen
Atlantische Oceaan
Pyreneeën
Golf van Biskaje
omvatten; begrijpen
Balearen
eiland
Canarische Eilanden
archipel, eilandengroep
Canarisch
noorden van de Atlantische
Oceaan
op ... kilometer afstand van
hier: ongeveer
zuidwesten
van een schiereiland
tegenover
van de Sahara
rand
tropen
gemeenschap
autonome regio
centrum
grenzen aan
Castilië
bekend plein in het centrum
van Madrid
nulpunt (uitgangspunt van
nationale autowegen in
Spanje)
noordoosten
bestaan uit
provincie
laatste
Andalusië
in het oostelijk deel
westelijk
2
salir
la pizzería
seguir (i)
todo recto
llegar
cruzar
pasado el.../pasada la...
unos/as
el árbol
pasar
después de
10
uitgaan, weggaan, verlaten
pizzeria
volgen
rechtdoor
(aan)komen
oversteken
hier: na
enige
boom
voorbijgaan; hier: doorheen
lopen
nadat, na
la curva
el lago
a la derecha
la cascada
la barca
al otro lado de
el camino
a la izquierda
tomar
la roca
hasta
la cabina de teléfonos
el teléfono
girar
allí
la posibilidad
al lado de
el monasterio
la base
el helicóptero
directamente
saliendo de
delante de
la tienda de souvenirs
el lavabo
ese/a
el cajero automático
tener que + Inf.
el de en medio
a ... metros
la máquina de bebidas
al final
el campamento
bocht
meer
rechts
kleine waterval
(vissers)boot
aan de overkant van
weg
links
nemen
rots
tot
telefooncel
telefoon
draaien, buigen
daar
mogelijkheid
naast
klooster
basis; startpunt
helikopter
direct
als je ... uitgaat/verlaat
voor (plaats)
souvenirwinkel
toilet
die, dat
geldautomaat
moeten
de middelste
na ... meter
frisdrankautomaat
aan het einde
(tenten)kamp
Grammatica
poner
la gasolinera
el dormitorio
el salón
la cocina
el baño
lejos
cerca (de)
el banco
por aquí
el metro
pasar
ninguno/a
la panadería
el cajón
el armario
el tren
el metro
el avión
la bicicleta
el autobús
zetten, (neer)leggen, plaatsen
tankstation
slaapkamer
woonkamer
keuken; fornuis
badkamer; toilet
ver
dichtbij
bank
hier in de buurt
meter
voorbijgaan
geen enkel/e
bakkerij
la(de)
kast
trein
metro
vliegtuig
fiets
(auto)bus
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
el barco
el pie
a pie
el caballo
situar
dar
subir
bajar
bañar
detrás de
encima de
debajo de
dentro de
a la derecha (de)
a la izquierda (de)
antes de
¿Cuánto?/¿Cuántos/as?
Perdona.
Perdone.
la farmacia
boot
voet
te voet
paard
plaatsen, situeren
geven
omhooggaan, instappen
naar beneden gaan,
uitstappen
baden
achter
op
onder
in, binnen(in)
rechts (van)
links (van)
voor, alvorens
Hoeveel?
Pardon./Neem me niet
kwalijk.
Pardon./Neemt u me niet
kwalijk.
apotheek
la mansión
el estilo
prehispánico/a
el estado
la pirámide
el relieve
el tablero
el friso
las pinturas murales
la pintura
el mural
destacar
el nicho
el año solar
el año
la zona
arqueológico/a
la terraza
la columna
el guerrero
conocido/a como
villa
stijl
van vóór de komst van de
Spanjaarden
staat
piramide
reliëf
paneel
fries
muurschilderingen
schilderij; schilderkunst
muurschildering
zich onderscheiden
(graf)nis
zonnejaar
jaar
zone, gebied
archeologisch
terras
zuil
strijder
bekend als
6
4
debajo de
el bosque
la cordillera
la montaña
el valle
el golfo
el puerto
la meseta
la bahía
el río
la autopista
el pantano
onder
bos, woud
bergketen
berg; gebergte
vallei, dal
golf, baai
haven
hoogvlakte
baai
rivier
autosnelweg
moeras; stuwmeer
5
recomendable
el carnaval
el paseo marítimo
el acuario
la catedral
conmemorar
el final
la guerra
la independencia
el teatro
fantástico/a
el pórtico
neoclásico/a
el templo
la fachada
barroco/a
el siglo
aan te raden
carnaval
strandboulevard
aquarium
kathedraal
herdenken, gedenken
eind, slot
oorlog
onafhankelijkheid
theater
fantastisch
zuilengalerij
neoclassicistisch
tempel
(voor)gevel, façade
barok
eeuw
el pan
el perfume
los cosméticos
el pastel
el dulce
el papel
el bolígrafo
el medicamento
la gasolina
el producto de limpieza
la fruta
el tabaco
la droguería
la pastelería
la papelería
la carnicería
la panadería
la frutería
la perfumería
la gasolinera
la farmacia
la librería
el quiosco
el estanco
el supermercado
la confitería
la joyería
el comercio
especial
el mueble
según
el super
brood
parfum
cosmetica
taart
snoepgoed, snoepje
papier
balpen
medicijn
benzine
schoonmaakmiddel
fruit, vrucht
tabak
drogisterij
banketbakkerij
kantoorboekhandel
slagerij
bakkerij
fruithandel
parfumerie
benzinestation
apotheek
boekhandel
kiosk, krantenstalletje
tabakswinkel
supermarkt
snoepwinkel
juwelier
handel; winkel
speciaal, bijzonder
meubel
volgens
supermarkt
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
11
Vocabulario
el colmado
la miscelánea
el abasto
el chino
la feria
el almacén
vender
el alimento
el uso
cotidiano/a
levensmiddelenwinkel
levensmiddelenwinkel Mexico
levensmiddelenwinkel Venez.
levensmiddelenwinkel Peru
levensmiddelenwinkel Chili
levensmiddelenwinkel Argent.
verkopen
levensmiddelen
gebruik
dagelijks
7
la plaza de toros
la iglesia
San
el/la Santo/a
el campo de fútbol
la estatua
Colón (Cristóbal)
la Plaza Mayor
la Calle Mayor
el ayuntamiento
la Gran Vía
Correos
el casco antiguo
la estación de trenes
la estación
el tren
el autobús
la dirección
numerado/a
del siguiente modo
el lado
par
impar
dar
se dice (decir)
primero
el piso
el tercero
el cuarto
el quinto
luego
la puerta
por esa razón
el sobre
así
Sra. = señora
la plaza
la avenida
el paseo
el código postal
12
(stierenvechters)arena
kerk
verkorte vorm van ‘Santo’ voor
namen van mannelijke
heiligen
Heilige (m/v)
voetbalstadion
standbeeld
Columbus (Christoffel)
hoofdplein (middelpunt van
vele Spaanse steden)
Hoofdstraat
stadhuis
hoofdstraat of brede straat in
een grote stad
postkantoor
oude stadskern
treinstation
station
trein
(auto)bus
adres; richting
genummerd
op de volgende manier
kant
even (van getallen)
oneven (van getallen)
geven
men zegt
eerst
verdieping; flat
derde verdieping
vierde verdieping
vijfde verdieping
dan, daarna
deur
daarom, om die reden
envelop
zo, op die manier
mevrouw
plein
brede straat, laan, boulevard
boulevard, (wandel)laan
postcode
el buzón
amarillo/a
la esquina
unos cuantos
rojo/a
la correspondencia
a veces
la relación
el suceso
histórico/a
el personaje literario
la Plaza Dos de Mayo
el mesón
Quijote
el hostal
los Reyes Católicos
Dulcinea
brievenbus
geel
hoek
enkele
rood
correspondentie
soms
betrekking, relatie
gebeurtenis
historisch
literair figuur
plein in Madrid
herberg, (bruine) kroeg
Don Quichot (held van de
roman ‘Don Quijote de la
Mancha’ van Cervantes)
pension
de katholieke Koningen
(Fernando van Aragon en
Isabel van Castilië)
Dulcinea (grote liefde van
Don Quichot)
9
el/la camarero/a
la agencia de viajes
la oficina de Correos
aquí
cerca (de)
mirar
ober/serveerster
reisbureau
postkantoor
hier
dichtbij
kijken
10
el aeropuerto
el barrio
a los pies de la Cordillera
vliegveld
buurt, (stads)wijk
aan de voet van de bergketen
11
el póster
el despertador
la mesilla
la lámpara
la estantería
el cajón
la mesa
la silla
el armario
la cama
la papelera
encima de
dentro de
el suelo
la ventana
contra
la pared
poster
wekker
nachtkastje
lamp
boekenkast
lade
tafel
stoel
kast
bed
prullenmand
op, boven op
in, binnen in
vloer
raam
tegen
wand, muur
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
12
la guitarra
el reloj
las gafas de sol
las gafas
la falda
el disco de vinilo
la camiseta
el televisor
la raqueta de tenis
ninguno/a
guitaar
horloge
zonnebril
bril
rok
elpee
T-shirt
televisietoestel
tennisracket
geen enkel/e
13
la cocina
la entrada
el salón
el baño
el dormitorio
poner
el sofá
keuken; fornuis
hal, entree
woonkamer
hier: badkamer, toilet
slaapkamer
(neer)zetten, leggen
bank
14
al fondo
el símbolo
el Obelisco
el tipo
bajar
la calle peatonal
obligatorio/a
las Galerías Pacífico
contemplar
los frescos
pintar
la cúpula
cualquier(a)
el rincón
el caramelo
el chocolate
riquísimo/a
el alfajor
op de achtergrond
symbool
obelisk
soort
naar beneden gaan
wandelstraat
verplicht
winkelcentrum in
Buenos Aires
aanschouwen
fresco’s
schilderen
koepel
een of ander, ieder
hoek
snoepje
chocolade
erg lekker
zoete toffeeachtige pasta
Unidad 6
1
el cuarto de baño
la biblioteca
la oficina
el garaje
badkamer
bibliotheek
kantoor
garage
15
jungle
koelkast
vliegtuig
la jungla
la nevera
el avión
16
el paseo
inolvidable
poder (ue)
la visita
el centro histórico
Plaza de Mayo
la Casa Rosada
la sede
el poder ejecutivo
nacional
la Catedral Metropolitana
el Banco Nación
entrar
tomar
desayunar
caminar
adelante
wandeling
onvergetelijk
kunnen
bezoek, bezichtiging
historisch centrum
groot plein in het centrum van Buenos Aires
residentie van de
Argentijnse president
zetel
uitvoerende macht
nationaal, landelijk
kathedraal van Buenos
Aires
Nationale Bank
binnengaan
nemen, drinken
ontbijten
lopen
verder(op)
ayudar en casa
ayudar
el material
el plástico
el precio
el euro
el peso
el kilo
la energía eléctrica
fabricado/a
Japón
saber
la hamburguesa
la tarta
la fresa
el helado
solucionar
el problema
la química
tocar
la música clásica
clásico/a
llevar
la película de terror
el navegador de Internet
la discusión
los hijos
el mejor amigo
mejor
el aluminio
el hierro
la energía solar
in het huishouden helpen
helpen
materiaal
plastic
prijs
euro
gewicht
kilo
stroom, energie
gemaakt, gefabriceerd
Japan
weten; kunnen
hamburger
taart
aardbei
ijs
oplossen
probleem; hier: raadsel
chemie
aanraken; hier: (af)spelen
klassieke muziek
klassiek
dragen
horrorfilm
internetbrowser
discussie; ruzie
kinderen
beste vriend
beste
aluminium
ijzer
zonne-energie
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
13
Vocabulario
Alemania
las patatas fritas
la patata
la traducción
el rap
el disc-jockey
la fiesta
el lector de DVD
la película de ciencia ficción
la película policíaca
la consola
el videojuego
jugar (ue)
el ping pong
despertarse (ie)
por la mañana
la mañana
preferir (ie)
ecológico/a
barato/a
pesar
menos
fabricar
el tipo
ya
Duitsland
patates frites
aardappel
vertaling
rap
diskjockey
feest
dvd-speler
sciencefictionfilm
misdaadfilm
toetsenbord
videospelletje
spelen
tafeltennis
wakker worden
‘s morgens
morgen, ochtend
de voorkeur geven aan,
prefereren
ecologisch
goedkoop
wegen
minder
maken, vervaardigen
type, soort, klasse
al, reeds
2
igual
México D.F. (Distrito Federal)
tampoco
dentro de
una misma ciudad
mismo/a
el/la campesino/a
el/la obrero/a
incluso
distinto/a
lógicamente
presentar
la diferencia
el sonido
final
aspirar
desaparecer (zc)
la expresión
el léxico
el uso
el plátano
la lengua hablada
fonético/a
léxico/a
sintáctico/a
pequeño/a
literario/a
14
gelijk
Mexico-Stad
ook niet, evenmin
in, binnenin
een en dezelfde stad
dezelfde
boer(in)
arbeid(st)er
zelfs, ook
verschillend
logisch
presenteren, laten zien
onderscheid
geluid
einde-, slotnastreven
verdwijnen
uitdrukking
woordenschat
gebruik
banaan
gesproken taal
fonetisch
lexikaal
syntactisch
klein
schrijf-, literair
la lengua culta
culto/a
parecido/a
hispanohablante
enseguida
la variante
mejor
peor
beschaafde taal
cultureel, cultuurgelijkend
Spaanssprekend
onmiddellijk
variant
beter
slechter
Grammatica
poder (ue)
seguir (i)
estos/as
mil
cien
la decena
la unidad
el dólar
el real
la madera
la tela
la lana
el cuero
completamente
Londres
hace frío
el frío
durar
gastar
kunnen
volgen
deze, dit
duizend
honderd
tiental
eenheid
dollar
real (Braz. munteenheid)
hout
stof
wol
leer
helemaal, volledig
Londen
het is koud
kou
duren
opmaken, verbruiken,
gebruiken
3
el/la más grande
el bar
solamente
el metro
el pueblo más alto
de/het grootste
café
alleen, slechts
meter
het hoogst gelegen dorp
4
la medicina pública
acostarse (ue)
tarde
la noche
el café
la leche
encontrarse (ue)
el tráfico
desordenado/a
hay
el atasco
el clima
tropical
el teatro
fanático/a
(vaak) gezondheidszorg
naar bed gaan
laat
nacht
koffie
melk
elkaar treffen
verkeer
chaotisch
er is, er zijn
file
klimaat
tropisch
theater
fanatiek
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
hablar al mismo tiempo
hablar en voz muy alta
la voz
gesticular
fumar
el verano
tegelijk praten
heel hard praten
stem
gebaren, gesticuleren
roken
zomer
5
imaginario/a
el vaquero
el zumo
la entrada
la zapatilla de deporte
el billete
el alquiler
el piso
la habitación
caro/a
denkbeeldig
spijkerbroek
sap
hier: toegangskaartje
sportschoen
kaartje, vervoersbewijs
huur
woning, flat
kamer
duur
6
auto
zwart
el coche
negro/a
7
no consumir por consumir
pedir (i)
la bolsa
de casa
la lata
fresco/a
la botella
el cristal
el trapo de cocina
el papel de cocina
el gas
la calefacción eléctrica
tirar
el contenedor de basura
el plato precocinado
precocinado/a
cocinar
el spray
la bicicleta
educar
prohibir
general
niet consumeren om te
consumeren
vragen, verzoeken;
bestellen
tas(je)
hier: van thuis
blik(je)
vers, fris
fles
glas, kristal
keukendoekje
keukenpapier
gas
elektrische verwarming
weggooien
afvalbak
kant-en-klaarmaaltijd
voorgekookt
koken
spray
fiets
opvoeden, vormen
verbieden
algemeen
11
más
menos
multiplicado por
dividido por
es/son igual a
plus
min
keer, maal
gedeeld door
is gelijk aan
8
afectar
la discoteca
betreffen, aangaan
discotheek
9
en cambio
desordenado/a
ordenado/a
daarentegen, echter
ongeordend, slordig
geordend, netjes
10
el/la consumidor/a
verde
reducir (zc)
reutilizar
reciclar
llamado/a
la ley
el principio
el orden de prioridad
la prioridad
el consumo
consument (m/v)
groen; hier: ecologisch
terugbrengen
hergebruiken
recyclen, hergebruiken
zogenaamd, zogeheten
wet
principe
volgorde van prioriteiten
prioriteit
verbruik
sin
la frontera
la semana
el profesorado
especializado/a
la situación
el laboratorio de idiomas
el objetivo
comunicarse
la actividad
optativo/a
la clase de cocina
la proyección de películas
la enseñanza
complementario/a
el grupo
el/la alumno/a
el centro
enseñar
el vocabulario
la lengua escrita
la conferencia
el tema de actualidad
el servicio
el alojamiento con familias
zonder
grens
week
lerarenkorps
gespecialiseerd
situatie, toestand
talenpracticum
doel(einde)
zich onderhouden
(met iemand)
activiteit
facultatief
kookles
filmvoorstelling
onderwijs;
onderwijsinstellingen
aanvullend
groep
leerling, scholier
centrum; instituut
lesgeven
vocabulaire,
woordenschat
schrijftaal,
geschreven taal
lezing
actueel onderwerp
dienst
(het) onderbrengen bij
families
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
15
Vocabulario
el alojamiento
incluido/a
la academia
pasar unas vacaciones
divertidas
pasar
la equitación
el tenis
la visita
onderdak
inclusief
school, opleidingsinstituut
een fijne vakantie
doorbrengen
doorbrengen
paardrijden
tennis
bezoek, bezichtiging
12
los datos básicos
la moneda
la superficie
la densidad
el crecimiento
anual
la esperanza de vida
urbano/a
los grupos de edad
PNB = Producto Nacional
Bruto
per cápita
el empleo
la población activa
la estructura
la industria
la agricultura
el servicio
algemene gegevens
hier: munteenheid
oppervlakte
hier: bevolkingsdichtheid
toename, groei
jaarlijks
levensverwachting
stedelijk, stadsleeftijdsgroepen
bnp = bruto nationaal product
per hoofd (van de bevolking)
werkgelegenheid
actieve bevolking
structuur
industrie
landbouw
diensten
13
la alimentación
el litro
el transporte
el metro
la vivienda
la periferia
los gastos
la copa
el bar nocturno
diverso/a
el videojuego
la llamada (telefónica)
el preservativo
más o menos
voeding, voedsel
liter
transport(middel)
metro
woning
buitenwijk
uitgaven
drankje, glaasje
nachtcafé
verschillende
videospel
telefoontje, telefoongesprek
condoom
ongeveer
14
el caos
el pantalón
16
chaos
broek
Unidad 7
1
el/la detective
todo el mundo
tanto... como
privado/a
raro/a
la tele(visión)
la gente
la policía
ir a casa de un amigo
el/la psiquiatra
el/la cliente
el/la socio/a
la agencia
madrileño/a
gordito/a
gordo/a
bajito/a
bajo/a
calvo/a
el éxito
el/la novio/a
diferente
extranjero/a
estar de buen humor
el humor
es muy buena persona
único/a
estar enamorado/a
venir (ie)
peor
enamorarse
constantemente
mi
en el tema de...
tímido/a
salir con
ponerse enfermo/a
enfermo/a
no lo entiendo
atractivo/a
alto/a
moreno/a
inteligentísimo
la secretaria
simpatiquísimo/a
despistado/a
guapo/a
en realidad
feo/a
medir (i)
no importa
le
detective (m/v)
iedereen, allen
zowel ... als
privéraar, vreemd, zeldzaam
televisie, tv
mensen
politie
naar een vriend gaan
psychiater (m/v)
klant (m/v), cliënt (m/v)
compagnon, partner (m/v)
agentschap, bureau
Madrileens
gezet, wat dik
dik
enigszins klein (van postuur)
klein
kaal
succes
vaste vriend(in)
hier: andere
buitenlands
goed gehumeurd zijn
humeur; humor
hier: het is een goede kerel
enig(e)
verliefd zijn
komen
slechter, erger
verliefd worden
voortdurend
mijn
wat ... betreft
verlegen, timide
uitgaan met
ziek worden
ziek
ik begrijp het niet
aantrekkelijk
groot, lang
donker (haarkleur)
zeer intelligent
secretaresse
zeer aardig, zeer sympathiek
verstrooid, afwezig
knap, mooi
in werkelijkheid
lelijk
meten, lang zijn
het geeft niets
hem/het/u (meew. vw. en
lijd. vw.)
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
llamar por teléfono
la vez (mv. veces)
al día
naturalmente
Comunica.
el chico de los recados
el recado
el/la mensajero/a
blanco/a
delgado/a
bizco/a
el/la artista
el poema
escondido/a
la mesa
ponerse colorado/a
el tomate
olvidar(se) de
resumir
el equipo
interesante
emocionante
en este momento
la casa discográfica
lo
el bigote
el paquete
¿Quién es la del teléfono?
la fotografía
el jersey
el pelo
(op)bellen, telefoneren
keer, maal
per dag
natuurlijk
hier: Hij is in gesprek.
boodschappenjongen
boodschap, bericht
bode
hier: bleek
slank, mager
scheel
kunstenaar/kunstenares
gedicht
verstopt
tafel; hier: bureau
rood worden
tomaat
vergeten
samenvatten
team; elftal
interessant
opwindend
op dit ogenblik/moment
platenmaatschappij
hem/het/u (lijd. vw.)
snor
pak(je), pakket
Wie is de vrouw die aan
het telefoneren is?
foto; fotografie
trui
haar
2
rubio/a
castaño/a
liso/a
rizado/a
la nariz
el ojo
la cazadora
no se parecen nada
en la manera de…
andar
el/la mismo/a
contento/a
triste
enfadado/a
relajado/a
tranquilo/a
cansado/a
horrible
blond
kastanjebruin
hier: steil, sluik
krullend, krulneus
oog
(wind)jack
ze lijken helemaal niet op
elkaar
hier: op de manier van
lopen
hij/zij/het zelf; (de)zelfde,
(het)zelfde
blij, tevreden
triest, droevig
boos
ontspannen
rustig, kalm
moe
verschrikkelijk
3
el móvil
la cámara de vídeo
el equipo de música
la cámara fotográfica
mobieltje, gsm
videocamera
stereo-installatie
fotocamera
4
físicamente
el color
fysiek, qua uiterlijk
kleur
5
el guardarropa
azul
gris
marrón
garderobe
blauw
grijs
bruin
contar (ue)
por teléfono
suyo/a
vertellen
telefonisch
van hem/haar/u/hen
6
Grammatica
parecerse (zc)
traducir (zc)
parecer (zc)
crecer (zc)
producir (zc)
el abrigo
la maleta
el hotel
la chaqueta
el pasaporte
aquel/aquello/a
derecha
izquierda
arriba
el traje
(ge)lijken
vertalen
lijken
groeien
produceren
jas
koffer
hotel
jack, jasje, colbert
paspoort
die, dat
rechts
links
(er)boven
pak, kostuum
el hijo mayor
llevar bigote
el hijo menor
tener ... años
la lectura
ir vestido/a de negro
la barba
largo/a
el chico de la pelota
la pelota
de oudste zoon
een snor hebben
de jongste zoon
... jaar oud zijn
het lezen; lectuur
in het zwart gekleed gaan
baard
lang
de jongen met de bal
bal
7
el/la cartero/a
el latín
el/la jubilado/a
postbode (m/v)
latijn
gepensioneerde (m/v)
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
17
Vocabulario
el ama (f) de casa
ser aficionado/a a ...
el/la mafiosa/a
el golf
el fan
huisvrouw
gek zijn op, houden van (iets)
maffioso (m/v); gangster (m/v)
golf
fan
8
la chaqueta
loco/a
el cuello
quizá
aquel/aquello/a
jasje, colbert, jack
gek
nek
misschien
die, dat
9
explicar
el/la hombre/mujer de
tus sueños
el sueño
el príncipe azul
ideal
el sentido
uitleggen; hier: vertellen
man/vrouw van je dromen
droom
prins op het witte paard
ideaal
gevoel; zin(tuig)
10
la misión
el/la extraterrestre
el (ser) humano
opdracht; missie
buitenaards wezen
mens, menselijk wezen
Unidad 8
1
alguna vez
alguno/a
haber
marearse
el barco
estar encerrado/a
salir
el ascensor
soñar (ue)
volar (ue)
tener ganas
volver a casa
volver (ue)
la lata
congelado/a
ver
la guerra de las galaxias
la ciencia ficción
tener miedo (a)
la oscuridad
la soledad
18
hier: al een keer
een of ander(e), enige (mv.)
hebben (hulpwerkwoord)
zeeziek/misselijk worden
schip, boot
opgesloten zijn/zitten
hier: eruit komen
lift
dromen
vliegen
zin hebben
naar huis terugkeren,
weer naar huis gaan
terugkeren, teruggaan
blik(je)
diepvries-,ingevroren
zien
hier: Starwars (film)
sciencefiction
bang zijn (voor)
duisternis
eenzaamheid
el/la exraterrestre
el lobo
feroz
hacer deporte
encontrarse (ue) bien
los cereales (mv.)
el desayuno
arreglar
el sexo
levantarse
temprano
el periódico
hacer la cama
últimamente
estar nervioso/a
estar de mal humor
el dolor de cabeza
el dolor
el plan
el proyecto
contestar
mañana por la mañana
el fin de semana que viene
el fin de semana
próximo/a
si
la respuesta
¿Cuándo…?
dentro de poco tiempo
antes de
el mes que viene
el mes
el ser
el planeta
casarse
tener hijos
la pregunta
buitenaards wezen
wolf
wild
sporten, aan sport doen
zich goed voelen
granen, muesli
ontbijt
herstellen, in orde brengen;
regelen
sekse, geslacht
opstaan
vroeg
krant
bed opmaken
de laatste tijd, onlangs
nerveus zijn
een slecht humeur hebben, in
een slechte bui zijn
hoofdpijn
pijn
plan
plan, project
antwoorden
morgen vroeg
het komende weekend
weekend, weekeinde
volgend(e)
als, wanneer; of, immers
antwoord
Wanneer ...?
binnenkort
voor (tijd)
volgende maand
maand
wezen, schepsel
planeet
trouwen
kinderen krijgen
vraag
2
despistado/a
mamá
la cartera
¡Anda!
el reloj
parecer (zc)
encima de
la cama
oye
dejar
el diccionario
la cazadora de cuero
el cuero
meter
¡Ay!
verstrooid
mama
schooltas; portefeuille; map
hier: O, jee!
horloge, klok
lijken, schijnen
op
bed
luister eens (geb.wijs)
laten; (uit)lenen
woordenboek
leren jas
leer
hier: neerleggen
Ach!
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
papá
Ah, sí!
vuestro/a
el dormitorio
el bolígrafo
ni... ni
papa
O ja!
jullie (bezit. vnw.)
slaapkamer
balpen
noch ... noch
Grammatica
volver (ue)
poner
romper(se)
¿Qué tal...?
aburrido/a
hoy
últimamente
el mes
la tarde
la primavera
la Navidad
la vez
muchas veces
alguna vez
varias veces
regular
fatal
el rollo
terminar
la carrera
venir
... que viene
próximo/a
pasado mañana
¿Qué hora es?
la hora
en punto
quedar
el mediodía
Buenos días.
Buenas tardes.
Buenas noches.
el lunes
el martes
el miércoles
el jueves
el viernes
el sábado
el domingo
la primavera
el verano
el otoño
el invierno
terugkomen, teruggaan
zetten, leggen
breken
Hoe was ...?
saai, vervelend
vandaag
de laatste tijd
maand
(voor)avond
lente
Kerstmis
keer
vaak
weleens
verscheidene keren
middelmatig, gewoon,
alledaags, matig
beroerd, belabberd
(informeel)
een vervelende zaak
beëindigen, ophouden,
een einde maken aan
studie; loopbaan
komen
komende
volgende
overmorgen
Hoe laat is het?
tijd; uur
precies
afspreken
twaalf uur overdag
Goedemorgen./ Goedendag.
Goedemiddag./
Goedenavond.
Goedenavond./ Goedenacht.
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
lente
zomer
herfst
winter
3
aparecer (zc)
muerto/a
el/la muerto/a
reunirse
el/la director/a comercial
el/la director/a
el/la heredero/a
la industria
el/la contable
el/la conserje
hier: gevonden worden
dood
dode (m/v)
samenkomen, vergaderen
commercieel directeur (m/v)
directeur (m/v)
erfgenaam (m/v)
industrie
boekhouder (m/v)
conciërge, portier (m/v)
4
en un papel
preguntar
op een vel papier
vragen
5
el horóscopo
el día de hoy
suceder
Aries
pasar un buen día
la sorpresa
Tauro
quedarse
Géminis
convertirse (en) (ie)
cuidado
Cáncer
la personalidad
el encanto personal
recibir
el regalo
Leo
disfrutar de
descansar
seguramente
después de
la fruta
Virgo
excitante
Libra
el mediodía
el susto
agradable
regular
Escorpio
la pareja
la paciencia
el estómago
por la tarde
Sagitario
horoscoop
vandaag de dag,
tegenwoordig
gebeuren
Ram (sterrenbeeld)
een mooie dag
hebben/doorbrengen
verrassing
Stier (sterrenbeeld)
blijven
Tweeling (sterrenbeeld)
veranderen in, worden tot
voorzichtig
Kreeft (sterrenbeeld)
persoonlijkheid
charme
ontvangen
geschenk
Leeuw (sterrenbeeld)
genieten van
uitrusten
zeker, ongetwijfeld
na
fruit
Maagd (sterrenbeeld)
opwindend
Weegschaal (sterrenbeeld)
twaalf uur overdag
schrik, angst
aangenaam
middelmatig
Schorpioen (sterrenbeeld)
(echt)paar
geduld
maag
‘s middags, ‘s avonds
Boogschutter (sterrenbeeld)
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
19
Vocabulario
lejano/a
Capricornio
la vida amorosa
la maravilla
conseguir (i)
Acuario
tranquilo/a
el problema amoroso
pasear
el campo
nadar
Piscis
quedarse en casa
durmiendo
acertar (ie)
doler (ue)
ver, vergelegen, verwijderd
Steenbok (sterrenbeeld)
liefdesleven
wonder
bereiken, verkrijgen,
voor elkaar krijgen
Waterman (sterrenbeeld)
rustig
liefdesprobleem
wandelen
platteland, veld
zwemmen
Vissen (sterrenbeeld)
(tegenw. deelw. van dormir)
thuis blijven en slapen
hier: goed raden
pijn hebben
6
relacionar
reconstruir (y)
horrible
aburrido/a
el parque de atracciones
llover (ue)
jugar (ue)
el parchís
el horror
pasárselo bien
estupendo/a
dormirse (ue)
llegar tarde
llegar
la filosofía
salir bien
el examen
el/la primo/a
pasar a la historia
el desastre
a tiempo
suspender
perder (ie) el autobús
pincharse una rueda
la rueda
el examen sorpresa
ordenar
verbinden
reconstrueren, herstellen
verschrikkelijk
saai, vervelend
pretpark
regenen
spelen
mens-erger-je-niet
verschrikking, ontzetting
het naar zijn zin hebben
geweldig
in slaap vallen
te laat komen
aankomen
filosofie
lukken, goed gaan
examen, toets
neef/nicht (v. dezelfde generatie)
de geschiedenis ingaan
ramp, catastrofe
op tijd
(laten) zakken voor een examen
de bus missen
een lekke band krijgen
band, wiel
onverwachte overhoring
opruimen
7
decretar
quieran
la noticia
prohibido/a
el/la ciudadano/a
afkondigen, verordenen
(3e pers. mv. subj. t.t. van
querer) willen
bericht, nieuws
verboden
burger (m/v)
la obligación
el compromiso
la prohibición
excepcional
al conocer la noticia
8
el mar
la tarjeta de crédito
el parque
la catedral
el medicamento
zee
creditcard
park
kathedraal
medicijn
9
correspondiente
la mochila
ponerse la mochila
para ver qué tal
el cumpleaños
el pastel de cumpleaños
el comedor
continuamente
querer (ie) a alguien
necesitar a alguien
mandar
el ramo
la rosa
pondrá (toek. tijd v. poner)
podrá (toek. tijd v. poder)
gustar
odiar
poner el CD-ROM en la boca
comerse
probar (ue)
tan
conectarse a Internet
conectarse
el virus
destruir (y)
el error
bijbehorend
rugzak
zijn rugzak omhangen
hier: om te kijken hoe hij zit
verjaardag
verjaardagstaart
eetkamer
voortdurend
van iemand houden
niet zonder iemand kunnen
sturen
boeket
roos
hij/zij/u zal zetten
hij/zij/u zal kunnen
houden van, leuk/lekker vinden
haten
cd-rom in zijn mond stoppen
opeten
hier: proeven
zo
verbinding maken met internet
verbinding maken
virus
vernietigen
fout
10
cambiarse de casa
regalar
guardar
enviar
Voy a regalárselos.
el/la sobrino/a
la raqueta de tenis
verhuizen
schenken
bewaren
sturen
Ik geef ze aan hen.
neef/nicht (kind van broer/zus)
tennisracket
12
el verso
20
verplichting
hier: verplichting
verbod
uitzonderlijk
hier: na het bericht gehoord te
hebben
vers, gedicht
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
el ansia (f)
el disgusto
la añoranza
el llanto
bastar
hevig verlangen
verdriet, ergernis
heimwee, nostalgie
tranen
genoeg zijn
Unidad 9
1
el habla (f)
la isla
Asturias
elegir (i)
el gusto
el interés
encantar
observar
la terminación
taal
eiland
Asturië
kiezen, uitzoeken
smaak
belangstelling, interesse
hier: gek zijn op
merken
hier: uitgang
conmigo
contigo
genial
maravilloso/a
increíble
espantoso/a
horroroso/a
cenar
fuera
de primero
de segundo
de postre
el postre
el agua
de entrada
la sopa
3
el gusto
pasar
2
perdonar
traer
pescado al horno
el horno
la trucha
truchas a la navarra
vale
pues
de primero
el gazpacho
rico/a
buenísimo/a
delicioso/a
no me apetece
apetecer (zc)
salado/a
valorar
ofrecer (zc)
verontschuldigen
hier: (mee)brengen
in de oven klaargemaakte
vis
oven
forel
gevulde forel met
tomatensaus
oké
nou, dan
als voorgercht
koude tomatensoep
hier: lekker
erg goed, lekker
heerlijk
ik heb er geen trek in
verlangen naar,
trek hebben in
zout, gezouten
beoordelen
aanbieden
Grammatica
el cuadro
Me encanta.
me
encantar
detestar
soportar
a mí
A mí, sí.
A mí, no.
A mí, tampoco.
schilderij
Ik vind het erg mooi.
me, mij
gek zijn op
een hekel hebben aan
verdragen
mij
Ik wel.
Ik niet.
Ik ook niet.
met mij
met jou
geniaal, geweldig
wonderbaarlijk
ongelooflijk
verschrikkelijk
afschuwelijk
eten (‘s avonds)
hier: uit, buiten de deur
als voorgerecht
als hoofdgerecht
als nagerecht
nagerecht
water
als voorgerecht
soep
pintar
el resto
justificar
la decisión
smaak
hier: overkomen,
gebeuren
schilderen
rest
rechtvaardigen
beslissing
4
aconsejar
tener en cuenta
interesarse
la naturaleza
entonces
afable
la variedad
el paisaje
la zona montañosa
la zona
la costa caribeña
selvático/a
el volcán
la montaña
el arte (f)
el museo
exquisito/a
hermoso/a
numeroso/a
el centro comercial
el monumento
la época
húmedo/a
caudaloso/a
el ecoturismo
el contacto
la fauna
exótico/a
aanraden, aanbevelen
rekening houden met
zich interesseren voor
natuur
dan
vriendelijk
afwisseling
landschap
bergachtig gebied
gebied, zone
Caribische kust
van het oerwoud
vulkaan
berg
kunst
museum
verrukkelijk
prachtig
talrijk
winkelcentrum
monument
tijdperk, tijd(vak)
vochtig
waterrijk
ecotoerisme
contact
fauna
exotisch
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
21
Vocabulario
5
8
crear
el chat
practicar
¿Con quién te sientes más
identificado?
sentirse (ie)
el/la cubano/a
Me encanta.
me
me gusta
nada
la astrología
esperar
la noticia
el/la uruguayo/a
Punta del Este
todo tipo de
la moto
hasta pronto
el beso
esquiar
la excursión
ni
muchísimo
soportar
solo/a
en general
Londres
Nueva York
francés/esa
relacionado/a con
oprichten, creëren
chat, het chatten
oefenen
Met wie kun je je het meest
vereenzelvigen?
zich voelen
Cubaan(se)
Ik vind het geweldig.
me, mij
ik vind het leuk/lekker
niets
astrologie
wachten (op); hopen
bericht, nieuws
Uruguaan(se)
badplaats in Uruguay
allerlei
motorfiets; bromfiets
tot gauw
kus
skiën
uitstapje
en ook niet
erg veel, zeer
verdragen
alleen
in het algemeen
Londen
New York
Frans
verband houdend met
6
en cadena
A mí, también.
las ciencias ocultas
las matemáticas
la informática
el baloncesto
el esquí
la (película) de terror
la (película) histórica
op het rijtje af
Ik ook.
occulte wetenschap
wiskunde
informatica
basketbal
het skiën
horrorfilm
historische film
7
la cinta
la frase
la entonación
reaccionar
¡Qué rico!
¡Qué asco!
el asco
¡Qué horror!
22
bandje
zin
intonatie
reageren
Wat lekker!
Bah! Wat vies!
afkeer, afschuw
Wat afschuwelijk!
la entrevista
la encuesta
determinar
preferido/a
interview
enquête
bepalen
lievelings-
9
el sábado
el asesino/a
Es que...
dirigido/a por
la sesión (de cine)
la exposición
el pájaro
el concierto
el centro cultural
el descuento
la inauguración
la ciencia
la medicina
a través de
la historia
prehistórico/a
la aspirina
la final
femenino/a
el open
la retransmisión en
directo
directo/a
la mejor marcha
la pantalla
gigante
las actuaciones en vivo
a partir de
zaterdag
moordenaar
Het is zo dat ...
geregisseerd door
(film)voorstelling
expositie
vogel
concert
cultureel centrum
korting
opening
wetenschap
medicijn
door(heen)
geschiedenis
prehistorisch
aspirine
finale
vrouwelijk
open kampioenschap
rechtstreekse rapportage
rechtstreeks
de meeste pret
scherm
gigantisch
live-optredens
vanaf
10
el hábito
cultural
el total
revelar
el/la cantautor/a
el rock duro
la letra
dar igual
el equipamiento
el reproductor de CD
el reproductor de casetes
la frecuencia
diario/a
la asistencia
contestar
el porcentaje
el minuto
gewoonte
cultureel
totaal
onthullen, openbaren
zanger(es)-componist(e)
hardrock
tekst
niets uitmaken
uitrusting
cd-speler
cassetterecorder
frequentie
dagelijks
aanwezigheid
antwoorden
percentage
minuut
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
frente (a)
tegenover
11
la carta
el entrante
la tortilla de maíz
enrollado/a
la cebolla
la sopa
el caldo de verduras
el lomo de cerdo
fresco/a
macerado/a
el jugo de limón
la cazuela
el bacalao
el ajo
la guindilla
el tomate
la pechuga de pollo
el pollo
deshilachado/a
servido/a
la masa de pan
relleno/a
el bistec
el pimiento
el cordero
el jamón
la panceta
el ingrediente
a base de
la mantequilla
la tarta
el melocotón
el almíbar
la compota
la(s) fruta(s)
el maíz
el ron
el cava
de primero
de segundo
de postre
menukaart
voorgerecht
maïstortilla
opgerold
ui
soep
groentebouillon
varkensfilet
vers
ingelegd
citroensap
stoofschotel
kabeljauw
knoflook
rode peper
tomaat
kipfilet
kip (als gerecht)
hier: in reepjes
geserveerd
brooddeeg
gevuld
biefstuk
paprika
lam
ham
doorregen spek
ingrediënt
op basis van
boter
taart
perzik
stroop
compote
fruit
maïs
rum
Spaanse champagne
als voorgerecht
als hoofdgerecht
als nagerecht
genial
impresionante
horroroso/a
curioso/a
relajante
14
el pato
el pico
el taco
la peca
tapar
deegwaren
13
la preciosidad
la porquería
maravilloso/a
espantoso/a
schoonheid,
iets schitterends
hier: knoeiwerk
wonderbaarlijk
verschrikkelijk
eend
snavel
scheldwoord
sproet
bedekken, afdekken
Unidad 10
1
la biografía
el Premio Nobel de la Paz
poner en relación
histórico/a
remitir (a)
el pasado
el orden
soler (ue) + Inf.
nacer (zc)
enero
la aldea
el altiplano
indígena
desde
la infancia
sufrir
la explotación
el/la terrateniente
representar
poseer
la tierra
la propiedad
cultivar
la caña de azúcar
la adolescencia
dedicarse al servicio doméstico
12
la(s) pasta(s)
geniaal, geweldig
indrukwekkend
afschrikwekkend
merkwaardig, opmerkelijk
rustgevend
defender (ie)
múltiple
el intento
expulsar
asesinar
el/la testigo
el asesinato
por completo
la lucha
la represión
biografie
Nobelprijs voor de Vrede
verbinden
historisch
verwijzen
verleden tijd
hier: volgorde
gewoon zijn te
geboren worden
januari
dorpje, gehucht
hoogvlakte
inheems
vanaf, sinds
kindertijd
lijden (onder)
uitbuiting
grootgrondbezitter,
landeigenaar
uitmaken, vormen
bezitten
land
landgoed
verbouwen
suikerbiet
tienerjaren
zich met huishoudelijk
werk bezighouden
verdedigen
meervoudig
voornemen; poging
uitwijzen
vermoorden
getuige
moord
helemaal, geheel en al
strijd
onderdrukking
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
23
Vocabulario
a gran escala
al mismo tiempo
crear
la organización
popular
ingresar
el Comité de Unidad
Campesina
los oprimidos
asaltar
pacíficamente
la embajada
protestar
guatemalteco/a
el asalto
militar
abril
la caza
la bruja
el aumento
la protesta
secuestrar
torturar
paramilitar
amenazado/a de muerte
exiliarse
incorporarse
el grupo guerrillero
el/la exiliado/a
participar en
activamente
la manifestación
el/la propietario/a
la mitad
la finca
clasificar
la clasificación
la regularidad
la irregularidad
el acontecimiento
la expresión temporal
verificar
op grote schaal
tegelijkertijd
oprichten
organisatie
volkstoetreden
Comité van de Eenheid van
Boeren
onderdrukten
overvallen
op vreedzame wijze
ambassade
protesteren
Guatemalteeks
overval, aanval
militair
april
jacht
heks
toename
protest
ontvoeren
martelen
paramilitair
met de dood bedreigd
in ballingschap gaan
zich aansluiten bij
guerillagroepering
banneling(e)
deelnemen aan
actief
demonstratie
eigenaar/eigenares
helft
landgoed
classificeren
classificatie
regelmatigheid
onregelmatigheid
gebeurtenis
tijdsuitdrukking
controleren, nakijken
2
el titular
el subtitular
el contenido
basarse en
comprobar (ue)
la complicación
el rescate
olvidado/a
pasado/a
el regreso
imposible
24
titel, opschrift
ondertitel
inhoud
zich baseren op
controleren
moeilijkheid, complicatie
oplossing
vergeten
verleden, vorig(e)
terugkeer
onmogelijk
cambiar
modernizar
mejorar
la tortilla de patatas
el colesterol
inventar
la generación
escogido/a
investigar
la existencia de vida
Saturno
despedirse (i)
subirse a
la nave espacial
espacial
el mando
oír
la explosión
previsto/a
acercarse
alejarse
el vuelo
horrorizado/a
atrapar
en el interior
gracias a
el espíritu
aventurero/a
al cabo de
grabar
complicar
eléctrico/a
estropearse
terminarse
la manzana
la pastilla
rarísimo/a
a principios de…
S.O.S. = mensaje de socorro
arreglar
contundente
el saludo
pedir (i) socorro
localizar
el infinitivo
veranderen
moderniseren
verbeteren, beter worden
aardappeltortilla
cholesterol
uitvinden
generatie
uitgezocht
onderzoeken
het bestaan van leven
Saturnus
afscheid nemen
hier: opstijgen
ruimteschip
van de ruimte, ruimtehier: bedieningspaneel
horen
explosie
voorzien
dichterbij komen
zich verwijderen; hier: afdrijven
vlucht
ontsteld, ontzet
hier: opsluiten
(binnen)in
dankzij
geest
avonturiersna
opnemen
bemoeilijken
elektrisch
kapotgaan
opraken
appel
tablet
zeer merkwaardig
aan het begin van ...
S.O.S.-bericht
regelen, in orde brengen
overtuigend
groet
om hulp vragen
zoeken, vinden
infinitief, hele werkwoord
Grammatica
sentir (ie)
dormir (ue)
anteayer
anoche
¡Qué casualidad!
preguntar
detener
poner en libertad
voelen
slapen
eergisteren
gisteravond
Wat een toeval!
vragen
aanhouden, arresteren
vrijlaten
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
3
el accidente
los problemas físicos
ayer
el lunes
la Nochevieja
gisteren
maandag
Oudejaarsavond
4
nada más terminar...
a mediados de septiembre
a la vuelta de
la vuelta
el festival
la agencia de publicidad
Holanda
Bélgica
de viaje
nauwelijks was/waren ...
afgelopen, of ...
half september
na de terugkeer uit
hier: terugkeer
festival
reclamebureau
Nederland
België
op reis
la hepatitis
tu gran amor
el concurso
ponerse a + Inf.
9
el curriculum vitae
relevante
tener en común
el D.N.I = Documento Nacional
de Identidad
académico/a
la Educación General Básica (EGB)
el Bachillerato Unificado
Polivalente (BUP)
5
Franco
las elecciones
democrático/a
la Comunidad (Económica)
Europea
la peseta
Spaanse dictator (tussen
1939 en 1975)
verkiezingen
democratisch
Europese (Economische)
Gemeenschap
peseta
6
feit, gebeurtenis
uitwerken
versie, lezing
el hecho
elaborar
la versión
7
por última vez
el/la dentista
pedir dinero prestado
actuar
la obra de teatro
pasar las vacaciones
el desierto
entrar en un chat
asiático/a
plantar
el caracol
las Canarias
voor het laatst
tandarts (m/v)
geld lenen
optreden
toneelstuk
de vakantie doorbrengen
woestijn, woestenij
chatten
Aziatisch
planten
slak
Canarische Eilanden
8
valer
adaptarse
cambiarse de casa
hier: mogen
hier: betrekking hebben op
verhuizen
ongeluk
lichamelijke problemen,
gezondheidsproblemen
hepatitis, geelzucht
je grote liefde
wedstrijd, concours
beginnen te
el Curso de Orientación
Universitaria (COU)
PAU (Pruebas de Acceso a la
Universidad)
la licenciatura
la traducción
la interpretación
el semestre
el intercambio
el ciclo
el periodismo
el/la teleoperador/a
el instituto
la estadística
publicitario/a
la gestión
el/la redactor/a
perfecto/a
el nivel
oral
escrito/a
el estudio
universitario/a
adjuntar
el certificado
el máster
el derecho
internacional
el/la abogado/a
la Cámara de Comercio
las referencias (mv.)
anterior
las prácticas (mv.)
el despacho (de abogado)
curriculum vitae
relevant
gemeenschappelijk hebben
Identiteitskaart
hier: opleidingsbasisonderwijs
onderbouw van het
voortgezet onderwijs,
basisvorming
voorbereidend jaar voor de
universiteit
toelatingsexamen voor de
universiteit
academische graad/titel
vertaling
(het) tolken
semester
uitwisseling
cyclus
journalistiek
telefonist(e), operator (m/v)
instituut
statistiek
reclamebestuur, leiding
redacteur (m/v)
perfect
niveau
mondeling
schriftelijk
studie
universitair
meezenden
hier: getuigschrift
master
rechten
internationaal
advocaat/advocate
Kamer van Koophandel
referenties
vorig(e)
stage
advocatenkantoor
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
25
Vocabulario
10
el alma (f)
sexto/a
el programa de televisión
faltar
dejar
los estudios
entrar a trabajar
el/la productor/a
los cuatrillizos
Le toca la lotería.
la lotería
el gordo
divorciarse
montar
el estudio de grabación
buscar
el/la primo/a
primo segundo
desesperadamente
la denuncia
la prensa
ocupar
la portada
la actuación
el público
el triunfo
la ‘señorona’
desde entonces
el escándalo
el romance
tener (mucho) cuidado
el grupo musical
la telenovela
A por todas.
el/la solista
convertirse (ie)
la gira
el continente
americano/a
conceder
el disco de platino
trasladarse (a)
amar
publicar
la copia
el/la modelo
venezolano/a
el premio
televisieprogramma
ontbreken
stoppen (met)
studie
beginnen met werken
hier: platenproducent
vierling
Hij/zij heeft/u hebt een prijs in
de loterij gewonnen.
loterij
hoofdprijs
scheiden
hier: opzetten
opnamestudio
zoeken
neef/nicht (van dezelfde
generatie)
achterneef
wanhopig
aangifte, aanklacht
pers
hier: staan op
voorpagina
optreden
publiek
overwinning
‘deftige dame’
sindsdien
schandaal
romance
(erg) oppassen
muziekgroep
televisiefeuilleton
Alles of niets.
solist(e)
worden
tournee
continent
Amerikaans
geven, verstrekken
platinaplaat
verhuizen
liefhebben
uitbrengen
kopie
(foto)model
Venezolaans
prijs
11
la sombra
el hambre (f)
la función
la aventura
26
schaduw
honger
functie
avontuur
ziel
zesde
12
la rapidez
el aprendizaje
secuestrar
anoche
el/la desconocido/a
raptar
acompañar
detener
sorprender
snelheid
(het) leren
ontvoeren
gisteravond
onbekende (m/v)
ontvoeren
vergezellen
arresteren
verrassen, verbazen
13
el taxi colectivo
árido/a
la fuente termal
el géiser
el oasis
el lugar de interés
colosal
la mina
visible
el Pan de Azúcar
reunir
el cactus
la callejuela
la arquitectura
el museo
mineralógico/a
el arte (f)
religioso/a
divisar
el delfín
la planta
el pisco
portuario/a
el Congreso
la subida
el ascensor
superior
el cerro
admirar
magnífico/a
la panorámica
el/la poeta
el arbusto
el recorrido
el carruaje
exquisito/a
la angula
el limón
las especias
el barrio comercial
gemeenschappelijke taxi
dor, droog
warm bronbad
geiser
oase
bezienswaardigheid
enorm, reusachtig
(kolen)mijn
zichtbaar
suikerbrood
bijeenbrengen; hier: hebben
cactus
straatje
architectuur
museum
mineralogisch
kunst
religieus
ontwaren, bespeuren
dolfijn
plant; verdieping; hier: fabriek
druivenbrandenwijn
havencongres
(het) omhoog gaan
lift
bovenste
heuvel
bewonderen
geweldig
uitzicht
dichter(es)
struik
tour, rit
koets
verrukkelijk
aal
citroen
kruiden
winkelbuurt
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
los alrededores
el globo
el ala (f) delta
el esquí
fascinante
arqueológico/a
el misterio
resolver (ue)
a lo largo de
la flora
el submarinismo
el mercado
al aire libre
mapuche
la caverna
volcánico/a
el ascenso
el cráter
humear
la desembocadura
la fortaleza
intenso/a
el poblado
la miniatura
la mitología
austral
extenderse (ie)
hacia
el fiordo
espeso/a
el glaciar
el crucero
la vista
espectacular
valer la pena
característico/a
el tejado
Tierra del Fuego
el horizonte
extenso/a
la pampa
nevado/a
solitario/a
omgeving
heteluchtballon
deltavleugel
skisport
boeiend
archeologisch
mysterie
oplossen
langs
flora
onderwatersport,
duiksport
markt
in de open lucht
van/uit Auracanië
grot, spelonk
vulkanisch
beklimming
krater
roken
monding
fort, vesting
intens; hier: diep
dorp
miniatuur
mythologie
zuidelijk
zich uitstrekken
naar ... toe
fjord
dicht
gletsjer
cruise, pleziertocht
uitzicht
opzienbarend
de moeite waard zijn
karakteristiek
dak
Vuurland
horizon
uitgestrekt
pampa, grasvlakte
besneeuwd
eenzaam
Unidad 11
1
mayor
la humanidad
sin duda
la duda
industrializado/a
el hemisferio
pobre
grootste
mensheid
ongetwijfeld
twijfel
geïndustrialiseerd
halfrond
arm
encontrarse (ue)
mientras que
América Latina
en todos los terrenos
consumir
la energía
mundial
el metal
la cuarta parte
equivalente
los estudios superiores
tratarse de
por (lo) tanto
el círculo vicioso
muy difícil de romper
romper
corresponder a
la colonia
en el fondo
encubierto/a
el país industrializado
depender de
totalmente
por una parte
obtener (ie)
el beneficio
exportar
por medio de
la multinacional
pagar
la materia prima
el mineral
resulta evidente que...
resultar
evidente
la ayuda
claramente
insuficiente
la oportunidad
hacia
por eso
el país en vía de desarrollo
el desarrollo
trasladarse
el/la refugiado/a
el/la emigrante
legal
ilegal
huir (y)
intentar
entrar
por todos los medios
por todo ello
el/la experto/a
la emigración
el informe
liggen, zich bevinden
terwijl
Latijns-Amerika
op alle gebieden
verbruiken
energie
in de wereld
metaal
een kwart
gelijkwaardig
hoger onderwijs
gaan om
daarom
vicieuze cirkel
erg moeilijk te doorbreken
(door)breken
hier: bestaan uit
kolonie
eigenlijk, in feite
verkapt
geïndustrialiseerd land
afhankelijk zijn van
geheel, volledig
enerzijds
(ver)krijgen
voordeel, winst
exporteren, uitvoeren
door middel van
multinational
betalen
grondstof
mineraal
het is duidelijk dat ...
blijken
(over)duidelijk
hulp
duidelijk
onvoldoende, ontoereikend
kans, gelegenheid
in de richting van
daarom
ontwikkelingsland
ontwikkeling
verhuizen
vluchteling(e)
emigrant(e)
legaal
illegaal
vluchten
proberen
binnengaan, binnenkomen
op allerlei manieren
daarom
expert, deskundige (m/v)
emigratie
verslag, rapport
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
27
Vocabulario
el Programa de las Naciones
Unidas para el Desarrollo
el Desarrollo de
PNUD
aparecer (zc)
emigrar
la lista
el género
la palabra clave
en negrita
organizar
el contexto
la hipótesis
la causa
United Nations Development
Program
ontwikkeling van UNDP
voorkomen
emigreren
lijst
geslacht
sleutelwoord
vetgedrukt
organiseren
context
hypothese
oorzaak
2
manifestar (ie)
Es cierto.
injusto/a
la vergüenza
tanto/a
el arma (f)
en lugar de
la falta de vivienda
la droga
de acuerdo
la delincuencia
el paro
grave
el producto nacional bruto
per cápita
Suiza
evidentemente
el modo
verbal
el subjuntivo
las condiciones
simple
la frase subordinada
actualmente
tonen, uiten
Het is waar.
onrechtvaardig
schande
zoveel
wapen
in plaats van
woningnood
drugs
akkoord
criminaliteit
werkloosheid
ernstig
Bruto Nationaal Product
per hoofd van de bevolking
Zwitserland
natuurlijk
wijs (gramm.)
van het werkwoord
aanvoegende wijs, subjuntivo
omstandigheden; voorwaarden
enkelvoudig
bijzin
op dit moment
Grammatica
la tontería
necesario/a
morir (ue)
la contaminación
claro
domheid
noodzakelijk
sterven
vervuiling
duidelijk, natuurlijk
3
formular
identificar
expresar
la opinión
28
formuleren
identificeren
uitdrukken
mening
servir (i)
el método
lo mejor
justo/a
hace doscientos años
el ideal
luchar
pasarlo bien
legalizar
controlar
hier: aanleg hebben
leergang, methode
het beste
rechtvaardig
tweehonderd jaar geleden
ideaal
vechten
het leuk hebben
legaliseren
toezicht houden op
4
explicar
la causa
ganar
ir mal de dinero
llevarse bien
comprender
el tiempo
triste
uitleggen, verklaren
oorzaak
verdienen; winnen
slecht bij kas zijn
goed kunnen opschieten
begrijpen
tijd
treurig, triest
5
la razón
mayor
el homicidio
el crecimiento económico
implicar
la protección del medio
ambiente
la protección
el medio ambiente
la especie animal
la especie vegetal
en peligro de extinción
el peligro
la esperanza de vida
la esperanza
los recursos naturales
la deuda externa
la preocupación
aumentar
el racismo
oorzaak
hoogste
doodslag
economische groei
met zich meebrengen
milieubescherming
bescherming
milieu
diersoort
plantensoort
met uitsterven bedreigd
gevaar
levensverwachting
hoop
natuurlijk hulpbronnen
buitenlandse schuld
bezorgdheid
toenemen
racisme
6
la serie
varios/as
anotar
la intervención
responder
reeks
verscheidene, enkele
noteren
tussenkomst; hier: mededeling
antwoorden
7
comparar
la población
vergelijken
plaats
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
8
autorizado/a
probable(mente)
obligatorio/a
a los veinte años
el honor
el/la extranjero/a
el alcohol
la comida
la cena
el alto cargo directivo
el/la ministro/a
los que
el delito
decir mentiras
la mentira
la pena
llegar hasta...
la cárcel
la mentira gorda
cortar
grave
invertir (ie)
la tecnología
competitivo/a
¿Qué te parece?
comentar
sorprendente
peligroso/a
ridículo/a
lógico/a
toegestaan
waarschijnlijk
verplicht
op zijn twintigste jaar
eer
buitenlander/buitenlandse
alcohol
(middag)eten
(avond)eten
hoge leidinggevende functie
minister
degenen die
misdrijf, delict
liegen
leugen
straf
oplopen tot ...
gevangenis
grove leugen
knippen; hier: omzagen
ernstig
investeren
technologie
concurrerend
Wat vind je ervan?
bespreken
verbazingwekkend
gevaarlijk
belachelijk
logisch
9
deber
sacar buenas notas
alrededor de
moeten
goede cijfers halen
hier: ongeveer
10
comunicativo/a
spraakzaam
11
la descripción
el nivel del mar
el largo
el ancho
el agua corriente
la electricidad
la forma de vida
el/la inca
la tradición
los antepasados
el/la turista
desear
beschrijving
zeespiegel
lengte
breedte
stromend water
elektriciteit
manier van leven
Inka
traditie
voorouders
toerist(e)
wensen
lamentablemente
foráneo/a
pretender
desplazar
la lancha
privar
los ingresos económicos
el/la lanchero/a
alojar
ni un/a solo/a…
controlado/a
la misa
discutir
el futuro
inmediato/a
de fuera
la insurrección
la corrupción
policial
la justicia
robar
la oveja
ante
la reunión
obligado/a
la vuelta
llevando la oveja a sus
espaldas
la espalda
matar
conducir (zc)
el continente
permitir
regresar
tejer
la técnica
precolombino/a
la hoja
obtener
el escarabajo
las tierras
una especie de
la especie
lleno/a
la magia
de vez en cuando
en lugar de
las sandalias
la piel
la crítica
pronto
la norma
el sacerdote
el hechicero
suficiente
mayor
helaas
vreemd
beogen, willen
vervangen; verplaatsen
boot
weerhouden van
inkomsten
kapitein
verblijven, logeren
geen enkel(e)
gecontroleerd
mis
bespreken, het hebben
over
toekomst
onmiddellijk
van buiten
opstand
corruptie
politie-, van de politie
hier: rechtsstelen
schaap
voor
vergadering
verplicht
hier: rondje
met het schaap op zijn
schouders
rug
doden
rijden; hier: sturen
hier: vaste land
toestaan
terugkeren
weven
techniek
pre-Colombiaans
blad
verkrijgen
kever, tor
grond
een soort (van)
soort
vol
magie, tovenarij
af en toe
in plaats van
sandalen
leer
kritiek
spoedig
norm, regel
priester
tovenaar
voldoende
hier: oud
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
29
Vocabulario
12
representativo/a
indispensable
la Tierra
confeccionar
representatief
onmisbaar
Aarde
samenstellen
Unidad 12
1
tratar de
el enlace
abrir
la contraseña
marzo
Italia
la gramática
el vocabulario
la fonética
la editorial
el viaje
el/la pionero/a
contar con (ue)
el personal
cualificado/a
la espalda
el horario
De L-V = de lunes a viernes
mensual
los conocimientos
semanal
la audición
la instrucción
fijarse en
el imperativo
rellenar
coincidir
proberen
link, verbinding
openen
wachtwoord
maart
Italië
grammatica
vocabulaire, woordenschat
fonetiek
uitgeverij
reis
baanbreker/baanbreekster
beschikken over
personeel
gekwalificeerd
rug
rooster
Ma-Vr = maandag t/m vrijdag
maandelijks
kennis
wekelijks
hier: luistertekst
instructie
letten op
gebiedende wijs
vullen
overeenkomen
2
la empanada
el ingrediente
la receta
la masa
la harina
la margarina
cl = centilitro(s)
la cucharada
la sal
el relleno
gr = gramo(s)
la carne picada
un puñado (de)
la pasa
el comino
30
gevuld deeglapje
ingrediënt
recept
deeg
meel
margarine
cl = centiliter
eetlepel
zout
vulling
gr = gram
gehakt
een handvol
rozijn
komijn
la pimienta
el pimentón
el huevo duro
la aceituna
hervir (ie)
calentar (ie)
añadir
freír
extender (ie)
cortar
poner
doblar
preparar
sacar una conclusión
peper
paprikapoeder
hardgekookt ei
olijf
koken (vloeistof)
verwarmen, verhitten
toevoegen
bakken, braden
uitrollen
snijden
erin stoppen
vouwen
klaarmaken
conclusie trekken
Grammatica
correr
callarse
la grasa
la ventana
seguir (i) recto
poner el agua a hervir
la pastilla
el té
apagar
mandar
enchufar
apretar (ie)
el botón
pasar
la sal
el vaso
preocuparse
rennen
zwijgen
vet
raam
rechtdoor gaan
het water aan de kook brengen
pil, tablet
thee
uitzetten
sturen
aanzetten
drukken
knopje
hier: aanreiken
zout
glas
zich zorgen maken
3
ponerse triste
la ilustración
leer
el informativo
la documental
recordar (ue)
mojarse
ponerse contento/a
contento/a
el amor de tu vida
el/la cocinero/a
elegante
coger
el paraguas
verdrietig worden
tekening
lezen
nieuwsuitzending
documentaire
herinneren
nat worden
tevreden worden
tevreden
je grote liefde
kok(kin)
elegant
nemen
paraplu
4
la petición
tantas veces
un montón de gracias
un abrazo muy fuerte
verzoek
zo vaak
ontzettend bedankt
veel liefs
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
5
encargar
la campaña publicitaria
la campaña
vivir ecológicamente
el anuncio
atreverse a
un mundo de locos
el espejismo
la felicidad
la realidad
el tiempo libre
preocupado/a
llevar
sano/a
gratificante
viviendo con simplicidad
montar en bici
el transporte público
estar en contacto (con)
cuidar
con moderación
no hacer caso de
correr
tener prisa
el/la espectador/a
el actor
ser respetuoso/a con
ser generoso/a
dejarse manipular
ser violento/a
alimentarse
subrayar
opdragen
reclamecampagne
campagne
milieubewust leven
advertentie
durven
een krankzinnige wereld
luchtspiegeling
geluk
realiteit
vrije tijd
bezorgd
hier: leiden
gezond
dankbaar, bevredigend
door sober te leven
fietsen
openbaar vervoer
in verbinding staan
zorgen voor
met mate
zich niet bekommeren om,
negeren
rennen
haast hebben
toeschouwer
hier: deelnemer
respect hebben voor
edelmoedig zijn
zich laten manipuleren
gewelddadig zijn
zich voeden
onderstrepen
6
avanzar una barbaridad
las instrucciones de uso
desordenado/a
ordenar
la secuencia
la manera
la máquina
cambiar de canal
el mando a distancia
bostezar
automáticamente
seleccionar
encender (ie)
el botón
apagar
el croissant
volver a + Inf.
apretar
desenchufar
zich razendsnel
ontwikkelen
gebruiksaanwijzing
doorelkaar, ongeordend
ordenen
opeenvolging
manier
machine
van kanaal wisselen
afstandsbediening
geeuwen
automatisch
uitzoeken, kiezen
aanzetten
knop
uitzetten
croissant
opnieuw + inf.
drukken
uitzetten
enchufar
recoger
caliente
sustituir (y)
el teclado
la hora de llegada
la hora de salida
la pila
meterse en la cama
de nuevo
la tecla
adiós
funcionar
aanzetten
oppakken
warm
vervangen
toetsenbord
aankomsttijd
vertrektijd
batterij
op bed gaan liggen
opnieuw
toets
tot ziens
functioneren
7
pedir permiso
el permiso
las relaciones formales
la ventanilla
hace calor
el calor
toestemming vragen
toestemming
formele betrekkingen
raampje
het is warm/heet
warmte, hitte
9
hacer de médico
el/la enfermo/a
la ficha
... lo que te pasa
el diálogo
la fiebre
estar resfriado/a
la garganta
toser
vomitar
mareado/a
el riñón
la barriga
hacer pis
caerse
la escalera
hincharse
el pie
al moverlo
la gripe
la vitamina
el jarabe
la tos
el antibiótico
la indigestión
la grasa
la manzanilla
guardar reposo
el reposo
el analgésico
el análisis
voor dokter spelen
zieke (m/v)
kaartje
... wat er met je aan de
hand is
dialoog
koorts
verkouden zijn
keel, hals
hoesten
overgeven
misselijk
nier
buik
fam.: een plasje doen
vallen
trap
zwellen
voet
bij het bewegen
griep
vitamine
hoestsiroop
hoest
antbioticum
gestoorde spijsvertering
vet
kamillethee
rust houden
rust
pijnstiller
onderzoek, test
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
31
Vocabulario
el traumatismo
el hielo
analgésico/a
el descanso
con el pie levantado
mover (ue)
el oído
la garganta
la boca
el corazón
la mano
la pierna
el dedo
la rodilla
el tobillo
¿Qué le pasa?
verwonding, trauma
ijs
pijnstillend
rust
met de voet omhoog
bewegen
gehoor
keel
mond
hart
hand
been
vinger
knie
enkel
Wat mankeert u?
10
pedir un favor
quedarse sin dinero
las compras
prestar
mañana mismo
devolver (ue)
preocuparse
om een gunst vragen
geen geld meer hebben
boodschappen
lenen
morgen meteen
teruggeven
zich zorgen maken
11
la revisión
el freno
el aceite
el neumático
correr
potente
pasar a otro coche
la recomendación
el documento
reflejar
el momento
conseguir (i)
la uva
el dibujo
naleven, respecteren
snelheidslimiet
houden
veilige afstand
inhalen
Haal niet in bij slecht zicht.
bij het /de minste
vermoeidheidsverschijnselen
helm
bromfiets
Ministerie van Binnenlandse
Zaken
nakijkbeurt
rem
olie
band
hier: hard rijden
hier: snel
een auto inhalen
aanbeveling
document
hier: weerspiegelen
ogenblik, moment
erin slagen om
druif
tekening
13
la reacción
reactie
12
la Dirección General de
Tráfico
la instrucción
el/la conductor/a
celebrar
el Año Nuevo
la campanada
comenzar (ie)
la fiesta
Nochevieja
una copa de más
la copa
arruinar
la celebración
los demás
evitar
el consejo
largo desplazamiento
revisar
los puntos vitales
el vehículo
abrocharse/ponerse el
cinturón
el cinturón de seguridad
32
respetar
el límite de velocidad
mantener
la distancia de seguridad
adelantar
No adelante sin visibilidad.
al mínimo
el síntoma de cansancio
el casco
el ciclomotor
el Ministerio del Interior
Verkeersdienst (Spanje)
instructie
bestuurder/bestuurster
vieren
Nieuwjaar
slag (van klok)
beginnen
feest(dag)
Oudejaarsavond
een glaasje teveel
glaasje
bederven
viering
de anderen
vermijden
raad
lange afstand
nakijken
belangrijke punten
voertuig
de veiligheidsgordel omdoen
veiligheidsgordel
poner el agua a hervir
enchufar
el vaso
pasar
la sal
het water laten koken
hier: (stekker) erin steken
glas
(door)geven
zout
Unidad 13
1
hace algún tiempo
pronto
medio/a
facturar
Salidas Internacionales
la salida
recoger
la tarjeta de embarque
el jerez
por primera vez
seguir (i)
hojear
el altavoz
llamar
el/la pasajero/a
con destino a
embarcar
enige tijd geleden
vroeg
half
hier: inchecken
internationale vluchten
vertrek
ophalen
instapkaart
sherry
voor het eerst
blijven + inf.
doorbladeren
luidspreker
roepen
passagier (m/v)
met bestemming
aan boord gaan
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
el asiento
¡Qué casualidad!
el abrigo
el maletero
despegar (ie)
la azafata
el funcionamiento
la máscara de oxígeno
servir (i)
determinado/a
el servicio
aterrizar
avisar
libre
el viaje
la piel
el mensaje
el esquema
narrar
zitplaats
Wat toevallig!
jas
bagageruimte
opstijgen
stewardess
hier: gebruik
zuurstofmasker
serveren
bepaald
toilet
landen
waarschuwen, mededelen
vrij
reis; hier: vlucht
leer
boodschap, bericht
schema
vertellen
2
la acción
información "clave"
estar + gerundio
la corbata
los famosos
El café sabía fatal.
saber
la naranja
estar extrañado/a de
preocupado/a
la plaza
reservado/a
desaparecido/a
describir
ocurrir
avanzar
actie
belangrijke informatie
met iets bezig zijn
stropdas
beroemdheden
De koffie smaakte
afschuwelijk.
hier: smaken
(eten, drinken)
sinaasappel
verwonderd zijn over
bezorgd
hier: (zit)plaats
gereserveerd
verdwenen
beschrijven
gebeuren
vooruitgaan
3
la estación de esquí
llevar + tijdsaanduiding
llevan algunos días
el relato
rápido/a
ponerse en medio
¡Qué mala suerte!
el apartamento
el tiempo
¡Qué pena!
¡Qué lástima!
decidir
wintersportplaats
er al + tijdsaanduiding +
zijn
ze zijn er al een paar
dagen
verhaal
snel
er tussen gaan staan, er
tussen komen
Wat een pech!
appartement
weer
Wat jammer!
Wat jammer!
besluiten
perfecto
¡No me digas!
invitar
andaluz/a
hier: oké, prima
Nee maar!
uitnodigen
Andalusisch
Grammatica
poner una película
een film draaien
4
Hace sol.
el banco
el semáforo
medio dormido/a
a punto de
chocar
tranquilizarse
dar clase
hispanoalemán/alemana
perfeccionar
De zon schijnt.
bank
verkeerslicht
slaperig, al bijna in slaap
op het punt om
botsen, in botsing komen
kalmeren
lesgeven
Spaans-Duits
verbeteren
5
justificar
a casa de
salir juntos
mudarse
rechtvaardigen
naar het huis van
hier: samen uitgaan
verhuizen
6
imaginarse
zich voorstellen
7
organizar
cerrado/a
el/la vecino/a
gritar
no hay nadie
el rato
el/la portero/a
sacar
así que
subir
o sea
llamar
por suerte
romperse
total que
hier: structureren,
ordenen
dicht, gesloten
buurman/buurvrouw
schreeuwen
er is niemand
tijdje, poosje
portier (m/v)
hier: eruithalen
zodat
naar boven gaan
oftewel
hier: aanbellen
gelukkig
kapotgaan
kortom
8
el cuento
rodear
sprookje
omgeven
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
33
Vocabulario
individualmente
la escoba
la pócima mágica
el murciélago
asado/a
las brujerías
la viñeta
el momento temporal
individueel
bezem
toverdrank
vleermuis
gegrild, aan het spit
tovenarij
plaatje
tijdstip, ogenblik
9
el motivo
el acento
soltero/a
el/la director/a de producción
la vocación
el campo
audiovisual
el/la auxiliar de producción
el/la productor/a
el contrato de alquiler
el contrato
el/la mediador/a
los parientes
la fábrica
metalúrgico/a
dudar
el instante
disponer de
a finales de...
al principio
proponerse
convencido/a
superior
armónico/a
multicultural
eliminar
el prejuicio
el/la senegalés/esa
la ONG (Organización No
Gubernamental)
la luz
la Filología Hispánica
conceder una beca
la beca
de posgrado
la asistenta
no tener ni un duro
más tarde
el sueño
costero/a
la circunstancia
34
motief, reden
accent
vrijgezel
productieleider (m/v)
roeping
terrein
audiovisueel
productieassistent(e)
producent (m/v)
huurcontract
contract
mediator (m/v)
familieleden
fabriek
metaal-, metallurgisch
twijfelen
moment
beschikken over
aan het eind van ...
in het begin
het voornemen hebben,
van plan zijn
overtuigd
superieur, beter
harmonisch
multicultureel
uitsluiten
vooroordeel
Senegalees/Senegalese
ngo (niet-gouvernementele
organisatie)
licht
Spaanse taal en letterkunde
een beurs verlenen
beurs
postdoctoraal
hulp, schoonmaker
blut zijn
later
droom
kustomstandigheid
11
enfadarse (con)
alguien
nervioso/a
tener razón
el/la estúpido/a
pelear
la cita
ponerse nervioso/a
la opción
presentar
práctico/a
insoportable
el punto
sacar
negativo/a
boos worden (op)
iemand
nerveus
gelijk hebben
stommeling (m/v)
ruzie maken
afspraak
nerveus worden
keuze
voorstellen
praktisch
onuitstaanbaar
punt
hier: halen
negatief
12
el diario
la continuación
hacia
la India
al contrario
de cuando
marcharse
vestido/a
dagboek
voortzetting
tegen
India
in tegenstelling
hier: tot toen
weggaan
gekleed
13
la piña
el hielo
la hierba
el yeso
ananas
ijs
gras
gips
Unidad 14
1
el fragmento
andar con rodeos
hablar alto
el gesto
al menos
la regla
tomar la palabra
el horario
el día laborable
aún
la locura
chocar
intocable
cerrar (ie)
emitir
el canal
fragment
er omheen draaien
hard praten
gebaar
tenminste
regel
het woord nemen
hier: dagindeling
werkdag
nog
waanzin
shockeren
onaantastbaar, heilig
dichtgaan, sluiten
uitzenden
(televisie)kanaal
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
la pausa
por todas partes
la Caja de ahorro
el churro
a media mañana
el cafecito
el aperitivo
el canapé
merendar (ie)
a media tarde
impresionar
la importancia
acostumbrarse (a)
pegar
aprovechar
desconocer (zc)
el comportamiento
el estereotipo
la explicación
plantear
la rutina
pauze
overal
spaarbank
gefrituurde deegstengel
tussen 11 en 12 uur
‘s morgens
kleine koffie
aperitief
borrelhapje
tussendoortje eten
aan het eind van
de middag
tussen 4 en 6 uur
‘s middags
indruk maken
belang
wennen (aan)
kleven
benutten
niet kennen
gedrag
stereotype
verklaring
naar voren brengen
routine
2
que no
en mi época
en punto
la juventud
zeker niet
in mijn tijd, toentertijd
precies, punctueel
jeugd
5
la manía
sumar
la matrícula
simétrico/a
la flor
el paso de cebra
pisar
la raya
6
habitual
hacer una sobremesa
la siesta
la barbacoa
el crucigrama
el suplemento dominical
los abuelos
dikwijls
oliemaatschappij
doorkruisen, doorreizen
gebruikelijk, gewoon
natafelen
middagdutje, siësta
barbecue
kruiswoordraadsel
zondagsbijlage
grootouders
7
poner
Muy señor/a mío/a
Distinguido/a señor/a
estimado/a
Un cordial saludo
cordial
Atentamente.
Querido/a
Besos
un fuerte abrazo
Grammatica
a menudo
la empresa petrolífera
recorrer
manie, stokpaardje
optellen
kenteken
symmetrisch
bloem
zebrapad
lopen op
streep
el abrazo
el encabezamiento
la coma
hier: schrijven
Geachte heer/dame
Geachte heer/dame
geacht(e)
Met vriendelijke groeten
vriendelijk
Hoogachtend.
Lieve, Beste
hier: veel liefs
veel liefs, hartelijke
groeten
omarming
briefhoofd
komma
8
3
bastantes veces
muchas veces
la ducha
tamelijk vaak
vaak
douche
4
el cambio
sufrir cambios
9
el juego
antes
la americana
la gabardina
los calzoncillos
las bragas
los calcetines
las medias
el pijama
el camisón
el sujetador
el cinturón
colbert, jasje
regenjas
(heren)onderbroek
(dames)slipje
sokken
panty
pyjama
nachthemd
beha
riem
verandering
veranderingen ondergaan
spel
vroeger
10
el albergue (juvenil)
(jeugd)herberg
11
al revés
omgekeerd
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
35
Vocabulario
12
Unidad 15
Nochebuena
Día de los Inocentes
Reyes
kerstavond
28 december (vgl. 1 april)
Driekoningen (6 januari)
14
el/la fundador/a
mítico/a
mar adentro
formarse
separarse
el inicio
mayo
el instrumento musical
entonces
la banda
el chico en cuestión
la cuestión
suponer
exactamente
juntos/as
entenderse (ie)
unirse
poner
acordarse (ue)
gratis
la compañía discográfica
fichar
noviembre
a pesar de
fulgurante
no acabar de funcionar
la pelea
interno/a
saltar
realmente
el motivo
maduro/a
repentino/a
pelearse
presionar
explotar
en directo
recuperar
viejo/a
incluir (y)
por supuesto
el principio
la etapa
productivo/a
duradero/a
36
oprichter (m/v)
mythisch
zeewaarts, de zee op
vormen
uit elkaar gaan
begin
mei
muziekinstrument
toen(tertijd)
band
de desbetreffende jongen
vraag
aannemen
precies
samen
elkaar begrijpen
zich vereningen
hier: geven
zich herinneren
gratis
platenfirma
contracteren
november
ondanks
flitsend
niet functioneren
strijd
intern
springen; hier: plaatsen
werkelijk
motief, reden
rijp
plotseling (bijv. nw.)
ruzie krijgen
druk uitoefenen (op)
exploderen, ontploffen
live
terughalen
oud
opnemen
natuurlijk
begin
etappe
productief
duurzaam, blijvend
1
a lo mejor
el suelo
igual
rodar (ue)
tal vez
algo así
la ambulancia
ojalá
el atraco
por aquí
ir como loco
el grado
la certeza
el recurso
misschien
grond
hier: misschien
draaien
misschien
zoiets
ambulance, ziekenwagen
hopelijk
overval
hier in de buurt
rijden als gekken
graad
zekerheid
hulpmiddel
2
la estancia
mínimo/a
el vuelo de línea
regular
el destino
la llegada
el traslado
el autocar
la recepción
vía
a bordo
el Parque Nacional
la hectárea
el/la sexto/a
la caída de agua
el salto
constituir (y)
el área (f)
la cabaña
distribuido/a
junto a
recomendar (ie)
opcional
navegar
la cueva
sobrevolar (ue)
el bimotor
el delta
ubicado/a
el islote
abundante
el amanecer
el esplendor
la piraña
marcar
verblijf
minimaal
lijnvlucht
regulier
bestemming
aankomst
transfer
bus
ontvangst; receptie
over
aan boord
Nationaal Park
hectare
zesde
waterval
waterval
vormen
gebied
hut
verdeeld
naast, direct bij
aanbevelen
optioneel, facultatief
per schip reizen, varen
grot, spelonk
vliegen over
tweemotorig vliegtuig
delta
gelegen
eilandje
overvloedig, rijkelijk
het licht worden
glans, pracht
piranha
aangeven
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
Grammatica
caber
la temperatura
a lo mejor
igual
passen in
temperatuur
misschien
hier: misschien
continuar
entrevistar
subir de categoría
la categoría
nombrar
doorgaan (met)
interviewen
promoveren
categorie
benoemen (tot)
8
3
speculeren
especular
la semana que viene
el año que viene
el crédito
volgende week
volgend jaar
krediet
4
9
el recuadro
perderse (ie)
ponerse en marcha
desconectar
el cable
estropear
equivocarse
ducharse
el timbre
colocar
correcto/a
la broma
el aula
la pronunciación
hokje, vakje
verdwalen
hier: starten
uitzetten; hier:
uittrekken
kabel
kapot maken
zich vergissen
zich douchen
bel
leggen
juist, correct
grap
klaslokaal
uitspraak
5
la futurología
la falta
en soporte de papel
el soporte
la energía alternativa
lograr
curar
la enfermedad
el ser humano
el mundial de fútbol
la galaxia
el petróleo
futurologie
gebrek
hier: gedrukt op papier
steun
alternatieve energie
verkrijgen
genezen
ziekte
mens
WK voetbal
melkweg
(aard)olie; petroleum
6
optimistisch
pessimistisch
argumenteren, redeneren
optimista
pesimista
razonar
7
el cuento
el/la lechero/a
el/la informático/a
soñador/a
presentar
sprookje
melkboer (m/v)
informaticus (m/v)
dromerig
deelnemen
cumplir 50 años
le toca la lotería
50 jaar worden
hij/zij/u wint de loterij
10
el/la empleado/a
la escala
la ida
la vuelta
enlazar
el cuaderno
werknemer/werkneemster
tussenlanding
enkele reis, heenreis
terugreis
aansluiting hebben
schrift
11
el peaje
doblar
el brillo
anunciar
la arena
quemar
alrededor
la ubicación
prestar atención
el bronceador
gozar
el vacilón
el cebiche
en bolsa
en botellón
vigilar
la parrilla
el carbón
la ilusión
esconderse
la toalla
avanzar
quemarse
la panza
el camarón
el gringo
quedarse dormido
el bombero
rico/a
tol
afbuigen, afslaan
glans
aankondigen
zand
verbranden
rondom, eromheen
positie, ligging
aandacht besteden
zonnebrandcrème
genieten
hier: feest, lol
gemarineerde rauwe vis
verpakt
in een fles
waken over, bewaken
grill
steenkool
hoop; illusie
zich verstoppen
handdoek
hier: feller worden
verbranden
dikke buik, pens
middelgrote garnaal
buitenlander (negatief)
in slaap vallen
brandweerman
hier: heerlijk
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
37
Vocabulario
el chapuzón
el meón
flaquito/a
el /la barrigón/ona
el camión
en el fondo
agradecido/a
instalarse
ambos/as
irónicamente
duik in het water
zeikerd
mager, zeer dun
dikbuik (m/v), dikzak (m/v)
vrachtwagen
eigenlijk
dankbaar
hier: gaan zitten
beide
ironisch
13
célebre
interpretar
el/la representante
el/la autor/a
el verso
influenciar
castellano/a
prematuro/a
la muerte
colocar
de privilegio
el privilegio
la poesía
el recuerdo
bostezar
el hastío
el/la doctor
vacío/a
el vacío
importar
el abanico
beroemd
interpreteren
vertegenwoordig(st)er
auteur (m/v), schrijver/schrijfster
gedicht
beïnvloeden
Castiliaans
vroegtijdig
dood
plaatsen, stellen
bevoorrecht
voorrecht, privilege
poëzie, dichtkunst
herinnering
gapen, geeuwen
walging, afkeer
dokter (m/v); doctor (m/v)
leeg
leegte
hier: betekenen
waaier
la habitación individual
el estudio
la casa particular
céntrico/a
la pensión
pensión completa
casero/a
la ventaja
el inconveniente
la mascota
alojarse
la transcripción
salir muy caro/a
la propuesta
eenpersoonskamer
studio
eigen huis
centraal gelegen
pension
volpension
zelfgemaakt
voordeel
nadeel
mascotte
logeren, verblijven
transcriptie
duur zijn
voorstel
Grammatica
¿Te importaría hacerme
un favor?
el favor
subir
el sueldo
yo, en tu lugar, ...
Zou je me een gunst willen
verlenen?
gunst
verhogen
salaris
ik, in jouw plaats, ...
2
la temporada
completar
la construcción
periode, tijd
compleet maken
constructie
3
el electrodoméstico
huishoudelijk apparaat
4
Unidad 16
1
el viaje de estudios
la duración
la residencia universitaria
la habitación triple
la admisión
la solicitud
el gimnasio
por semana
amueblado/a
min. = minuto
las afueras
la agencia inmobiliaria
compartir
la tranquilidad
molestar
disponible
la habitación doble
38
studiereis
duur
studentenflat
driepersoonskamer
hier: het afnemen
aanvraag, aanmelding
sportschool
wekelijks
gemeubileerd
minuut
buitenwijk
makelaarskantoor
delen
rust
storen
beschikbaar
tweepersoonskamer
montar a caballo
el caballo
predecir
la subasta
diseñar
el/la vegetariano/a
paardrijden
paard
voorspellen
veiling
ontwerpen
vegetariër (m/v)
5
la característica
el adjetivo
la frase relativa
la vivienda unifamiliar
la casa adosada
la estación (del) ferrocarril
el aseo
rehabilitado/a
la piscina
comunitario/a
la compra
kenmerk, eigenschap
bijvoeglijk naamwoord
betrekkelijke bijzin
eengezinswoning
rijtjeshuis
treinstation
toilet
gerenoveerd
zwembad
gemeenschappelijk
koop
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
6
la ocasión
la red
las relaciones
preferentemente
ensayar
insonorizado/a
la batería
kans, gelegenheid
net
relaties
bij voorkeur
repeteren
geluiddicht
drumstel
7
comparativo/a
calcular
criticar
poner de relieve
útil
el oro
la muralla
la vida nocturna
mediterráneo/a
la ensaimada
el mallorquín
auténtico/a
el interior
vergelijkend
inschatten; rekenen
(be)kritiseren, beoordelen
benadrukken
nuttig
goud
stadsmuur
nachtleven
mediterraan
soort koffiebroodje
Mallorcaans (Catalaans
dialect)
authentiek, echt
binnenland
8
la imaginación
de pronto
gobernar (ie)
acabar
me toca
tomar el sol
bañarse
cristalino/a
fantasie
plotseling
regeren
ten einde lopen
ik win
zonnen
(gaan) zwemmen
glashelder
9
la varita mágica
toverstaf, toverstokje
10
el centímetro
el diámetro
flotar
la extensión
fino/a
la capa
rodear (de)
suspendido/a
quedarse maravillado/a
acuático/a
volador/a
centimeter
diameter
zweven
uitgestrektheid
fijn, dun
laag
omgeven (met)
hier: zwevend
verwonderd zijn
water-, in het water
levend
vliegend
proteger
hacer daño
la maravilla
brevemente
la capa de ozono
el tipo de vida
el párrafo
beschermen
pijn doen
wonder
kort, beknopt
ozonlaag
soort leven
alinea, paragraaf
11
sano/a
el ruido
fuerte
gezond
lawaai
hier: luid
12
acordar (ue)
la Semana Santa
la Feria
het eens worden over
goede/stille week
jaarmarkt
Unidad 17
1
sobre las diez
transmitir
efectuarse
cronológico/a
el fenómeno
la lengua materna
la similitud
rond tien uur
doorgeven, overbrengen
tot stand komen
chronologisch
verschijnsel, fenomeen
moedertaal
gelijkenis
2
el juego de mesa
hispano/a
Lo pone aquí.
los Juegos Olímpicos
la delegación
la medalla
la hierbabuena
la hierba
proceder de
árabe
hebreo/a
Según dicen los entendidos...
el chicle
el/la muñeco/a
el Chupa Chups
el invento
por lo visto
la tribu
amazónico/a
gezelschapspel
Spaans
Het staat hier.
Olympische Spelen
delegatie
medaille
munt
kruid
(voort)komen uit
Arabisch
Hebreeuws
Volgens degenen die er
verstand van hebben ...
kauwgom
pop
lolly
uitvinding
blijkbaar, kennelijk
stam
Amazone-, van de
Amazone
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
39
Vocabulario
la raíz (mv. raíces)
telepático/a
coincidir
el alga (f)
el vinagre
el guiso
emplear
quitar
la muela
al parecer
cotizado/a
la distancia
wortel
telepatisch
tegelijk aanwezig zijn
alg
azijn
stoofgerecht
gebruiken
wegnemen
kies
schijnbaar, naar het schijnt
gewaardeerd
afstand
Grammatica
proponer
recomendar (ie)
el/la idiota
dar las gracias
voorstellen
aanbevelen
idioot (m/v)
bedanken
3
el seudónimo
redistribuir (y)
8
creíble
distanciarse
el desconocimiento
el dinosaurio
vivo/a
la salchicha
la Unión Europea
la corrida de toros
el descubrimiento
la leche desnatada
clandestino/a
la valla publicitaria
arbeidsplaats
bezorg(st)er
bedrijfsleid(st)er
schema, leidraad
allergisch
lichamelijk, fysiek
lip
aannemen, in dienst nemen
tonijn
geloofwaardig
afstand nemen van
onbekendheid
dinosaurus
levendig
worst
Europese Unie
stierengevecht
ontdekking
magere melk
heimelijk, clandestien
reclamebord, billboard
9
el trabalenguas
el puesto de trabajo
el/la repartidor/a
el/la gerente
el guión
alérgico/a
físico/a
el labio
contratar
el atún
pseudoniem
herverdelen
tongbreker
10
la prueba
el cuadro
el/la marqués/marquesa
la alarma
el guardia de seguridad
el robo
test, proef
schilderij
markies/markiezin
alarm
beveiligingsbeambte
diefstal
11
4
la orden
proponer
corregir (i)
inmediatamente
el despacho
la factura
el fax
archivar
opdracht
aandragen
corrigeren
onmiddellijk
kantoor
rekening, factuur
fax
archiveren, opbergen
5
mantener
de acuerdo con
referirse (ie) a
marcar
los macarrones
salado/a
pasado mañana
houden
overeenkomstig met
betrekking hebben op
aangeven
macaroni
zout, gezouten
overmorgen
la enciclopedia
el fallo
erróneo/a
Cristóbal Colón
la compañía de aviación
el/la inventor/a
ancho/a
encylopedie
fout
onjuist, verkeerd
Christoffel Columbus
luchtvaartmaatschappij
uitvind(st)er
breed
13
el piropo
el elogio
increíble
desagradable
meter la pata
compliment
lof, lofrede, loftuiting
ongelooflijk
onaangenaam
een blunder maken
Unidad 18
1
6
firmar
40
ondertekenen
el terreno
el espacio
el polideportivo
terrein
ruimte
sportcentrum
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Vocabulario
el parking
la especulación
la guardería
el local
estar dispuesto/a a
negociar
quitar
construir (y)
la asociación
el/la comerciante
el aparcamiento
insostenible
en contra de
la residencia
exigir
el/la alcalde/alcaldesa
en lo que respecta a
las instalaciones deportivas
evidente
a favor de
conservar
la estupidez
el/la portavoz
limpiar
la postura
parkeerplaats,
parkeergarage
speculatie
crèche
ruimte, gebouw
bereid zijn om
onderhandelen
wegnemen
bouwen
vereniging
winkelier; handelaar
parkeerplaats
onhoudbaar
tegen
woning, gebouw
eisen
burgemeester (m/v)
wat ... betreft
sportaccommodatie
duidelijk
voor, ten gunste van
behouden
stommiteit, domheid
woordvoerder/
woordvoerster
schoonmaken, reinigen
mening; houding
2
la televisión regional
el debate
los invitados
el/la asistente social
el/la presentador/a
el capricho
la necesidad
qué va
en absoluto
la barbaridad
combinar
las instalaciones
todo el mundo
regionale televisie
debat
genodigden
maatschappelijk werk(st)er
presentator/presentatrice
gril, bevlieging
noodzaak
kom nou, welnee
absoluut niet
hier: onzin
combineren
faciliteiten
iedereen
Grammatica
privatizar
público/a
el impuesto
sino
privatiseren
openbaar, publiek
belasting
maar
3
la afirmación
sin salida al mar
la salida
montañoso/a
bewering
zonder zee/kust
uitgang; vertrek
bergachtig
4
corrupto/a
la moda
el montaje comercial
electrónico/a
corrupt
mode
hier: commerciële
aangelegenheid
elektronisch
5
despertar (ie)
la polémica
el/la empresario/a
violento/a
el espectáculo
torear
bravo/a
la plaza
la granja
la biología
la tortura
el zorro
salvaje
la antropología
la lucha
la bestia
viceversa
la belleza
el/la traductor/a
primitivo/a
cruel
el/la intelectual
de mayor
el torero
opwekken
polemiek, twist
ondernemer (m/v)
gewelddadig; heftig
spektakel, vertoning
stierenvechten
hier: wild
hier: arena
boerderij
biologie
marteling
vos
wild
antropologie
gevecht
dier, beest
omgekeerd
schoonheid
vertaler/vetaalster
primitief
wreed
intellectueel (m/v)
als volwassene
stierenvechter
6
programar
común
tímido/a
aprobar (ue)
plannen
gemeenschappelijk
verlegen, timide
slagen (voor examen)
7
el cartel
el insumiso
el material armamentístico
concentrarse
denunciar
los malos tratos
el/la afectado/a
pegar
habitualmente
el domicilio
expulsar
el/la mendigo/a
aanplakbiljet, affiche
dienstweigeraar
wapentuig
samenkomen
aan de kaak stellen
mishandelingen
getroffene (m/v)
slaan
gewoonlijk
woning, huis
uitwijzen
bedelaar/bedelares
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
41
Vocabulario
el apoyo
acelerar
la expulsión
el/la vagabundo/a
atacar
el/la homosexual
municipal
el/la agresor/a
la disposición
judicial
prender fuego
el fuego
el/la gitano/a
la pasividad
inválido/a
el/la tetrapléjico/a
encerrado/a
el/la minusválido/a
interracial
convivir
la barrera
arquitectónico/a
la declaración
steun
bespoedigen
uitwijzing
zwerver/zwerfster
aanvallen
homosexueel (m/v)
gemeente-, gemeentelijk
agressor, aanvaller/aanvalster
beschikking
rechterlijk
in brand steken
brand, vuur
zigeuner(in)
passiviteit
invalide
verlamd (aan alle vier
ledematen)
opgesloten
gehandicapte (m/v)
tussen rassen
samenleven
barrière
architectonisch
verklaring
8
poner (muchos) deberes
los deberes
el silencio
portátil
la materia
(veel) huiswerk opgeven
huiswerk
stilte
draagbaar
vak
dominar
la memoria
onder controle hebben
herinnering
10
discutible
preocupante
sugerir (ie)
contradecir
matizar
la incredulidad
reciente
demostrar (ue)
ignorar
desconfiar
el/la ocupante
desplazar
el litro
el combustible
recorrer
el/la europeo/a
medio/a
los años cincuenta
la tercera parte
incluir (y)
la violencia
semanal
presenciar
la matanza
el tiroteo
el/la demógrafo/a
optimista
equilibrarse
discutabel
zorgwekkend, verontrustend
voorstellen, suggereren
tegenspreken
toelichten, nader verklaren
ongeloof
recent
bewijzen, aantonen
geen aandacht besteden aan
wantrouwen
hier: inzittende
verplaatsen
liter
brandstof
afleggen
Europeaan/Europese
gemiddeld(e)
de jaren vijftig
eenderde
bevatten
geweld
wekelijks
meemaken
slachtpartij
schietpartij
demograaf (m/v)
optimistisch
zich stabiliseren
9
11
la cita
la idea central
suscitar
el mito
la nación
la esencia
el sentido
verdadero/a
la movilización
bélico/a
el/la enemigo/a
la patria
poderoso/a
el/la demócrata
la proposición
ocultar
la masacre
el provecho
masacrar
prever
42
hier: citaat
centrale gedachte
oproepen
mythe
natie
essentie, wezen
zin
echt, werkelijk
mobilisatie
oorlogsvijand (m/v)
vaderland
machtig
democraat (m/v)
voorstel
verbergen
slachting, bloedbad
profijt, baat, voordeel
afslachten, uitmoorden
voorzien
madurar
rijp worden
12
la naturalidad
el/la locutor/a
plano/a
el capricho
natuurlijkheid
spreker/spreekster
vlak
gril, bevlieging
© 2005 Intertaal, Amsterdam/Antwerpen. Alle rechten voorbehouden. Vermenigvuldiging voor gebruik in het onderwijs toegestaan.
Descargar